woensdag 31 oktober 2018

Thuiskomst

Een soloreis die in hoge mate een werkelijkheidsbenadering had. Er waren b.v. 53 dagen van ontmoetingen, maar dan ook 312 dagen solo. 

Ik kwam om 15 uur aan in mijn woonplaats, niet bij mijn appartement, want ik moest naar restaurant Dengh, waar een ontvangstcomité mij opwachtte. De begroetingen waren heel aardig en ook wel emotioneel. Het was toch heel byzonder dat mijn familie en vrienden me een jaar lang mijn passie hebben "toegestaan". 

En Ad & Tiny waar ik zulke leuke dagen in Calig/Spanje beleefde, waren er ook. Studente Charly uit Edinburgh had een grote kaart gestuurd. Bijna iedereen had wel mijn blog gelezen en mijn reis kunnen volgen, vaak met de kaart erbij. Enige keren heb ik via Skype en Face Time directe contacten gehad. 

Ik werd op een podium gezet en moest vragen uit het zaaltje beantwoorden. Een aantal heb ik gisteren al in mijn blog verwerkt. Wat ik hier nog als antwoorden wil weergeven zijn:

* Heb je aan die 26 landen een voorkeur overgehouden?

Lofoten

Niet echt. Soms dacht ik: dit is het! Maar dan was ik elders anders en dan vond ik het daar ook weer erg mooi. Spanje, Italië, Griekenland hebben de grootste culturele schatten. Ik heb vele kathedralen, kerken, abdijen, burchten, kastelen, forten gezien. Croatia heeft een mooie kust. De Balkan-landen Turkije, Bulgarije, Roemenië boeiden het minst, ook Slowakije en Polen waren niet erg interessant. In de Baltische Staten zijn nog grote natuurgebieden. De rust en natuurschoon in Finland-Zweden-Noorwegen zijn heerlijk. Ik denk dat ik de Lofoten wel het mooiste vond. En ben blij in Schotland en Ierland geweest te zijn. Opvallend hoeveel mooie stranden daar de kusten hebben. Nooit gedacht. In Luxemburg, Oostenrijk, Zwitserland, Denemarken ben ik niet geweest, maar ken ik wel uit eerdere vakanties tamelijk goed.


Favoriete lokatie

* Zou je ergens kunnen wonen?

Nou, Nederland is wel heel welvarend en goed om te wonen, in vergelijking met bijna alle andere landen. Omdat het weer voor mij wel een punt is, denk ik: Portugal. Of in Umbrië (Italia). Met beter weer en kortere winter zouden het ook Ierland of Zweden kunnen zijn. 

Van de bezochte grote steden vond ik Sevilla top. En waren de baltische hoofdsteden (Kaunas, Talinn, Riga) en vooral Edinburgh aangename verrassingen. De kleine steden (Orvieto, Viterbo) in Italia zijn verrukkelijk, vanwege de sfeer, de terrasjes, het avondleven. 


Escotheo

* Heb je wel eens heimwee gehad, of je eenzaam gevoeld?

Er zijn dagen, eigenlijk meer momenten geweest dat ik terug wilde gaan. Vooral aan de Rivièra's waar het weer zwaar tegenviel. Eenzaam heb ik me nooit gevoeld, wel alleen, maar dat was de keuze en ik kon er heel goed tegen. Zo'n reis kun je het beste maar alleen maken. Je moet je eigen tempo en interesses kunnen volgen. 

Alleen met een voertuig als de escotheo had ik de reis kunnen voltooien. Goed bestuurbaar, doelmatig ingericht, van gemakken voorzien (satelliet, televisie, navigatie). Ik was er graag. Ook op deze middag werd ie door iedereen bewonderd.

We aten en dronken met elkaar. En op de vraag wat de volgende reis zou kunnen zijn, antwoordde ik: de Azoren. En dan is het wel genoeg!

dinsdag 30 oktober 2018

Terug in eigen land

De voorlaatste dag. Na half elf zette ik koers naar Nederland, 105 km naar Breda, waar ik Harry & Janneke weer zou ontmoeten. We hadden elkaar in Albanië 4 dagen (van 2-6 mei !!) gezelschap gehouden. En daarna via emails en blogs contacten onderhouden. Zij waren in augustus al weer teruggekeerd.

Tegen lunchtijd arriveerde ik bij hen in het appartement en werd hartelijk ontvangen. En meteen kwamen de eerste vakantieverhalen los. Na Griekenland waren ze met de veerboot naar Italië gevaren en zijn daarna geleidelijk huiswaarts gekeerd. 

De vakantievriend/escotheo

We gingen uitgebreid lunchen aan een prachtige tafel. En namen met de nodige chardonnays de tijd voor alle verhalen. Ik heb dus een soloreis van een jaar gemaakt en 35570km afgelegd, dat is niet ver onder de evenaar gemeten dus een rondje-Aarde. Behoudens een ongeluk in Spanje en een paar pogingen tot inbraak heb ik geen pech gehad. Ik tankte LPG (voor €0,75 gemiddeld), en op gas kookte en verwarmde ik ook. De gaskosten waren €3250,-. 

Van de 365 dagen heb ik op 20 dagen niet gereden, omdat ik in een grote stad verbleef. Ziek ben ik niet geweest, behoudens wat hoofdpijn en verkoudheden. OP de 135e dag was ik te ziek om te reizen. De langste afstanden legde ik af in Finland en Noorwegen (ca 240km op een dag) en dan in Duitsland de route van Ludwigslust naar Duren (510km) en de volgende dag naar Calais (378km). Ik vertrok meestal na de ochtendspits, had altijd wel tussenstops en arriveerde op de geplande dagbestemming. 


Maaltijden

Mijn opzet was een low-budgetreis, dus als het enigszins kon kampeerde ik "in het wild/illegaal" in een betere woonwijk, maar ik zocht ook 62 keer een camping op uit veiligheid of om van de faciliteiten (douchen, wasmachine, watertanken, schoonmaken) gebruik te maken. 61 keer kwam ik op een camperlokatie terecht. Kosteloos en beperkt in voorzieningen. Aan campinggeld was ik €1160,- kwijt. Ik heb 7 keer van veerdiensten gebruik moeten maken en die waren naar verhouding het duurste: €890,- 

Het meeste geld heb ik besteed aan entrees van musea en attracties: bijna €1000,- En het dagelijkse eten. Niet eens zoveel in restaurants, want daar solo zitten is niet leuk, dus vaak in de escotheo het ontbijt en de avondmaaltijd. Maar dat zijn kosten die je in Nederland ook maakt.  Heb ik in het totaal niet meegeteld! Wel gebruikte ik vaak koffie met een lekkernij op een terras en dat was naar schatting wel €1700,- De soloreis heeft dus ongeveer €9000,- gekost, gemiddeld per dag €25,- 

Het weer was me over het algemeen gunstig gezind, al heb ik alle weersomstandigheden meegemaakt. Ik telde 18 regendagen en opvallend enige keren in grote steden: Malaga, Valencia, Menton, Durham, Belfast. De slechtste dag (122e) was in La Spezia. 

De reis begon in november-2017 en voor een winterperiode trof ik het. Het was overwegend zonnig en pas in Granada was het maar 7⁰C. Op dag 83 in januari kwam het kwik voor het eerst boven de 20⁰C. Daarna was het lange tijd heel matig: van Barcelona, de Franse en Italiaanse Rivièra tot pas op de 151e dag in Zuid-Italië dat het lente-achtig werd.


Weer aan de Middellandse Zee

Van Trasimeno tot Zakopane, zeker in Griekenland had ik vele weken prachtig weer. Na een inzinking was het ook zomers in de Baltische Staten en heel lang nog in Finland. Daarna werd het een stuk kouder in Scandinavië met nog een topdag in Stockholm. Schotland en Ierland, bekend om de vele neerslag, vielen nog wel mee. En terug op het continent is het herfstachtig.

Met Harry & Janneke maakte ik een wandeling door Breda en op mijn kosten aten we bij een grieks restaurant. Ik kon bij hen slapen en de avond vulden we met persoonlijke uitwisselingen. Ik denk dat we vrienden geworden zijn...en dat op deze leeftijd.

maandag 29 oktober 2018

Nog 1 dag (364 Brussel)

Terug op het continent. Ik reed over de A16 langs de frans-vlaamse kust naar Duinkerken. In 1974 was het een etappeplaats op de fietstocht met een vriendin naar Bretagne. In 1995 bracht het gezin met twee puberkinderen (16j en 13j) de herfstvakantie door op een bungalowpark. Beide keren was het slecht weer. Nu was het kil, bewolkt en winderig bij 7⁰C.

Ik reed door het landschap, dat in beide wereldoorlogen een slagveld is geweest met honderdduizenden doden, die omkwamen in de vette klei, in loopgraven, in dorpen en steden. De IJzer-rivier is berucht. Veurne was ik ook al eens geweest. Mooie middeleeuwse gebouwen. Ze zullen menigkeer gerestaureerd zijn. 

De N35 leidde mij langs Roeselare, Waregem, Oudenaarde, Gerardsbergen, Ninove over trajecten van wielerrondes. Ik had een racefiets bij me, maar kon de verleiding weerstaan om de Muur op te fietsen, waarschijnlijk op te wandelen. 

Brussel ~ Grote Markt

Ik wilde wel weer eens een keer naar Brussel. Vele jaren geleden (2008) was ik er voor het laatst geweest. We hebben eens bij Grimbergen gekampeerd en vandaar naar de hoofdstad gefietst. Nu parkeerde ik dichterbij en rond het middaguur begon ik aan de stadstour.

Brussel is een wereldstad, hoofdstad van België, van de Europese Unie en het zou die van een Verenigd Europa kunnen zijn. Een stad met bouwkundige allure, met een veelzijdige horeca en winkelaanbod, maar ook met een ambtenarensfeer. Zakelijk, niet zo charmant als Parijs kan zijn. En wat opvalt: de slechte straten en vervallen huizen. Dat zie je in NL toch niet.

De middag bracht ik hoofdzakelijk binnen door, in boekhandels, warenhuizen en het Museum voor Schone Kunsten. En de Grote Markt, een van de mooiste pleinen die ik gezien heb. Een culturele apotheose van een soloreis van een jaar. 

Ik keerde terug bij de escotheo. Morgen ga ik nog naar personen in Breda die ik op de soloreis ontmoet heb. De evaluatie met hen zal ik ook met de lezers delen en dan ga ik woensdag naar huis...

zondag 28 oktober 2018

Nog 2 dagen (363 continent)

Na 41 dagen en 4500km reizen heb ik de Britse Eilanden, inclusief Ierland verlaten. Ik ben blij er geweest te zijn. Zoveel interessants en moois. Is het Europa? Ja, het heeft de christelijke en westerse cultuur grotendeels behouden en je wordt er in elke plaats en streek aan herinnerd. Alleen de grote steden zijn multi-etnisch. De globalisering is er volkomen aanwezig. Het eigene zijn nog het links-rijden, de taal, de munt en de pubs.

Ik had de veerdienst naar het vasteland besproken, maar nog alle tijd om zondaguren in badplaats Brighton door te brengen. Het Royal Pavillion uit 1811 van John Nash is de bouwkundige trekpleister.Je denkt in India te zijn.

Brighton ~ Royal Pavillion

In de stad veel grote hotels en horeca-gelegenheden. Er zijn parken,  musea en antiekwinkeltjes en nog schilderachtige straatjes in victoriaanse stijl. 

Op tijd reed ik verder voorbij een golfterrein en stadion naar de A27 door een aardig landschap naar de kust, naar Eastbourne, ook een badplaats met mooi aangelegde parken, waar ik enige tijd doorbracht. Het was fris en winderig en ik verlangde naar het comfort van thuis.

In Folkestone kun je door de tunnel rijden voor minimaal €189,- maar ik koos voor de ferry vanuit Dover voor nog geen €50,- met DFDS. Ik had de tijd goed gepland: om 16.45 uur. Met op- en afrijden was ik drie uur kwijt. Aan boord was het onaangenaam druk. Ik las in kranten en at en dronk wat. In conversatie had ik al helemaal geen zin. Veerdiensten zijn een must...meer niet.

Weer voet ofwel vier wielen in Europa. Het oude Europa met haar vele problemen. De streek rond Calais wemelt van de vluchtelingen. Over de D940 kwam ik in het donker bij tienen in het franse Grevelingen, waar ooit een zeeslag plaatsvond. In een goede buitenwijk ging ik op een parkeerplaats staan. Ik keek naar herhalingen van ere-divisievoetbal. 

zaterdag 27 oktober 2018

Nog 3 dagen (362 Chichester)

Deze dag moest een hoogtepunt worden in het bekijken en bezoeken van de mooiste kathedralen van Engeland. Ik vertrok tijdig op deze kille, maar droge zaterdagochtend.

