dinsdag 9 oktober 2018

Nog 21 dagen (344 Derry)

Nooit prettig als er regen op het dak van het camperbusje valt. Weliswaar lichte regen, maar toch. De temperatuur was redelijk zacht.

Vanuit Ballycastle reed ik al snel langs de bezienswaardige Causeway Coast. Veel gefotografeerd, vanwege de baaien met hun zandstranden, de steile rotsen en oude ruines, zoals Dunseverick Castle en Dunluce Castle van de McDonnell's. De hangbrug van Carrick van touw zag ik wel, maar voor mij is dat een brug te eng.  Maar het meest byzondere is natuurlijk de Giant's Causeway, waar ik in regenkleding een half uurtje met sprongetjes over liep. Dat de natuur zoiets kan maken.

Giant's Causeway

De kustplaatsjes hebben soms schilderachtige details. Portrush is het vakantieresort. Bij Portstewart ligt een schitterend lang zandstrand en daar gebruikte ik in de escotheo de koffie. Verder naar Coleraine, dat niet onaardig is en zelfs een universiteit heeft. Op een landtong fotografeerde ik de Mussenden Temple. Het Benone Strand overtrof mijn verwachting. In zuidelijk Europa zou het tienduizenden trekken.

En na het middaguur arriveerde ik in Londonderry, door de ieren konsekwent Derry genoemd. Een stad met historie: in 546 gesticht door St.Columba, ingenomen door de engelsen, lokatie van Bloody Sunday in 1972. Ik kon de escotheo parkeren bij de stadsmuur en wandelde door de New Gate en langs het Playhouse naar de katholieke kathedraal, die na de Reformatie is gebouwd. 


Londonderry ~ Guildhall

Na de bezichtiging kwam ik langs een legerpost in Bishop Street met het gerechtsgebouw, stak bij het monument de Diamond over naar Shipquay Street waaraan Craft Village en wat verder de neo-gotische Guildhall zijn gelegen. Het was er druk en wat weer opviel de smakeloze kleding van de engelsen, resp. ieren. 

Ik wandelde over een moderne brug over de Foyle en concludeerde dat de stad levendig en interessant is. Ik zag wel uitingen van de Troubles op muren en borden: o.a. Free Derry

Ik verliet de stad voor de spits en moest helaas het Ulster History Park en Ulster-American Folk Park over de massale emigratie van ieren naar America overslaan, omdat die vanaf oktober alleen op maandagen en vrijdagen nog open zijn.

Tegen half zeven werd het donker en koos ik voor een overnachtingslokatie bij Muff. Ik las de laatste hoofdstukken van de biografie over Jan Wolkers. Al om half elf ging ik slapen door het golven van het water van Lough Foyle. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten