zaterdag 30 juni 2018

Dag 243 Gizycko

Mijn reisplan heb ik bijgesteld. Met nog 4 maanden te gaan, reis ik te snel. In het begin was het gemiddeld ca 65km per dag en dat is inmiddels 85km. Er zijn overigens 20 dagen geweest dat ik niets gereden heb. De baltische staten zijn niet groot, dus daar zou ik zo doorheen zijn en dan resten Scandinavië en op de terugweg Duitsland-Oostenrijk-Zwitserland-N.Frankrijk. 

Op deze bewolkte zaterdag reed ik over de N16 weer naar het westen. Na 47km kwam ik in het fraai gesitueerde Elk. Er was een zaterdagmarkt, dus aan parkeren viel niet te denken. Ik zag nog wel de mooiste watertoren. Ook kleurige nieuwbouw. Veel is gebouwd met rode baksteen. 

Mazurië

Ik reed door de landstreek Mazurië, een plateau met wel 2000 meren, ongeveer 290km breed, van de benedenloop van de Wisla tot aan de pools-litouwse grens. Verder naar Orzysz in dat merenlandschap, omringd door riet, grassen, lage struiken. Niet erg opwindend.

Bij Orkatowo ging de weg door het Sniardwymeer, dat met 110km2 het grootste van Polen is. Aan de oevers stonden eenvoudige vakantiehuisjes en er was watersport op het meer. Ik keerde terug en volgde de weg N63 naar het noorden. Bij het hotelpark in Ublik gebruikte ik in de escotheo de lunch. Het bleef overwegend bewolkt bij 20⁰C.

Ik passeerde dorpen en zag hoe eenvoudig het landleven nog in Polen is. Uiteindelijk kwam ik in Gizycko, -het oostpruisische Lötzen- dat helemaal omringd wordt door meren: de grootsten zijn het Mamrymeer en het Niegocinmeer. Ze zijn door een kanaal met elkaar verbonden. 

Gizycko

Het is een aardige plaats van ca. 30.000 inwoners. Plaatsen aan het water hebben altijd wel een eigen sfeer. Een soort Friesland. Er was een goed geoutilleerde camperplaats in Bystry. Aan het einde van de middag verkende ik met de racefiets de plaats, die welvarend aandeed. De watersportvoorzieningen oogden eigentijds, zoals bijna alle bebouwing. In een horeca-gelegenheid zag ik nog de tweede helft van een WK-wedstrijd Argentinië-Frankrijk 4-3. Ik bekeek 's avonds in de escotheo Uruquay-Portugal 2-1. Dag Messi en Ronaldo 

vrijdag 29 juni 2018

Dag 242 Augustow

Er zijn dagen dat ik geen zin heb om te gaan rijden. Daarbij stond ik voor de keuze in welke richting? Naar het dictatoriaal geregeerde Wit-Rusland in elk geval niet. Naar Kaliningrad in de russische enclave aan de Oostzee. Door de WK-beelden kreeg ik er een goede indruk van. In elk geval vertrok ik pas om half elf door de regio Podlaskie. Prachtige natuurgebieden.


Over de E67 door een glooiend bosrijk gebied, maar ook zag ik in de velden bunkers, want in deze regio is door de eeuwen heen vreselijk gevochten. Bevolkingsgroepen verbannen en uitgemoord. 

Mijn eerste stop was bij het orthodoxe klooster van Suprasl.  Daarna via een binnenweg door armelijke dorpen naar het Biebrzanski-natuurpark. In de omgeving een grote kerk en aan bebouwing veel houten huizen. In houd niet zo van bossen, dus maakte ik er maar een korte wandeling.

Op mijn verdere reis viel het me opnieuw op hoeveel meren Polen heeft, zoals bij Stare Tajno en Barszce, waar het trouwens zonnig en zomers was. Ik zag er kanovaarders, surfers en zeilers. Daarna kwam ik weer op de A61, een tweebaansweg met scheuren en kuilen. Maar ik haalde Augustow, een plaats van 29000 inwoners, temidden van beboste heuvels, aan de Netta-rivier, een kanaal en aan negen meren.

Een weldadig rustige plaats, waar ik middag en avond op relaxte wijze doorbracht. Er was een camperplek waar ik mijn opvallend luxe escotheo neerzette. 

Augustow

Na verloop van tijd fietste ik naar de plaats, dat een gezondheidsoord is. Ze beviel me om haar bekoorlijkheid en verrassend mooie gebouwen in het centrum, want elders was weer lelijke hoogbouw. Het was wel een dag dat ik naar Nederland, familie & vrienden verlangde. Maar ik heb nog 4 maanden voor de boeg en lig ver voor op het geplande reisschema, omdat de Balkanstaten mij niet zo bevielen. 

donderdag 28 juni 2018

Dag 241 Bialystok

Een stralende ochtend bij het vertrek uit Warschau. Ik had een lange rit gepland naar Bialystok, ongeveer 190km en 3 uur reistijd. Ik reed door een tamelijk vlak gebied met bossen, agrarische percelen en niet bijster aardige plaatsen. De communistische bouwstijl is nog altijd merkbaar. 

Over de E67 in oostelijke richting (Wit-Rusland) door plaatsen als Wyszkow, Zambrow, Jezewo Stare, waar ik pauze nam. Na het middaguur arriveerde ik in Bialystok, dat best wel een aangename indruk maakte. Het stadsbeeld wordt gedomineerd door vele kerken. De straatpleinen zijn breed; er is weinig hoogbouw; de fonteinen spuiten er op los; de terrasjes waren redelijk bezet; er zijn parken en lanen. Tja, de winters zijn er bar. Het is een grote stad, maar tegelijk heeft het iets provinciaals.

Bialystok

Mij vielen in het bijzonder op het barokke raadhuis, het Branicikipaleis, de Rochuskerk, de neogotische Maria Hemelvaart-kathedraal en nog diverse andere kerken, waaronder de S.Nicolai-kathedraal. Polen is een religieus getint land.

Ik dacht een goede lokatie voor de escotheo gevonden te hebben, maar moest weg van de politie. Ik informeerde naar een andere plek, maar ze spraken geen woord in een andere taal. Na wat gedwaal en gezoek kwam ik weer eens bij een sportcomplex, waar de WK-wedstrijd Japan-Polen werd vertoond. Een vreugdeloze 1-0 overwinning, maar uitgeschakeld. 

Ook 's avonds ging ik eerst eten in het restaurant van het sportcomplex en later naar WK-wedstrijden kijken. 

woensdag 27 juni 2018

Dag 240 Warschau (2)

Al vroeg wakker geworden door het verkeer. Ik zag dat het buiten droog was, maar nog niet aangenaam van temperatuur, dus bleef ik lang in de ochtend in en bij de escotheo. Ik bekeek op internet wat ik het liefst in Warschau nog zou willen bezichtigen; het werd een paleizendag. Het was weer voor het Pools Museum, in een eigentijds gebouw. Er stonden maquettes van gebouwen. 

Later ging ik met een dubbeldekker mee op de Paleizentoer. Aan paleizen zag ik aan de buitenzijde:


Wilanow Paleis

Als extra kwam ik nog in het Chopin-museum. Het was allemaal de moeite waard. Zelden heb ik in 24 uur zo mijn mening over een hoofdstad moeten bijstellen. Ik bleef nog een tijd in de stad hangen en in een restaurant internationale kranten lezen. Daarna keerde ik terug naar de camperplaats, waar ik andere buren had uit Duitsland, waar wat mee uitgewisseld werd. Zij vonden de Baltische Staten aantrekkelijk. Ik zal daar zeker heen koersen. 

dinsdag 26 juni 2018

Dag 239 Warschau (1)

In Midden-Europa is het weer niet best: kil en regenachtig. Polen kan me als land niet boeien, ook al was de geschiedenis uitermate bewogen. Een groter Polen is er nooit geweest, dus er zijn nogal wat gebieden met minderheden. De steden zijn doorgaans vreselijk, op Krakau-centrum na. 


En welke kant zou ik op willen gaan? Toch maar richting hoofdstad... De eerste tussenstop was in Piotrkow Trybunalski. Daar wil je niet dood gevonden worden, alleen de kerk oogde aantrekkelijk, en ik kwam bij een strand aan een meertje, maar er was bij 16⁰C natuurlijk niemand. 

Over de E67 met verontrustend veel vrachtverkeer ging ik dwars door een aantal plaatsen met onuitsprekelijke namen en met ergerlijk veel stoplichten. En het regende ook nog. Het liefst zou ik zo snel mogelijk ergens aan een zonnige kust willen bivakkeren. 

Bij Nadarzyn in een bosgebied werd het droog. Ik merkte dat ik de hoofdstad ging naderen. Over een kaarsrechte weg reed ik voorbij een groot expo-centrum. Ik parkeerde bij een IKEA en gebruikte daar de lunch. Ik zag de skyline van Warschau met zijn hoogbouw. Bij de rivier was een camperplek. Ik ben me er altijd van bewust dat het een veilige omgeving moet zijn. Bij andere camperaars is dat het geval.

Warschau ~ Presidentieel Paleis

Ik nam de racefiets bij 18⁰C en ging de stad in, waar natuurlijk veel te zien is, want het Stare Miasto is na de 2e WO herbouwd en staat op de UNESCO-erfgoedlijst. Over de avenue Leszno kwam ik bij de rivier de Wisla in het centrum bij het Palac Prezydencki. 

Ik moet toegeven: de stad heeft de allure van een hoofdstad (2,8 miljoen inwoners) van een groot land. De Polen zijn nationalistisch. En de uitschakeling op het WK kwam dan ook hard aan.

Met een kaart van het toeristenburo ben ik het centrum gaan verkennen. Het oude marktplein is omgeven door kleurige huizen, evenals veel andere straten binnen de omwalling met bastion Barbakan.

Koninklijk Paleis, wegens politieke redenen relatief laat in de jaren 70 herbouwd

Aan de rand van de oude stad bevindt zich het Slotplein (Plac Zamkowy) met het Koninklijk Paleis (17e-eeuws, herbouwd) en de aan koning Sigismund III Wasa gewijde gedenkzuil (Zygmunt-zuil). 
Bij dit plein begint de Koninklijke Route, bestaande uit de belangrijke boulevards Krakowski Przedmiesci en Nowy Świat, die uiteindelijk naar de voormalige koninklijke buitenverblijven Wilanów leiden. Langs de route ligt ook het oudste en mooiste stadspark van Warschau, Łazienki-park.
Wat zag ik verder? 

Ik ging even naar de escotheo om te eten en te internetten en daarna weer de stad in. Het was matig weer, maar Warschau viel me erg mee. Het is duidelijk een miljoenenstad waar je de moeite moet doen om intieme lokaties te vinden. In een cafe keek ik naar Argentinië - Nigeria 2-1. Wat een thriller. Elke Pool was voor Messi (Argentina); ik moet in Warschau de eerste neger nog tegenkomen (geen koloniën gehad).

maandag 25 juni 2018

Dag 238 Czestechowa

Na alle byzondere indrukken en ervaringen van de laatste dagen vertrok ik voor een nieuwe week bij bewolkt weer en 16⁰C naar het noordwesten, nog met onbekende eindbestemming. 

Het landschap en de plaatsen konden me amper bekoren. Ik vind Polen een eenvoudig, soms armelijk land. De mensen -over het algemeen lelijk- zijn ook zo gekleed. Natuurlijk generaliseer ik. Ik zie te vaak vervallen fabrieksterreinen en in plaatsen onaantrekkelijke flats.  

Katowice

De N44 ging door Bierun en Tychy, waar ik bij een Auchan wat inkopen deed en koffie dronk. Ik kwam in Katowice, een grote stad van 300.000 inwoners in Silezië. In de omgeving liggen ook grote plaatsen als Chorzow, Bytom, Zabrze. Om deze regio is vaak gevochten en heeft diverse overheersingen meegemaakt. Katowice is het centrum van een industriegebied. Ik reed langs communistische woningbouw. Ik zag grote gebouwen, oud en modern. En eigenlijk wilde ik meteen weer door. En dat deed ik dan ook.

Ik reed over de E75 verder, 50km noordelijk naar Częstochowa, bekend van de Zwarte Madonna. Het is een bedevaartplaats, te vergelijken met Lourdes en Fatima. En dat komt door het Paulinerklooster op de Jasna Gora-berg. Ik kon mijn camperbusje op de parkeerplaats van het klooster kwijt. En bezichtigde daarna het erg roomse heiligdom. 

Czestochowa ~ Zwarte Madonna

Ik heb op deze lokatie eens alle tijd genomen. Buiten was het toch kil en sfeerloos. Ik vergat de lunch en kwam lichtelijk dizzy uit de sacrale ruimtes weer in de open lucht. 's Middags wandelde ik door het Park Staszica, slenterde door winkelstraten en over de Oude Markt. Onderweg bekeek ik vluchtig kerken (Metropolita Basiliek, S.Jacobus-kerk, het Sanctuarium), standbeelden, fonteinen, openbare gebouwen. De bevolking was nogal internationaal. Toch voelde ik me niet senang.

Aan het einde van de middag hoefde ik niet ver te gaan om op camping Olenka bij een sportcomplex te gaan staan. Daar maakte ik gebruik van de faciliteiten, o.a. de wasmachine en de douche. En bleef in de escotheo om verder te relaxen met internet, WK-voetbal en boek. 

zondag 24 juni 2018

Dag 237 Oşwięcim

Een verademing om een hele dag in de natuur doorgebracht te hebben, na misschien wel 800 steden/dorpen bezocht te hebben op mijn soloreis. Om 9 uur liet ik de Tatra achter me en vertrok met Judyta (23) over de N47 in noordwestelijke richting van het grote land. De km-teller passeerde de 20.000! Het was bewolkt en kil weer, maar in de escotheo was het heel genoegelijk. Ik kon met haar in het engels converseren. Over reizen, familie, haar toekomstplannen, verschillen Polen-Nederland, enz. Ze was innemend en helaas niet erg knap, zodat elke erotiek uitgesloten was...

De eerste plaats waar we doorkwamen was Nowy Targ met een okergeel stadhuis. In Rabka Zdroj hielden we een koffie-croissant-pauze. Het ligt in een heuvelachtige en bosrijke omgeving, heeft een grote roomse kerk en nogal eenvoudige bebouwing. 

Wadowice ~ basiliek Gezegende Maria

We vervolgden over de N28 via het landelijke Osielec -met wel nieuwbouw- Makow aan de rivier (en in de regen), langs rivier en meren tot we rond het middaguur op het Silezisch plateau in het droge Wadowice aankwamen. De geboorteplaats van paus Wojtyla. Er staat niet alleen een standbeeld van hem, bijna alles verwijst naar hem. We bezochten zijn geboortehuis, waar het goed druk was. Natuurlijk is de barokke katholieke kerk ook in zijn nagedachtenis. Een sentimenteel interieur.

Het was inmiddels 16⁰C, niet onaangenaam en gezellig druk op en rond het plein, maar na de lunch, die Judyta beslist wilde betalen, gingen we verder. Door een bosrijk en merengebied kwamen we halverwege de middag aan in Oşwięcim, beter bekend als Auschwitz


Oşwięcim/Auschwitz-Birkenau

Ik had me voorgenomen om na het bezoek aan Buchenwald nooit meer naar een concentratiekamp te gaan, maar het kwam zo uit, ook omdat Judyta er heen wilde. We zijn er twee uur geweest. De ergste drukte op deze sombere zondag was voorbij. Voor mij was het lang genoeg. Alle objecten in het museum ken ik wel uit films, maar het buitengebied met de gebouwen en spoorrails maakte de meeste indruk.

We namen hartelijk afscheid; Judyta had onderdak bij kennissen en ik ging in Rynek Glowny op een pleintje staan en keek 's avonds in een overvol café naar de wedstrijd Polen-Colombia. Er werd gigantisch veel gedronken en geschreeuwd. Vloeken, schelden, tieren. 0-3 Kansloos. Polen. 

zaterdag 23 juni 2018

Dag 236 Zakopane (2)

Het was bewolkt en kil, maar ik besloot toch een dag in Zakopane e.o. te blijven. Van de 236 dagen heb ik verreweg de meeste in steden doorgebracht en nog te weinig in de natuur. Dat wilde ik graag, ook omdat mensen op de camping een bergwandeling gingen maken, waar ik mij bij aansloot. Goede schoenen, warme kleding, regenjack en rugzak met inhoud en om 9 uur op weg.


Het was een internationaal gezelschap van 18 personen, waarvan 10 mannen en 8 vrouwen. Ik was met mijn 73 jaar de oudste. Een poolse vrouw was de gids. De kosten €10,00. Al vanaf het begin was de tocht de moeite waard. Het was zoals in de 80's in Zwitserland: door bossen, over paden, langs beekjes en watervallen, temidden van bloeiende struiken en bloemen, en met vaak prachtig uitzicht op de bergkammen. 

Ik heb best wel conditie opgebouwd door elke dag (in steden) veel te fietsen en te wandelen. Mijn gewicht is 88,5kg, terwijl het in NL soms 95 kg was. Maar de wandeling was toch pittig. Na drie uur hielden we een lunchpauze bij een meertje, waar wat vee graasde. 

We klommen naar een top, van waar we na het breken van de bewolking even een schitterend, bijna ontroerend mooi uitzicht hadden. De miezerregen was opgehouden. Om kwart-voor-twee begon de afdaling. Altijd lastig en vermoeiend. Maar om half vijf waren we terug op de camping en gingen de meesten naar het zwembad, waar whirlpool, golfslag en massage de attracties waren. 


In het restaurant aten we een snackmaaltijdDe hele dag waren de gesprekken vaak amusant en informatief. Ik hoorde dat er personen waren die morgen (zondag) naar de geboortestad van paus Wojtyla en naar Auschwitz gaan. Een jonge poolse vrouw Judyta, een studente engels, vroeg om met mij mee te kunnen rijden, terwijl haar ouders richting Zwarte Zee gingen. Zij zou met trein verder reizen naar Warschau. Ik ging akkoord. 

vrijdag 22 juni 2018

Dag 235 Zakopane (1)

De laatste tijd heb ik steeds in (middel)grote steden de dagtrip beëindigd. Ik wilde op deze dag eens in een rustige omgeving arriveren. 

In de ochtend waren bij kil weer lichte regenbuien. Via de E50 door de vallei van de Hornàd en tussen de beboste heuvels kwam ik in Prešov, de derde stad van Slowakijë. De stad ligt aan de Torysa. Ik parkeerde in de buurt van de synagoge. In de loop der eeuwen hebben diverse bevolkingsgroepen er gewoond. De stad is vaak getroffen door oorlogen, epidemieën en een grote brand. Het was tevens het centrum van de reformatie. 

Prešov ~ stadsbeeld

Ik wandelde door de hoofdstraat, dat een langgerekt plein is, zoals wel vaker in midden-europese steden. Aan het plein of in de directe omgeving zijn de bezienswaardigheden: de S.Nicolas-kerk, de lutherse kerk; in renaissancestijl het Rákóczi-paleis en Klobusiczky-paleis, in barokstijl het stadhuis. Van de vestingwerken resteren nog een bastion en de Florianpoort.  Prešov is door de industrie een arbeidersstad. 

Ik had nog een lange reis voor de boeg en vertrok in westelijke richting over de E50 naar Poprad. In de verte zag ik de hoge bergen van de Tatra zich aftekenen. De weg voerde door het centrum dat mij niet erg kon bekoren en de vele stoplichten al helemaal niet.

Hoge Tatra

Dus in de middag verder noordelijk via de S40 de Tatra in gegaan. Het zicht op de scherpe toppen was prachtig. De redelijk rechte weg voerde door bosgebieden en het Spiderpark, waar ik een late lunchpauze hield. Zdiar was het laatste slowaakse dorp voor ik de grens met Polen bereikte. 

De grensovergang verliep tamelijk vlot. Ik ging de woeste rivier de Blatka over. Buiten de escotheo liep de temperatuur terug naar 10⁰C. De bergweg voerde door bergdorpen. Bij Poronin nam ik de afslag naar Zakopane, het einddoel van deze aparte dag.

Ik merkte in een ander land, ook een katholiek land te zijn. De poolse namen met de vele medeklinkers na elkaar zijn onuitspreekbaar. Zakopane is een winter- en bergsportcentrum van 27.000 permanente bewoners. De ligging is prachtig. Ik zette de escotheo op camping Ustup. 

Zakopane ~ camping Ustup

Het was er koud en het regende. Voor het eerst trok ik mijn warmste kleren aan en bleef in de camper of maakte gebruik van de faciliteiten. Ik raakte in gesprek met andere gasten, die er waren om te biken en te wandelen. Ik trok me terug met boek en laptop. 

donderdag 21 juni 2018

Dag 234 Kosice

Een dag Hongarijë is wel genoeg. Mijn sympathie voor het land door de Opstand van 1956 is wel over. Onder premier Orban is het politiek een verwerpelijk land geworden. Dat het nog in de EU mag blijven, is discutabel. Ik vertrok uit een snoeiheet Miskolc en koerste in noordelijke richting naar Slowakije, waar ik in 2006 in het westelijk en noordelijk deel (Trencin, Zilina, Martin)al geweest was. 


Over de E71, door dorpen als Szikszo, Encs, Hidasnemeti naar de grens, waar ik vrij snel doorgang kreeg. Steeds heb ik in de landstaal (via vertaalmachine Google) een info opgesteld en kan ik via mijn laptop de soloreis in beeld brengen. Dat is kennelijk geloofwaardig genoeg. 

In grensplaats Kechnec was het 30⁰C en nam ik op een pleintje in de schaduw even pauze. De mensen keken mij wantrouwend aan, maar dat was ik eerder al van slowaken gewend. Opnieuw reed ik in een vlak, agrarisch gebied door dorpen waar vervallen en nieuwbouwwoningen het beeld bepaalden.


Kosice ~ straatbeeld

Na 87km arriveerde ik in Košice, de tweede stad van het land met 240.000 inwoners waaronder een hongaarse minderheid, gelegen in een bekken van de Hornád. Ik parkeerde bij het Mestsky-park, niet wetende of ik hier vandaag zou blijven. 

Na mijn lunch in de escotheo wandelde ik het historische centrum in. De stad heeft de midden-europese uitstraling die ik ken en heel aangenaam vind. In 2013 was het de culturele hoofdstad van Europa. Als eerste kwam ik bij een grote gotische kerk en een zingende fontein.

Een mooie stad, -het Jakablov-paleis, kerken, openbare gebouwen mogen er zijn-, heel harmonieus in de bebouwing. En sfeervol door de kleurrijke huizen en fonteinen. Het was warm en ik koos voor het zwembad bij het Mestsky-park. Mooi aangelegd en nog niet erg druk. Ik ga graag naar zwembaden vanwege de verkoeling. Pas om 19 uur verliet ik het. De escotheo stond op een veilige plaats. Ik ging nog laat de stad in en zag in een cafe de WK-wedstrijd Argentinië-Kroatië.

woensdag 20 juni 2018

Dag 233 Miskolc

Na een week kan ik zeggen: Roemenië is wel een vakantieland: gevarieerde landschappen, aantrekkelijke stadscentra (vooral de torentjes...), redelijke voorzieningen, vriendelijke bevolking met veel zwaarlijvige volwassenen. Er is zeker nog armoede, lelijke bebouwing, matige infrastructuur, hoewel de steden vaak brede wegen en een overzichtelijke planologie hebben. 

Ik was al snel bij de grens en daar duurde het aan contrôle van mijn opzichtige camperbusje een tijd voor ik verder mocht.

Debrecen ~ groot plein 

Ik reed over een tweebaansweg N47 met akelig vrachtverkeer door een vlak landschap -de puszta- 75km naar Debrecen, met zijn 220.000 inwoners de tweede stad van Hongarijë. Ik kon er bij de hypermarkt Tesco Extra weer goed mijn voertuig kwijt. En ging fietsend verder.

Hoewel Debrecen een grote stad is met veelzijdige industrie heeft het toch de charme en sfeer van een provinciale stad behouden. De enige hoofdstraat voerde mij naar een groot plein met de okerkleurige kathedraal, maar dan wel een calvinistische. De regio heeft in meerderheid die religie. En er is NL-se invloed, want er staat een gedenkzuil voor Michiel de Ruyter!

Er zijn maar liefst drie universiteiten; er is een bibliotheek, een sterrenwacht, enige musea. Ik kwam voor de koffie-met terecht in een ondergronds restaurant Corvin dat in ridderstijl is ingericht. 

In het stadscentrum zag ik verschillende mooie kerken zoals de St. Anna-kerk, de Kistemplom (oudste kerkje van de stad) en de Nagytemplom. Achter deze kerk staat een standbeeld en het calvinistische college met circa 300.000 religieuze- en wetenschappelijke boeken.

Miskolc ~ stadsbeeld

Halverwege de middag reed ik verder door een saai landschap naar Miskolc, want ik had al besloten om niet naar Boedapest te gaan. De hoofdstad is meer geschikt voor een stedentrip en dat is niet de opzet van mijn soloreis. Overigens is Miskolc tussen heuvels fraai gesitueerd en de stad is rijk aan bomen. 

Het liep al tegen het einde van de middag; het was 30⁰C, de omstandigheden waren dus zomers. De drie campings lagen nogal ver buiten de stad, dus ik parkeerde bij het ziekenhuis. At snel wat en ging de stad in. Het was er in de spits druk, maar na enige uren werd het in het centrum aangenaam.

In de stad staat nog een oud fort, het Diosgyor, maar ik koos uiteraard voor een groot plein met representatieve gebouwen, vooral veel kerken van alle religies, w.o. een houten, opmerkelijk een galjoen, stadhuis, en het Lillafured-paleis. Allen gesloten, zodat ik in een sfeervol café-restaurant bij een WK-wedstrijd de avond doorbracht. 

dinsdag 19 juni 2018

Dag 232 Oradea

In Roemenië is een uur tijdsverschil met West-Europa. Ik vertrok uit Gilau bij zonnig weer na enige regendagen. Mijn route ging westelijk over de tweebaans E60 en voerde dwars door vaak armelijke plaatsen als Câpuşu Mare, Dumbrava, langs het riviertje de Crişul Repede, Şaula, Huedin waar ik even halt hield. 

Ik reed door een agrarisch landschap met eenvoudig dorpsleven. Pas na Poieni werd het landschap aantrekkelijker, kwamen er beboste heuvels en bergen in zicht. En reed ik stukken door naaldbossen. In Negreni was een zigeunermarkt, want die bevolkingsgroep leeft hier, evenals een minderheid aan hongaren. 

De temperatuur steeg geleidelijk naar 25⁰C en na Bucea ging de weg slingerend verder. Aleṣ was de eerste wat aantrekkelijke plaats voor de lunchpauze, vanwege de grote kerk met byzantijnse uitstraling. Ik vervolgde over een rechte weg langs meren. De bebouwing bleef eenvoudig, hoewel ik ook een golfterrein passeerde. Ik maakte kilometers.


Oradea

Uiteindelijk kwam ik in Oradea (Nagyvarǎd) een middelgrote stad met 180.000 inwoners, op 12km van de grens met Hongarijë. Een rivier door de stad -de Crişul Repedegeeft altijd mooie plaatjes aan bruggen, kades en gebouwen. De stad bekoorde al meteen, ondanks de vele bouw- en renovatiewerkzaamheden. Ik heb het dan altijd over het centrum, want buitenwijken zijn vaak vreselijk lelijk. Het Unionplein is het kloppende hart van de stad. De passage Vulturul Negru is er voor het winkelen. Er staan nog fin-de-siècle gebouwen. En er is een roemeense en hongaarse universiteit. Universiteitssteden zijn altijd levendig.

In de buurt de goudgele Maria Hemelvaart-kathedraal waar ook alles binnen van goud lijkt. En er naast het bisschoppelijke paleis. Ik beklom sinds lang weer eens een toren, van het stadhuis de Primăra, dat voor €1,50 uitzicht over de stad bood. Verder: het stadstheater in klassieke stijl.


Oradea ~ gebouw in Seccessionstijl

In het Blisscafé verwende ik mezelf met koffie en taartjes. Nog voor onwerkelijke prijzen. Daarna koerste ik met de escotheo naar het zwemparadijs Nymphaea, waar ik me voor €6,- ook liet masseren. Ik bracht er de verdere uren door. 

Mijn nachtverblijf was op deze lokatie. Ik las in De Diepte van de Bosporus van Peter Edel over geschiedenis en actuele zaken mbt Turkijë, dat ik nog op een camping met landgenoten geruild had. En natuurlijk keek ik naar WK-voetbal. 

maandag 18 juni 2018

Dag 231 Cluj/Gilau

Met lichte regenbuien en temperatuur van 20⁰C heb ik het sfeervolle Sighişoara omstreeks 9 uur verlaten. Over de E60 camperde ik in noordelijke richting 55km naar Târgu Mureş, een stad van 130.000 inwoners in het heuvelachtige Transsylvanië. Het is een universiteitenstad. De stad heeft ook een duitse en hongaarse naam. In 1990 was er nog een bloedige confrontatie tussen roemenen en hongaren. 


Ik reed de stad over brede wegen binnen - parkeerde voor een uurtje-en zag enige grote gebouwen (kerken, bank, stadhuis, cultuurpaleis, hotel Plaza) die ik monumentaal vond. Vooral de torentjes in Roemenië zijn byzonder. En ook weer vielen de nodige standbeelden op, allen van heroische mannen. Er zijn ook nog delen van een gerenoveerd fort. Ik beklom de Rakoczi-trap. En bezocht de grote orthodoxe kerk met werkelijk schitterende muurschilderingen. Geen plekje was onbeschilderd gelaten. 

interieur van de kathedraal

De stad heeft een dierentuin en een zwembadcomplex, maar daar was het geen weer voor. In het Plaza Society Hotel dronk ik koffie, at een croissant en las in buitenlandse kranten. 

Tegen het middaguur verliet ik de stad en reed over de E60 door vlak land via Turda aan de Aries, naar Cluj-Napoca dat tussen heuvels ingeklemd ligt. Het is opnieuw een middelgrote stad, -het hart van de regio- waar veel bomen staan.  Mij vielen de brede wegen en grote pleinen op. Ik kon mijn voertuig goed kwijt bij de botanische tuin. De rivier de Someşul doorsnijdt de stad. 

Ook deze stad heeft etnisch, religieus, politiek een gemengde bevolking. Er zijn voortdurend spanningen. De gezamenlijke trots is het prachtige voetbalstadion. 

Cluj ~ Banffypaleis

Ik wandelde door de Iuliu Maniu-straat, zag weer grote gebouwen (rechtbank, gemeentehuis, lyceum, postkantoor), nam een kijkje in de Michielskerk en Lucian Blaga-theater, bezichtigde de entree van het Banffy-paleis en bracht de meeste uren door in de universiteitsbibliotheek

In de miezerregen liep ik terug en reed door naar het plaatsje Gilau waar mijn voormalige woonplaats een stedenband mee had, voordat het overging naar Reghin. Ik was gemeenteraadslid en heb de ontvangst van delegaties nog meegemaakt. Ik parkeerde bij de Profi-markt. Geen geweldige lokatie, maar veilig. De plaats is een agrarisch centrum met het Banffy-kasteel als trekpleister. In de buurt is een groot meer, dat verder overgaat in de Someşul. That's all.

zondag 17 juni 2018

Dag 230 Sighisoara

Het was verleidelijk om naar het bergland van de Moldoveanu (2544m) te gaan en er een dag door te brengen, maar het werd over de E60 richting Sighişoara.

ë
Transsylvanië

Op deze zondagmorgen reed ik onder een bewolkte hemel door het landschap van Transsylvanië, een oud vorstendom -ook bekend als Zevenbergen- met een rijke geschiedenis. De protestantse hongaren waren er lang dominant, later de katholieke Habsburgers. Het is een regio van kastelen, houten huizen, bergen en valleien, watervallen. 