Eerst naar Stonehenge, de geweldige hangende stenen in een vlak landschap, die al duizenden jaren er staan, al zijn ze ook verplaatst. Ik ken fotoseries bij zonsopgang- en ondergang die prachtig mysterieus zijn. Ik was onder de indruk...

Stonehenge

De volgende etappe was Salisbury aan de Avon. De kathedraal uit de 13e eeuw is de stijlvolste van de Gothiek. Een toren van 123m, een wonderschone kruisgang, de buitenzijde schitterend bewerkt, een interieur dat alles overtreft. En dan de ligging: wat goed dat de omgeving vrij van bebouwing is gelaten! In de bibliotheek zag ik exemplaren van de Magna Charta. Beduusd verliet ik rond het middaguur de kathedraal. Je zou bijna weer gelovig worden...

Salisbury

In de hele regio staan monumentale kathedralen. Ik toog naar Winchester aan de Itchen, ooit de hoofdstad van de Saksen. Nog in de 13e eeuw was de  stad groter en belangrijker dan Londen. Door Cromwell is ze in verval gekomen. In de 11e eeuw is er aan de bouw van de kathedraal begonnen. De buitenzijde viel tegen, maar ze is wel 170m lang. Het interieur met de kapellen is prachtig. Het hoofdaltaar heb ik lang bewonderd.

Winchester

Wilde ik nog meer zien op deze dag? Ik had wel een rugbywedstrijd willen zien, maar de clubs in Bristol, Glouchester en Bath die hoog spelen was ik al gepasseerd. Ik koos voor Chichester aan de kust. Onderweg borden met verwijzingen naar romeinse ruines. Ook hier weer een grote kathedraal. Maar ik parkeerde de escotheo bij het Goodwood House, waar de laatste bezoekers vertrokken.

Ik kwam terecht in de pub The Old Cross waar ik voor het laatst genoot van de pubsfeer. Maar aangezien ik niemand kende, ging ik mijn trouwe reisgenoot verplaatsen naar Bagnor Regis aan de kust, dat uitgestorven was en ik bij een strandpaviljoen de avond en nacht doorbracht. Morgen naar de overkant, het continent.

vrijdag 26 oktober 2018

Nog 4 dagen (361 Bath)

Als Schotten al zou graag onafhankelijk willlen worden van Engeland, waarom dan Wales niet. In veel opzichten is het zo anders, zo eigen dan haar buurland

Ik reed over de A483 dwars door de stad Swansea met zicht op Plantasia, Castle, stak de Tawe over, zag de haven, het universiteitscomplex, de golfbanen, over de Neath River, het Medisch Centrum en dan in Port Talbot. Alles bebouwde kom. In zo'n stedelijk gebied rijd ik eigenlijk zelden. 

Verder over de autosnelweg tot ik bij McArthurGlen Designer outlet kwam. De eerste op de reis die ik ging bezoeken. Ik had zelden iets gekocht. Er was van alles. Wat opviel: nog nooit zoveel verschillend versierde donuts gezien...En een autootje geheel bekleed met graszoden. Het was weer eens iets anders. En ik kocht broek, trui en schoenen. 

Na 70km kwam ik in de agglomeratie Cardiff. Ik nam de zuidelijke rondweg, want ik wilde in elk geval het Millennium Center en Stadium zien. 

Millennium Center
Millennium Stadium

Kasteel en kathedraal sloeg ik eens over ten faveure van de moderne architectuur. De stad is rond de Olympische Spelen van 2012 behoorlijk opgeknapt, want verder is het een stad in grootte te vergelijken met Utrecht. 

Het oostelijker gelegen Newport met 140.000 is ook al een industriestad. Dus doorrijden, wel over de bezienswaardige Transporter Bridge over de Usk. Zeker de moeite waard was Caerleon waar een romeinse legerplaats is geweest.

Er was geen dag dat ik zoveel over snelwegen en door en bij drukke steden heb gereden. Over de brede Severn kwam ik in de omgeving van Bristol dat 440.000 inwoners telt en waar ik omheen moest. 

Tenslotte arriveerde ik in Bath, ook nog een plaats van 80.000 inwoners. Zoiets als het nieuwe Leidse Rijn bij Utrecht.

Bath ~ riverside

Een kennis had mij deze stad aanbevolen. Sinds de romeinen bekend om zijn heetwaterbronnen (49⁰C), altijd nog 40 graden warmer dan in de buitenlucht. Het was al ver in de middag dat ik door de romeinse baden liep met mozaieken, zuilen en andere pronkstukken. De Abbey Church was eindelijk eens iets anders als al die massieve natuurstenen gebouwen die ik al weken heb gezien. 

Het was al donker, maar ik dwaalde door de stad met werkelijk monumentale gebouwen, vaak in georgian crescent style, waar ik een liefhebber van geworden ben. Nog een keer ging ik in een restaurant eten, want solo dineren is niet leuk. De stad was, behoudens de horecagelegenheden, verder uitgestorven.

Abbey Church

Op een lege camperplek aan de Avon durfde ik wel te gaan staan. 

donderdag 25 oktober 2018

Nog 5 dagen (360 Swansea)

Na wat slechte dagen in W.Ierland tref ik het, zoals heel West-Europa, met het weer. 's Nachts is het wel koud en heb ik de gaskachel aan. Het werd vandaag bij overwegend zonnig weer 14⁰C. Aangenaam om te reizen. 

O ja, gisterenavond werd er sinds lange tijd op de escotheo geklopt door twee agenten. Ze ondervroegen me niet al te vriendelijk, maar ik kon me duidelijk maken en door mijn blogsite te laten zien hen overtuigen van mijn reis. Ik had natuurlijk naar een camping of camperlokatie moeten gaan, maar ze lieten het zo.



Ik reed in de ochtenduren door het Pembroke Coastpark. Een rotsige kust, nauwelijks bomen, natuurstenen huizen. En er waren geen mensen. Ik rijd op de smalle wegen nooit veel harder dan 80km per uur en wel geconcentreerd. 

Ik koerste op Milford Haven aan de gelijknamige sound. Het is een havenstadje met een leuk waterfront waar ik kon parkeren en gebruiken maken van de horeca. Het was ook leuk om enige winkeltjes binnen te gaan.

Maar voort ging de reis. En pas ver langs de sound was een brug, waardoor ik naar de overkant/zuidkant van Wales kon komen. Bij het beroemde Pembroke Castle stapte ik uit. Al vanuit mijn reisgids wist ik dat ik dit moest bezoeken. Het stadje bestaat uit huizen met witte gevels en grijze dakbekleding. Ik zie trouwens opvallend weinig zonnepanelen. Wel zijn er windmolens.

Pembroke Castle

Rond half drie reed ik verder oostwaarts. Het verkeer werd steeds drukker. En aan de landschappen besteedde ik niet veel aandacht meer. Tenby is een ommuurd kustplaatsje met lange -nu verlaten- zandstranden. En Carmarthen aan de Twyl is bekend uit de Arthur-verhalen. Ruines van burchten en abdijen reed ik voorbij. 

Uiteindelijk bereikte ik na Llanelli een rijdag van 115km Swansea, waar ik de escotheo bij het Ravenhill Park kon neerzetten. Het is een agglomeratie van 220.000 inwoners met een gespreide ligging aan de Tawe en een baai. Een industriestad en exporthaven. Het is zwaar gebombardeerd en heeft niet veel cultuur-historische byzonderheden. Ik ging de supermarkt Tesco binnen, at daar een snackmaaltijd en keerde terug. 

woensdag 24 oktober 2018

Nog 6 dagen (359 Wales)

Prachtige namen hebben de plaatsen in Wales. Er zijn er met meer dan 15 letters. Portmeirion is een klein schiereiland in een zeebocht en je denkt in Italie te zijn gezien de ligging en de bebouwing. Ik zou naar het Snowdonia Park kunnen gaan om er de hoogste berg van Engeland-Wales te zien met z'n 1085m, maar het was fris en bewolkt. 

Portmeirion

Hoeveel kastelen zal ik al wel niet op mijn reis gezien hebben? Ik schat een kleine driehonderd. Alleen Wales heeft er al 641! De Britse Eilanden staan er vol mee, zij het vaak in ruineuze staat. Maar Harlech mag er zijn: een vierhoekig bouwwerk met ronde torens. Het is als een bouwpakket!

Harlech Castle

In de kustdorpen die volgden zag ik voornamelijk oude kerkjes. Ik moest wel om het Afon Mawddoch rijden. Heerlijk die namen. Het lijkt wel geofictie. Ik kwam tegen lunchtijd in Dolgellau, dat in een prachtig landschap is gesitueerd. Een stadje met huizen in grijze natuursteen. Machynlleth heeft een victoriaanse klokketoren. 

Ik wilde verder. Langs weer een prachtig gelegen golfterrein naar de zeebadplaats Aberystwyth. Het is een cultureel centrum met de Library of Wales, dat meer dan een miljoen waardevolle manuscripten, kaarten en boeken bevat. Ik zie het wel via you tube. Maar de burcht zag ik natuurlijk wel. En ik stond stil voor de St.Paternus met daarbij een schitterend keltisch kruis.

Verder over de A487 langs de Bae Ceredigion. Zelfs kleine plaatsen hebben een universiteit, zoals Llanbedr. Ik bezocht de ruines (Strata Florida) van de beroemdste bedevaartsabdij van Wales. Op de foto zoals het ooit geweest moet zijn.

Strata Florida Abbey

Het was de omweg waard. Het einddoel van deze dag werd na het aardige Newport St.David's aan het einde van een schiereiland met het Ynes Dewi voor de kust. Het is de heilige stad van Wales, genoemd naar de nationale heilige. Ik parkeerde voor de kathedraal met haar machtige toren; ze was nog open en ik was verrukt over het interieur. 

Ik bleef daar met mijn escotheo staan. Dwaalde wat door de omgeving en vond mijn rustplaats, zij het niet mijn laatste....

dinsdag 23 oktober 2018

Nog 7 dagen (358 Wales)

Na 17 dagen heb ik Ierland verlaten. Ik was in afwachting van de veerdienst nog een paar uur in Dublin Bay. Vanaf Kaap Howt had ik een schitterend uitzicht op de baai. Verder. De beroemde Martello-toren staat op een kaap. In het museumpje zijn wat persoonlijke bezittingen  van James Joyce uitgestald. 

Irish Ferries

Om 10.40 uur voer ik met Irish Ferries gedurende een uur naar Holyhead. Je weet niet wat je meemaakt aan boord. Een ordinaire vreetpartij. De aankomst wat chaotisch. Ik landde in Wales op het eiland Holy Island dat met de Four Milebridge en het Stanley Embarkment verbonden is met het grote eiland Anglesey.

Het duurde lang voor ik van het eiland af was en in Bangor aankwam bij 13⁰C. Ik had niet het idee in een ander land terecht gekomen te zijn. Nog steeds die massieve, grijs-zwarte gebouwen uit lang geleden. Veel huizen en gebouwen hebben puntdaken en torentjes.

Ik reed 's middags over de A487, dicht bij de kust en het kon niet missen of ik passeerde golfterreinen. In Caernarfon zag ik een indrukwekkend en goed geconserveerd kasteel uit de 13e eeuw.


Caernarfon Castle

Ik kwam tot Portmadog en was gewoon moe, hoewel ik niet eens zoveel gereisd had. Bij het meer Aflon Glaslyn zette ik de escotheo neer. Ik las, blogde en keek naar Ajax - Benfica. En zag een euforische 1-0 zege.

maandag 22 oktober 2018

Nog 8 dagen (357 Dublin 2)

Dublin wilde ik ook op een werkdag meemaken. Ik richtte me in eerste verkenning op zuidoost-Dublin. Het was een zonnige dag met oplopende temperatuur tot 13⁰C, zoiets als in NL. Met de fiets door de stad is een waagstuk, maar ik kwam ongeschonden op het prachtige Merrion Square -eigenlijk een park- met de gebouwen in georgian-style. Opvallend in de stad zijn de vele standbeelden, plaquettes, schilden en originele gevel-elementen. Oscar Wilde poseert er op een grote kei. W.B. Yeats, Daniel O'Connor woonden er, de hertog van Wellington werd er geboren.

Dublin ~ Merrion Square

Het Natural National Museum in een stijlvol gebouw met natuurhistorische collecties sloeg ik over en bezichtig ik wel via you tube, en het National Museum was dicht, wat ik wel jammer vond. Gelukkig was de National Library wel open en kon ik in de prachtige Reading Room een tijd lezen in fraaie boekwerken en elders de vitrines bekijken. 

In Leinster House zetelen de beide kamers van het Parlement. Aan de voorzijde is het een elegant herenhuis, maar de achterzijde lijkt een buitenverblijf. Ik kwam tegen het middaguur weer buiten en fietste naar het beroemde Trinity College. Het is een enorm complex aan gebouwen in een parkachtige omgeving. Beroemdheden hebben er gestudeerd, maar de eerste katholieken mochten er pas in de 70's studeren.