Ik reed over een bijna verlaten, tamelijk rechte weg de 120km naar Sighişoara (in hongaars: Segesvár) aan de Tarnava-rivier. Nog voor het middaguur arriveerde ik in dit prachtige stadje van 32.000 inwoners, waar nog altijd een hongaarse minderheid woont. Een stadje dat doet denken aan Kuifje's De scepter van Ottokar. En waarschijnlijk ook van Dracula. Ik kon de escotheo goed kwijt bij het Hiltonhotel.

Sighişoara

Ik was meteen gecharmeerd van het vestingstadje, dat een middeleeuws deel heeft en een benedendeel uit latere eeuwen. De kronkelige, hellende straten, geplaveid met keien; de kleurige huizen en oude gebouwen (patriciërshuizen, stadhuis); de stadswallen met de torens. Ik ging de Bergkirche (ja, duits) binnen dat een crypte heeft en altaren bezit; de lutherse barokke Stadtpfarrkirche met mooie schilderijen, de byzantijnse Heilige Drievuldigheidskerk. Ik werd geleid naar de begraafplaats met de adellijke graven. 

Ik lunchte er in het sfeervolste restaurant, want buiten was het niet veel meer dan 20⁰C. Sinds twee maanden (Perugia) niet meer meegemaakt! Ik nam kranten en tijdschriften door. En daarna wandelde ik door het stadje, dat inmiddels bevolkt werd door toeristen. Ik zocht een cafe om naar de WK-voetbalwedstrijden te kijken. Roemenië is er niet bij. Ook in de escotheo keek ik naar Duitsland-Mexico 0-1 !!. Het was een aparte dag op deze Balkantoer.

zaterdag 16 juni 2018

Dag 229 Brasov

Het was de hitte die mij uit hoofdstad Boekarest verdreef, anders was ik nog wel een dag gebleven. Over de A3 reed ik 56km noordelijk naar Ploieṣti, dat aan de voet van de zuidelijke Karpaten ligt. 

Ploieṣti

Een industriestad van 225.000 inwoners met olieraffinaderijen. De stad werd in 1940 getroffen door een aardbeving en in de 2e WO enige keren gebombardeerd. Ik parkeerde voor koffie en een korte wandeling bij het park Tineretului. De stad vond ik ruimtelijk met fraaie groenvoorzieningen. Ik nam een kijkje in de kerk Sfintii Imperǎți. Bij de kerk voor St.Anthony, dat een prachtig interieur heeft, dronk ik bij 27⁰C op een terras roemeense cappucino. De stad telt nogal wat musea. 

Tegen het middaguur verliet ik de stad. Ik reed over de N72 westelijk naar Târgovişte en kwam uit bij het Turnul Chindlei, een historisch complex dat de moeite van het bezichtigen waard was. In het Parcul Mitropoliel betrad ik weer een mooie kerk. De religie is weer terug in het voormalig communistische Roemenië. De bevolking vind ik doorgaans knap en vriendelijk; er zijn wel veel dikke mensen. Bij resto Ursus gebruikte ik de lunch.


Sinaia ~ Castelul Peleş

In de middag kwam ik in Sinaia, dat werkelijk prachtig gelegen is aan de voet van het Bucegi-gebergte. Het kasteel is sprookjesachtig. De tuin met perken en beelden een heerlijk wandeloord. In de plaats dat een bergsportoord is nogal wat hotels en vaak met vakwerkgevels. 

Met eindstation van deze dag was de grote stad Braşov in Transsylvanië, ook aan de voet van de zuidelijke Karpaten. Een mooi gelegen stad met huizen met rode daken en gelige gevels. 


Brasov ~ Piata Sfatalui

Via de E60 kwam ik de stad binnen bij het pretpark. Er volgde een kilometerslange weg en parkeerde ik op de lokatie Aulâ. Aan het einde van de middag bezocht ik nog de monumentale gotische Zwarte Kerk, die de naam kreeg na een grote brand in 1689. Opmerkelijk in het gebouw waren de turkse tapijten. Gezellig was het op het Piata Sfatalui met het 15e eeuwse raadhuis. Maar het ging ineens regenen...na 44 dagen (Albanië). 

Bij het Parcal Sportiv was een camperplaats, waar ongeveer 15 campers stonden, waarvan 3 nederlandse. Maar iedereen bleef binnen, vanwege de regen. 

vrijdag 15 juni 2018

Dag 228 Boekarest

Mijn vrouw was in de 70-er jaren voor een vakantie aan de roemeense kust van de Zwarte Zee. Ze vond het er vreselijk. Weet ook niet meer waar ze was. Ik was in Mamaia Beach en dat beviel goed. Het is wel oost-europees toerisme. 

Ik vertrok voor de langste dagtocht sinds Lugo-Leon op dag-15. Naar het westen zou ik over de E81 de 230km afleggen naar hoofdstad Boekarest/Bucharest. De eerste stop was in Medgidia, dat een brug heeft over een zijtak van de Donau. Bij Cernavoda ging ik de hoofdtak van deze rivier over. 


Boekarest ~ Ceaucescu Paleis

Ik reed over de Strada Soarelul door licht-glooiend landschap met agrarische percelen. Niet erg boeiend. De weg was erg druk en door het verkeersgedrag gevaarlijk. De plaatsen die ik passeerde of helaas door moest komen, waren meest agrarische centra. Ik hield een pauze in het onaanzienlijke Dragalina op een kruispunt van autowegen. 

Na Nicolae Balcescu ging ik merken de agglomeratie Boekarest te naderen. Het ging door een vlak, waterrijk gebied. Bij het tankstation OMV tankte ik weer eens gas. Gelukkig is dat steeds (tijdig) gelukt. De temperatuur was ca 31⁰C. 

Op een parkeerplaats aan de rivier bij Plumbuita gebruikte ik in de escotheo de lunch. Bij Cernica was een stuwmeer. Daarna reed ik de vreselijke buitenwijken van de stad in en parkeerde bij Hypermarkt Auchan.

Boekarest is geen oude stad -dateert uit 15e eeuw- was eens Klein Parijs, maar door aardbeving van 1977 en de verwoestingen onder Ceaucescu is er veel verloren gegaan. 


Cismigiupark

Het stadsplan is tamelijk rond. Er is wel hoogteverschil. Ik kwam in het centrum bij het Universiteitsplein. De stad ligt aan beide oevers van de Grivita, een rivier die uiteindelijk in de Donau stroomt. Er liggen diverse meren in het noorden van de stad, waar goede recreatieve mogelijkheden zijn. In het midden van de stad kwam ik bij het Cismigiumeer en het gelijknamige park. Daar was het in de middaguren heerlijk toeven. 

De stad heeft meer parken, tuinen -de schitterende botanische- en plantsoenen. Eigenlijk zijn de groenvoorzieningen fraaier dan de gebouwen. Er zijn ook veel open ruimtes en brede straten, die de sfeer niet bevorderen. Ik eindigde de dag bij het immense parlementsgebouw, vroeger het paleis van Ceaucescu. 

Ik keerde terug naar het Auchanterrein en ging op camping Alba staan in sector 2. De waarderingscijfers waren rond de 7. Ik zag het al gauw dat ik er niet langer dan een nacht zou willen blijven. Er stond een zeer gemêleerd publiek. Ik koos voor de veiligheid een plek dicht bij landgenoten. En kwam opnieuw Gregor & Andrea tegen. Ze waren afstandelijker. Op de warme avond bleef ik op de camping.

donderdag 14 juni 2018

Dag 227 Constanta

Het blijft maar mooi, aangenaam zomerweer. Al weken. Ik verlang eigenlijk wel naar een regendag. Ik sprak voor het vertrek nog even met Gregor & Andrea; zij gaan ook naar Roemenië. Het wordt mijn 13e land... Op deze morgen was ik nog in Bulgarijë, in de zuidelijke Dobroedzja, een streek die lang bij het Ottomaanse Rijk behoorde, maar altijd wel betwist was. Er hebben ingrijpende, gedwongen volksverhuizingen plaatsgevonden.

Dobroedzja, zuidelijk (geel), noordelijk (oranje)

Ik volgde de E87 door een heuvelachtig, agrarisch gebied en passeerde over lange, rechte wegen de kustplaatsen aan de Zwarte Zee, zoals Baltsjik (paleis en botanische tuin), Kavarna, Hadzhi (met een afschuwelijk communistisch monument), Shabla (waar ik aan een meer een pauze inlaste), Durankulak. Alle plaatsen weinig interessant, vaak ook nog armoedig, wel met vakantie-accommodaties aan de kust.

Bij de grens had ik niet eens zo'n lange contrôle. De eerste plaats aan de N39 was Vama Veche, waar het 24⁰C was toen ik er even halt hield om in de escotheo de lunch te gebruiken. Ik kon hier gelukkig weer het latijnse schrift lezen. Een badplaats met nog eenvoudige voorzieningen.

Ik reed door de enorme 2 Mai-scheepswerf over de rivier naar Mangalia, een havenplaats, daterend uit de griekse kolonisatie onder de naam Callatis. In de middag vervolgde ik noordelijk door toeristische urbanisaties als Plaja Saturn, Neptun, Olimp, langs Constinesti. Allen in de top-10 van de stranden. 

Boeiender was Eforie dat ingeklemd ligt op een landtong tussen een groot meer en de zee. Er was een zomerfestival gaande, zodat het lang duurde voor ik door de plaats heen was. 

Constanta ~ Casino

Na 152 dagkilometers bereikte ik Constanta, een grote stad, de grootste havenstad ook met alle lelijkheid van dien. Het is de partnerstad van Rotterdam. Dat zegt al genoeg. De tennisspeelster Simona Halep komt er vandaan, hetgeen in het straatbeeld te merken was. Bij het waterpark Mamaia kon ik op een camperplek de escotheo neerzetten.

In de late middag bezocht ik de stad, die toch ook wel enige opmerkelijke gebouwen heeft, zeker de Paul & Peter-kathedraal, het Casino en opgravingen van Tomis. En op veel plaatsen fraaie fonteinen!

De roemenen vond ik knapper en vriendelijker dan de sombere bulgaren. Aan het strand lagen beauties. Toch had ik nog tijd voor een verkoeling in de Zwarte Zee. De avond bracht ik door bij de escotheo, die nogal wat bekijks had. Ik heb Mythos uitgelezen. 

woensdag 13 juni 2018

Dag 226 Varna

Na overdenking besloot ik om niet met de duitse camperaars  Gregor & Andrea mee te reizen. Ik zag er het nut niet van in en onderweg voortdurend op elkaar letten is hinderlijk. Zij gingen ook naar Varna, dus we zouden elkaar kunnen zien.

Enroute kwam ik in Sozopol, een leuk museumstadje en vissershaven. Het plaatsje is mooi gelegen, idyllisch en authentiek. Aan het strand en de boulevard was het een plezierige koffiepauze. 

Nog boeiender is Nesebar, dat vanwege het strand ook toeristischer is. Het ligt op een schiereiland en via een smalle route kwam ik er. Het heeft een aantal byzantijnse kerkjes en op het pleintje waarbij ik stopte werden aquarellen verkocht. In het stadje oude huizen met schattige balkonnetjes. Ik gebruikte er voor een habbekrats de lunch. Dat kan daar nog.

Uiteindelijk kwam ik na 145km in de kust- en havenplaats Varna terecht. Ik zette de camperbus op een eenvoudige camping en ging fietsend en wandelend de stad in. In het centrum nog romeinse thermen. In de stad moest ik wel het cyrillische schrift ontcijferen, want in het latijns/engels staat er vrijwel niets.

stadspark varna bulgarije
Het stadspark van Varna

Door het stadspark met wuivende palmen wandelde ik richting boulevard en strand. In het park zijn verschillende toeristische attracties, o.a een dolfinarium en een dierentuin. Helaas laat de behuizing van de dieren nogal te wensen over. Ik haat dierentuinen. 

Langs het strand liggen resorts. Het strand is ruim drie kilometer lang en daarmee is het Goudstrand bij Varna net wat intiemer dan Sunny Beach bij Burgas 

Op de camping kwam ik na verwachting Gregor & Andrea weer tegen en we wisselden onze dagervaringen uit. Ik nodigde hen uit voor een glas wijn. Uit de persoonlijke feiten maakte ik op dat het een artsenechtpaar is, dat een halfjaarreis maakt door Oost-Europa. Ze zijn cultureel onderlegd en geinteresseerd. Van alle ervaringen waren ze erg enthousiast over de baltische staten. Die ga ik dan ook bezoeken. 

Van de volkeren vonden ze de meeste oost-europeanen vreselijk: onbehouwen, drankzuchtig, lui, onvriendelijk. De rest van de avond besteedde ik aan internetten, bloggen en lezen in Mythos, dat ik uit kreeg. Ik heb nog een paar boeken niet gelezen. Op de camping staan landgenoten die ik ga vragen om boeken te ruilen.

dinsdag 12 juni 2018

Dag 225 Burgas

Het was de goede tijd van het jaar om de Rozenvallei te bezoeken: de eerste weken van juni. Over de E773 kwam ik in de regio. De verbouw van rozen begon zo’n 300 jaar geleden toen handelaren de rozen meebrachten uit Noord-Turkije. Van de Damascusroos wordt rozenolie gemaakt.Rozenolie wordt in hoofdzaak gebruikt in de parfumindustrie waar ze niet alleen puur verder wordt verwerkt, maar ook dient als toevoeging voor andere geuren. De geur van zuivere rozenolie is zeer sterk.