Dublin ~ Trinity College

In alle drukte kon ik toch fraaie delen bezoeken, zoals de kapel, de eetzaal, de schitterende Old Library met het Book of Kells, de Examination Hall. Voor een land met maar 6 miljoen inwoners waan je je in de situering van een wereldrijk. Ik at en dronk al ver in de middag wat bij een kraam, want ik wilde nog veel zien.

Omstreeks 16 uur begon ik aan een deel van de Ulysses-tour naar het boek van James Joyce door de stad, te beginnen in de Palace Bar in Fleetstreet. De roman speelt op Bloomsday 16 juni 1904. Delen die ik al had bezocht sloeg ik over, maar ik kwam in Eccles-Street, langs St.George's Church en over Hardwick Place, bij het Rotonda Hospital en over Parnell Square. In de Winding Chair keek ik rond in de boekhandel. Bij de O'Connell-brug gooide Leopold Bloom brood naar de meeuwen. Ik kwam bij de Bank of Ireland en het standbeeld van Thomas More, waarna ik de tocht bij Trinity College beëindigde. 


James Joyce

Mijn bezoek aan Dublin is goed bevallen. Na de avondmaaltijd kwam ik in de pub O'Donoghue's waar de Dubliners hun carrière begonnen. Voor het echt donker werd, fietste ik terug naar de camping. Morgen begin ik aan de laatste van de 52 weken soloreis. 

zondag 21 oktober 2018

Nog 9 dagen (356 Dublin 1)

In alle vroegte vertrokken om tijdig in de St.Patrick's Cathedral te kunnen zijn.  Het is een anglicaanse kerk (geworden). Buiten was het bewolkt en 15⁰C. Ik moest €7,- entree betalen en kreeg een gids mee, want de kerk is/hangt vol met gedenktekens, grafmonumenten (Jonathan Swift, Douglas Hyde). De gebrandschilderde ramen vond ik het mooiste. Er is nog een anglicaanse kerk: Christ Church, die maar enige honderden meters verder staat. Een indrukwekkend gotisch gebouw. 

Dublin ~ St.Patrick's

Op deze dag zou ik nog heel wat kerken passeren, maar na de kathedraal werd mijn gang naar Dublin Castle, het symbool van de engelse overheersing. Ik ging er niet binnen, maar zag de fraaie entree, de twee hoektorens en de beeldhouwwerken aan de kapel.

De City Hall met zijn zuilen is prachtig. Ik wandelde in de drukte door smalle kasseienstraatjes naar Wood Quay bij de rivier de Liffey waar Dublin ontstond. Ik ging over een van de vele opvallende bruggen en kwam bij Smithfield waar een paarden- en ponymarkt was. Four Courts langs de rivier is ook weer zo'n monumentaal gebouw. 

Ik haalde een snelle lunch bij een McDonald's, omdat ik haast had. Langs het O'Connell-monument, het Custum House en het Abbey Theatre wandelde ik door de met bomen verrijkte O'Connell-street met grote gebouwen, het Gate Theatre en Parnell-standbeeld naar het James Joyce Centre, dat byzondere aandenkens aan de schrijver bevat. Morgen ga ik zijn Ulysses-route volgen.


Dublin ~ Temple Baromgeving

Dublin is een interessante stad, mooi en ook lelijk, wat eigen is aan grote steden. Ik vond in het algemeen de mensen eenvoudig gekleed en in het gedrag onverschillig. Het gebied rond de Temple Bar was het gezelligste met zijn kleurrijke gevels, getooid met schilden en vlaggen en veelheid aan bars. Daar bracht ik een tijdje door aan een Guinness-bier. En altijd zijn er muzikanten actief. 

In de parken, zoals St.Stephen's Green, zag ik het zondagleven van de Dubliners. Familie, kerk en pub/club zijn de hoekstenen. Drank en muziek zijn onmisbaar. Met de racefiets reed ik naar het Camac Valley Tourist Centre waar ik voor €29,- de verdere uren doorbracht. Als tourist 's avonds in een wereldstad doorbrengen lijkt me niet aantrekkelijk, tenzij je de stad erg goed kent. 

zaterdag 20 oktober 2018

Nog 10 dagen (355 Kildare)

Het afscheid van Maud & Sean was buitengewoon hartelijk. Zij hadden mij alle denkbare gastvrijheid geboden.

Het werd een fraaie dag met oplopende temperatuur tot 17 ⁰C. Ik reed over smalle, bochtige, gevaarlijke binnenwegen naar de Wiklow Mountains en was blij heelhuids in Glandalough uit te komen. Het ligt tussen beboste heuvels en heeft een historisch verleden aan daden en gebouwen. Met een huifkar reed ik vanaf het bezoekerscentrum de interessante route. 

Glendalough

Het berggebied met als hoogste top 915m is maar een uur van Dublin en ik waande me in een andere wereld. Een deel reed ik over Military Road, die het gebied toegankelijker heeft gemaakt. Hoe dichter bij de hoofdstad hoe meer landgoederen en villa's. 

Powerscourt is een dagverblijf waard. De ommuurde tuinen met de Triton-fontein zijn werkelijk schitterend. Het palladiaanse landhuis met de stijlvolle trappen is in 1974 door brand getroffen, maar weer hersteld in oude glorie. 

Na het middaguur reed ik via badplaats Bray verder. Het moet er vroeger in het Victoria-tijdperk mooier geweest zijn. Het bezienswaardige Rossborough House en Castletown zijn iets voor een volgende reis.

Het was toch al laat in de middag dat ik in Kildare aankwam, na een streek met veel stoeterijen gepasseerd te zijn. De St.Brigid's kathedraal domineert het stadsbeeld. 

Kildare ~ St.Brigid's

Ik had gedacht op deze dag in Dublin aan te kunnen komen, maar dan had ik veel moois moeten overslaan. Bij Robertstown zag ik bij het Grand Chanal een goede camperlokatie waar er nog zes stonden van diverse nationaliteiten. Ik vond het mooi geweest en bracht de avond door in de escotheo met laptop en satellietverbinding. 

vrijdag 19 oktober 2018

Nog 11 dagen (354 Kilkenny)

Ierland verveelt bijna nooit. Op de camping zeiden ze dat ik Kinsale moest bezoeken, maar terugkeren op een route heb ik 354 dagen niet gedaan. Een kleine omweg maken wel. 