 

Ik bracht een bezoek aan de plaatsen Karlovo en Kazanlak, die geheel in het teken van de roos waren en zich in folklore-ambiance voorbereidden op de festivals. Die zijn zaterdag en dan heb ik Bulgarijë al weer verlaten. Ik keek rond in de rozentuin. De kleuren vielen ietwat tegen, de geuren waren heerlijk.

Via Sliven, dat een paar statige gebouwen had, Karnobat en Aitos reed ik over de E773 door naar de kust, naar Burgas. Van 31⁰C ging ik naar een draaglijker 26⁰C. Burgas is een grote stad met 200.000 inwoners, fraai gelegen aan een meer en een baai van de Zwarte Zee

Ik kwam op de camping Kraymorie. En fietste vrij snel naar de stad. Ik trof het want er was een prachtige lokatie van zandsculpturen, zoals ik nog nooit gezien heb. Het is een stad van tegenstellingen: een mooi aangelegd park en oude gebouwen, daarnaast grauwe woonwijken. Wel nog lokaties die communistisch zijn, zoals het lelijke Oorlogsmonument.


kerk burgas zee bulgarije
Burgas ~ hoofdkerk

Sunnybeach is de meest populaire badplaats van Bulgarije. Het strand is acht kilometer lang. Langs het strand en de ruime boulevard waren de horecagelegenheden en appartementen. Ik ben er in de vroege avond gaan wandelen met Flowerstreet als centrum. 

Mijn indruk van de bulgaren is niet erg positief. Ik vind het een somber, wantrouwend volk, dat ook niet erg dienstbaar is voor toeristen, buitenlanders. Maar de camping was internationaal. Ik trek door mijn escotheo altijd wel kijkers en praters.

Dit keer een duits echtpaar Gregor en Andrea uit Emmerich, die zich ook in het nederlands verstaanbaar konden maken. Voor het eerst na 14 dagen weer eens direct contact. Ik werd uitgenodigd en dronk sterke bulgaarse wijn. Ze wilden graag met mijn gezelschap verder reizen door Roemenië, Hongarijë en Oostenrijk. Ik sprak af er een nachtje over te willen slapen...

maandag 11 juni 2018

Dag 224 Stara Zagora

Een goede camping is een genot en ik had er wel willen blijven, maar er valt nog zoveel en zo ver te reizen. Ik vertrok tijdig bij 26⁰C en opnieuw zonnig. De eerste halte was Lalapaşa voor dat ik de bulgaarse grens naderde. Ik kon er nog mijn gastank goed vullen. Altijd spannend en voorspoed bij contrŏles is er nog niet geweest. Argwanende blikken. Ook dit keer. Alsof ik met spionagemateriaal aan kwam zetten. Ik liet een kaartje met tekst zien van de route die ik gevolgd had en waar ik in Bulgarijë heen wilde. Toen kon ik door. 


De eerste plaats was Malko Kinlovo aan de N7, een behoorlijke, maar drukke weg. Langs de route afschuwelijke bebouwing en rotzooi. Het landschap was tamelijk vlak met agrarische percelen. Na Knyazhevo reed ik langs een bos. En na Elhovo koos ik voor de noordelijke route via Malomir en Jambol naar Zagora. In Jambol aan de rivier de Toendzja had ik een lunchstop. 

Na 145km reed ik Stara Zagora binnen. Na alle ellende-plaatsen onderweg een verademing. Ik kwam bij een Memorial 1877 en kon daar mijn camperbusje neerzetten. De stad bezit enige interessante musea, o.a. van opgravingen uit de neolitische tijd, een reiligieus museum met mozaiekvloeren, maar ik bezocht de bierbrouwerij die beroemd is. Ik bezocht ze alle drie, omdat ik ook dit land wil leren kennen.

Stadion Zagora

Het is een groene stad met brede straten, vaak overdekt door bomen, en met fonteinen en sculpturen. Het moet niet zo lang geleden aangelegd zijn. Ik bracht er relaxed de middag verder door. Op zoek naar een camping kwam ik in een moderne buitenwijk en bij een sportcomplex, waar ik avond en nacht doorbracht.

zondag 10 juni 2018

Dag 223 Edirne

De laatste dag in Griekenland waar ik 35 dagen ben geweest en 3150km heb afgelegd. En alle dagen zonnig en droog weer met temperaturen tussen de 25-32⁰C. Vanmorgenvroeg was het al warm. 

Evros-landschap

Ik ben vroeg weggereden over de E90 door de regio Evros, langs de grieks-turkse grens en door of langs plaatsen als Peplos, Filakto, Likofos, Kornofolia, Soufli, agrarische dorpen, beboste heuvels, niet ver van de grensrivier de Maritsa. Op een pleintje in Amori bij de zoveelste byzantijnse kerk zette ik de escotheo onder veel bekijks neer. 

Verder over de E85, een redelijke tweebaansweg waar wel overal scheuren in zaten. Ik stopte voor langere tijd bij het Kastro/Kasteel Didimotichou. Na het middaguur kwam ik in Orestiada, een plaats met een rechthoekige stratenplan, dus waarschijnlijk nog niet zo oud. Op een groot plein was van alles te doen.

Na Sakkos en Kavyli kwam ik bij Kastanies aan de Maritsa om half twee bij de grenspost. Eerst kocht ik nog wat in de belastingvrije winkel. Natuurlijk werd mijn escotheo grondig bekeken. Ik had een brief via google vertaald dat ik bezig was aan een soloreis door Europa. Na ruim een half uur kon ik doorrijden, het elfde land binnen. Na 17800 km.

Edirne

Ik arriveerde na 190 dagkilometers in Edirne, aan de rivier en in het vroegere Thracië.  Ik was van plan om de komende tijd alleen op campings te gaan staan en in Edirne was dat Camping Belediyesi, die prima faciliteiten en een zwembad had, waar ik vrij snel in terechtkwam. 

Pas tegen de avond ging ik de stad in. Echt turks en islamitisch met een aantal prachtige moskeeën. En veel propaganda voor Erdogan, want er naderen verkiezingen. Veel militairen en politie in het straatbeeld. Ik voelde me bekeken en niet op m'n gemak. Morgen verder naar Bulgarije.