Het weer was hetzelfde als de voorgaande dagen 's Ochtends fris, maar het bleeef droog en overwegend zonnig tot 14-15⁰C. Buiten Cork staat het Blackrock Castle. Het is door de verbouwing een beetje nep, maar als gastenverblijf is het super. 

Ik kwam in het gebied van de Blackwater River, na de Shannon de grootste rivier van het land. De monding is bij Youghal dat heel lang meer engels dan iers was. Er staat een hollands huis en een huis-in-tudorstijl. En welke stad heeft geen burcht/kasteel? Ik keek even in de St.Mary's met gebeeldhouwde graftomben.  

Cahir Castle

Bij Cahir aan de Suir passeerde ik eerst een abdijruine en vond een plek in het centrum. Maar het ging mij om Cahir Castle, een van de best geconserveerde burchten en bovendien prachtig op een rots gelegen. Mijn camera maakte overuren. 

Via de N8 kwam ik in Cashel, dat bekend is om haar Rock. Voor de burcht staat een ruine, maar de vesting is indrukwekkend. Meestal is de entree om de €10,00 maar hiervoor had ik via een bon vrij toegang. Ik begon bij het kerkhof, ging het gebouw binnen, beklom zowaar de 28m hoge toren, bewonderde Vicar's Choral en besloot met de kathedraal zonder dak. Mijn dag kon niet meer stuk. 

In noordelijke richting reed ik door veengebieden met bergen aan de horizon. Ik was het rijden zat en besloot dat Kilkenny mijn etappeplaats moest zijn en ik in Dublin het weekend zou doorbrengen. 


Kilkenny ~ stadsbeeld

De stad dateert uit de middeleeuwen en werd 500 jaar lang beheerst door de familie Butler. Het is mooie plaats. Bij de Nore liggen park en kasteel, waar ik tot rust kwam. De vele indrukken moeten ook verwerkt worden. Ik raakte in gesprek met een engels-sprekende die ik eens kon volgen. 

Ik mocht met de escotheo bij haar huis gaan staan en werd uitgenodigd voor de maaltijd en after-dinner. Samen wandelden we door de stad, o.a. door High Street met de Tholsel waar het ierse parlement heeft vergaderd en nu de gemeenteraad. Er zijn veel smalle straatjes met keibestrating en langs granieten muren. Heel leuk was dat ze mij meenam naar het Design Centre, waar kunstnijverheid wordt beoefend. En de Smithwick brouwerij waar ik trakteerde op iers bier met spaanse tapa's.

En daarna reed ik de escotheo naar haar woning aan de Lakeview Drive. Ik maakte kennis met haar man en we hadden een amusante en informatieve avond over alles van Ierland. Ik ga er na de soloreis een apart blog aan wijden.

donderdag 18 oktober 2018

Nog 12 dagen (353 Cork)

Een dagje in Cork doorbrengen? De tweede stad van Ierland. Ik twijfelde, ook omdat ik een paar dagen in Dublin wil blijven. Toen ik om 9 uur buiten op de camping kwam, was het zonnig maar ook 6⁰C. 

Cork ~ stadsbeeld

Met de racefiets en een dikke trui aan ging ik de stad in en begon bij St.Anne's Shandon, een hoge klokkentoren met windwijzer. Wat verder kwam ik bij de Butter Exchange, de boterbeurs uit 1770. Allen historische monumenten die de stad allure geven. 

Bij de Pope's Quay -hoe kan het anders in het katholieke Ierland- en de St.Mary's kwam ik bij de Christie Ringe-bridge over het North Channel. Cork is een stad die doorsneden wordt door rivieren. Een leuk punt is bij het Father Matthew-statue. Het is een drukke, levendige stad en wat steeds opvalt in Ierland is hun passie voor het maken van muziek. 

Het hart van de stad van 190.000 inwoners is de Grand Parade en St.Patrick's Street waar het indrukwekkende ierse monument staat. De temp was inmiddels bij overwegend zonnig weer opgelopen tot 13⁰C. En ik koos voor een verwarmd terras om met krant en gids een uurtje door te brengen.

In Paul Street ging ik een boekhandel binnen en nam bij Mac een lunchpakket met mijn favoriete milkshake. Het St.Finnbar's Quarter met het Elizabeth Fort, de kathedraal met de vele torentjes en Red Abbey had ik de vorige avond al bezocht. De sfeerverlichting was prachtig.

Ik vond het wel leuk om de English Market in te gaan, een overdekte groente- en fruitmarkt, waar ik inkopen deed. Meestal heb ik het avondmaal zelf bereid. Het havengebied en een aantal wijken zijn nogal sjofel. 

Op de terugweg kwam ik langs de City Goal met het uiterlijk van een kasteel, maar het is een gevangenis, waar republikeinen opgesloten werden. Het was leuk om de Franciscan Well Brewery binnen te gaan en al die soorten bier te aanschouwen. 

Cork ~ university

Het hoogtepunt van de dag werd de wandeling om en op het terrein van de universiteit. De ambiance van gebouwen en studenten was heerlijk. Op de campus zijn veelsoortige kunstwerken te bekijken. 

Het moeten de armoede en engelse overheersing geweest zijn waarom ieren massaal emigreerden, maar liefst 6 miljoen. Bekende NL-ers zijn er gaan wonen, zoals Maarten Toonder, Anton Koolhaas, Geert Lubberhuizen, diverse captains of industry. Ik hield als jong-volwassene van de gedichten en het proza van Adriaan Roland Holst en Hubert Lampo. Het land doet voortdurend aan Tolkien denken. 

Ik beëindigde de dag in de wijk Cobh bij de neogotische St.Colman's kathedraal. Bij de haven zijn de Titanic en Lusitania geweest, twee schepen die dramatisch ten onder gingen. 

Cobh ~ stadsbeeld

woensdag 17 oktober 2018

Nog 13 dagen (352 County Kerry)

Wat een heerlijk land is Ierland. Vanuit Dingle ging ik over de kustweg R561 naar Castlemaine. Het was veelal onbewolkt en 14⁰C. Dunbeg Fort is een keltisch overblijfsel. Stenen genoeg in Ierland. Daar werd heel wat opgestapeld mee gebouwd. 

In Killarney was de theepauze en ik genoot van de ierse sfeer: gekleurde huizen, hellende straten, gezellige pubs en winkels. De meren in het nationale park met de vervallen burchten en abdijen in de omgeving zijn een geschenk voor tekenaars, schilders en fotograven. Muckross House was zo'n attractie, maar ook Ross Castle, Torc Waterfall en de bergen Purple Mountain en Tomie Mountain. Voor toeristen een geweldige streek. 

Killarney ~ Dunloe Gap

Over de N71 moest ik naar Bantry waar Beatrix ooit een landhuis had willen kopen. De Ring of Kerry is werkelijk schitterend. En dan heb ik nog maar een deel gezien. Vanuit Bantry Bay zou ik naar eilanden hebben kunnen varen, maar dan wordt het reisschema danig in de war gestuurd. Gedurende enige uren bezocht ik Bantry House uit 1720. Prachtig gelegen, gebouwd en ingericht.

Verder in de middag reed ik langs River Lee dat door bossen en weilanden en valleien loopt. En dan is er ineens weer een brucht: Blarney Castle. Helaas moest ik kustplaats Kinsale overslaan. Ik arriveerde om 16.45 uur in de grote stad Cork en ging voor de verandering weer eens op een camping staan om van de faciliteiten gebruik te maken. 

's Avonds ging ik Cork in en kwam in St.Finnbar's Quarter terecht waar ik de avond in een pub met iers folksongs en bier doorbracht. Ik weet het nu al: van alle landen heeft Ierland mijn hart veroverd....

dinsdag 16 oktober 2018

Nog 14 dagen (351 Dingle)

Het einde van de soloreis van precies 1 jaar nadert haar einde. Nog veertien dagen. Het rijschema heb ik in mijn hoofd. En wat zeker op het programma stond was de Dingle Peninsula bezoeken. 


Limerick ~ King John's Castle

Maar eerst heb ik in de ochtenduren nog door Limerick gelopen. Je moet in deze stad King John's Castle bezichtigd hebben. Het massieve gebouw met zijn vijf hoektorens uit 1200 domineert het zicht vanaf de Shannon op de stad. Het kasteel was gesloten. De St.Mary's was wel open en ik zag er de bekende katholieke uitingen, waarbij de zwart-eiken koorstoelen met hun versieringen het mooist waren.

Tegen het middaguur verliet ik de stad en reed over de N21 in zuidwestelijke richting. Ik hield al snel halt in Adare, het mooiste dorp van Ierland. De plaats heeft ook nog kloosters, kerken, kapel, een kasteel, en vooral fraaie huizen. En Adare Manor, een luxe hotel met golfbaan. Ik nam er heel wat foto's. 


Adare Manor

Daarna reed ik echt flink door, want je kunt overal wel stoppen voor bezienswaardigheden. Ik zou Ierland, alsook Schotland nog wel eens willen bezoeken. Het aantal ruines van kastelen en abdijen is verbijsterend. 

Natuurlijk deed ik Ballyheigue aan waar vriend Wim in de 60's verliefd werd op Geraldine Kelly en er vele jaren heenreisde. Het heeft een groot strand en duinen met uitzicht op de oceaan, maar het dorp is nogal modaal. 

Maar in Tralee moest ik wel pauzeren. Ik had er in de zomer moeten zijn, want het is een centrum van ierse folklore en evenementen. Ik reed door County Kerry, een van de meest geliefde regio's, zeker ook voor toeristen. De Slieve Mish Mountains toonden mij op het schiereiland te zijn.


Ik dacht al het moois van Ierland al gezien te hebben, maar in deze late middag reed ik door wonderland. De grillige kust met haar rotsen, strandjes en ommuurde gronden; de groene bergen, de riviertjes, beken, meertjes, resten van kerkjes en forten. 

Ik arriveerde in Dingle. Geweldige gekleurde gevels. Het is een vissershaven aan een baai. Aan de kade pubs en wat restaurantjes. In Out of the Blue koos ik voor een vismenu, waarna ik de escotheo bij ondergaande zon bij de Milltown Cottages parkeerde. 

maandag 15 oktober 2018

Nog 15 dagen (350 Limerick)

Eindelijk weer eens een zonnige dag, zij het dat de max-temp 14⁰C was. Ik vertrok dus met goede zin uit Galway.  Ik reed over de R347 door Kinvarra, dat een leuk vissersplaatsje is aan de baai en door het jaar evenementen organiseert. Dunguaire Castle is een burcht uit de 16e eeuw. Op een afgelegen plek zag ik de abdij Kilmacduagh met resten van andere bouwwerken. 

Ik moet nog eens terugkomen om naar de Aran Islands te gaan. Het heeft een grimmig landschap, maar ook overblijfselen van de keltische cultuur. 


Cliffs of Moher

Ik koos er voor om via de M18 door The Burren te rijden, dat een kalksteenplateau is in Count Clare. Na een stop wandelde ik over een gespleten bodem tussen de muurtjes van gestapelde stenen. En toen kwam ik bij de Cliffs of Moher, een van de meest gefotografeerde plekken van Ierland. Er cirkelden honderden vogels.

Ik genoot van bijna alles. Onderweg zag ik Dysert O'Dea op een rots in een vroeg-middeleeuwse omgeving. Ik lunchte in Ennis aan de Fergus, een leuk plaatsje met gekleurde huisjes in kronkelige straatjes. Ik ging weer eens een abdij binnen en werd geboeid door de graftomben. In de stad is een monument voor Daniel O'Connor, een ier die in 1828 in het parlement te Londen werd gekozen.


Bunratty Castle

's Middags kwam ik langs twee kastelen: Knappogue Castle en Bunratty Castle. Ik moest er wel een bezoeken. Bunratty is geliefd voor banketten en huwelijken. Het heeft haar 17e eeuwse status goed bewaard. De buitenzijde is zoals je een burcht zou ontwerpen; het interieur heeft een aantal prachtige zalen (South Solar) met kunstzinnige aankleding. 

Laat in de middag bezocht ik het zonnige Folk Park waar Ierland is nagebootst. Het was er voor de tijd van het jaar nog tamelijk druk. Ik vond een camperplaats bij Limerick aan de Shannon en ging in het donker nog de stad in dat Anton Pieckverlichting had. Het is een plaats van 80.000 inwoners en heeft veel te bieden. Ik liep rond in de wijk Newton Pery dat aardige georgian huizen heeft. In bracht uurtjes door in het casino waar ik geluk had door met €160,- winst om middernacht te kunnen vertrekken.


Limerick by Night

zondag 14 oktober 2018

Nog 16 dagen (349 Galway)

Alle literatuur is lovend over de regio Connamara. In de 19e eeuw vertrokken nog duizenden naar Amerika, in deze tijden komen reizigers er graag. Oscar Wilde genoot van de wilde schoonheid. De ierse tradities leven er nog. 

Connemara

Op deze frisse, bewolkte zondag maakte ik er een tocht langs bergen, valleien, meertjes en rivieren, door veenland en weiden en vaak met zicht op een rotsige kust. 

Ik reed over de N59 naar Clifden, gesitueerd bij de Twelve Bens en getooid met kleurrijke huizen. Het was er erg stil, de meeste inwoners zaten in de kerk, trouwens ook een protestantse. De 11km lange Sky Road bood schitterende uitzichten over de oceaan. Voor de kust eilandjes (Inishbofin, Inishturk). Ook staan er gedenktekens voor Marconi en de eerste landing van een vliegtuig.

Het weer was te slecht om de route Ballyconneely-Roundstone te rijden. Mondoveela wordt in de zomer graag bezocht, maar was nu uitgestorven. Ten zuiden van Clifden is een groot merengebied, maar ik zou er op deze dag depressief van worden. 

Galway

Via het schilderachtige plaatsje Cong bij het Lough Corrib kwam ik rond het middaguur in Galway. Normaal is het een levendige universiteitsstad aan de Corrib. Ik kon de escotheo kwijt op de Eyre Square en begon daarna aan een urenlange wandeling door deze boeiend stad met 75.000 inwoners.

Bezienswaardig vond ik de Spanish Arch als overblijfsel van de omwalling, de St.Nicholas Cathedral, Lynch Castle. Bij de Quay's ging ik een pub binnen om me te verwarmen. En dat terwijl het in W.Europa nog boven de 20⁰C was. 

Uiteindelijk kwam ik voor de overnachting in badplaats Salthill terecht. 

zaterdag 13 oktober 2018

Nog 17 dagen (348 Letterfrack)

De landgenoten op de camperlokatie hadden me aangeraden naar Strandhill te gaan. Die tip volgde ik op. Helaas was het matig weer, maar evengoed zag ik een prachtig strand en golfterrein boven de atlantische kust. Maar al voor tienen reed ik over de R292 tot aan Ballysadare om op de N59 te komen. 

Ik kwam na een rustige tocht met zicht op de Ox Mountains in het kleine Ballina, dat notabene een zetel is van een bisschop, maar in katholiek-Ierland kan dat. Er was een markt. Maar ik wilde vandaag wel kilometers maken. Langs Lough Conn reed ik door het bergachtige gebied van Count Mayo

Nog voor het middaguur lag Achill Island voor me: het grootste eiland van Ierland: 22km lang en 19km breed. Ik had de beschrijving gelezen en begrepen dat ik veel van hetzelfde zou zien: klifkust, strand, heide, woeste grond, bergen. 

Westport

Tegen lunchtijd had ik al heel wat gereden en besloot een tijdje in Westport te blijven. Een aangenaam stadje met brede straten tussen de bomenrijen en Bridgestreet met pubs, zoals Matt Malloy's waar ik binnen ging en mannen al luidruchtig aan het bier zaten.

Bij Maxol ging ik weer eens gas tanken. Inmiddels heb ik 33500km afgelegd. Op naar de heilige berg Croagh Patrick (725m), die elk jaar door duizenden beklommen wordt. Het schijnt twee uur te duren. Ik zag de kegelvormige berg van een afstand. Er kan sneeuw op liggen.

Voor de kust van Newport en Westport liggen tientallen eilandjes, meest onbewoonde rotsen. Bij Louisburgh en Roonagh Quai was ik terug bij de Atlantische Oceaan en zag ik eilanden liggen. Het beroemde Clare Island met z'n twee heuvels en burcht, eens de verblijfplaats van Grace O'Malley die zich tot 1603 heftig tegen de engelse overheersing verzette. 


Croagh Patrick

Aan het einde van de middag reed ik over de R335 naar het zuiden, naar Aesleagh met z'n stroomversnellingen en Leenaun aan de Killary Fjord. Ondanks het beroerde weer blijft de natuur prachtig. Ik kan me voorstellen dat buitenlanders van dit land houden. Maar dat beroerde weer....

Ik zette de escotheo neer in Connemara, bij de Kylemore Abbey. Ook nu stond ik er weer van iedereen verlaten, maar ik voelde me niet onveilig. 's Avonds keek ik in mijn eigen pub naar Nederland-Duitsland. Het werd een 3-0 zege, zoals ik nog nooit tegen de oosterburen heb meegemaakt. 


Kylemore Abbey

vrijdag 12 oktober 2018

Nog 18 dagen (347 Sligo)

Tamelijk vroeg verliet ik het eenzame Slieve League en reed over de R263 tot Carrick zonder ook maar één tegenligger. Na een uur gezigzag bereikte ik zonder ongelukken Killybegs, waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. 

Wat later kwam ik in hoofdplaats Donegal, waar vikingen al zijn geweest. De O'Donnell-familie heerste er lang (tot 1607) vanuit hun burcht waarna de engelsen de macht overnamen. Als je in Ierland bent, ga je engelsen echt haten. Ik keek er even rond en lunchte op marktplein de Diamond in mijn camperbusje.

De rest van de dag voerde mij over de N15 langs Lough Derg om er het bedevaartsoord Station Island te zien liggen. Het was halfbewolkt en ongeveer 15⁰C, het kilste en winderigste van heel West-Europa. 

Bij Rossnowlagh zag ik wel een heel mooi strand en verder ook bij Bundoran, maar ze waren zo goed als verlaten. Die zandstranden verrassen me in Ierland, waar ik dacht alleen rotskusten te zullen treffen. 


Yeats Country

Het fraai gelegen Ballyshannon aan de Erne bezocht ik om een ierse begraafplaats te kunnen zien. Zeer katholiek met ierse kruisen. Het is hier een drama om van de doden afscheid te moeten nemen. 

De tocht voerde door een gevarieerd landschap, maar wel zeer iers dat mij al heel vertrouwd is. Bij Mullaghmore is een leuk torentjeskasteel. 

Na Drumcliff ging ik grotendeels de Yeats-route volgen. Hij ligt in deze plaats begraven. Het Lissadell House van de familie Gore-Booths is na lange restauratie eindelijk opengesteld, maar ik vond de entree belachelijk hoog. 

Ik maakte nog een kleine omweg naar Rosses Point, waar ik over de wateren keek.  Sligo, de hoofdplaats van de regio met 18.000 inwoners aan een onstuimig stromende rivier en met aardige gekleurde gevels. Het is de plaats van de engelse dichter W.B.Yeats (1865-1939), hetgeen gebouwen en monumenten getuigen. In Hargadon's Bar bij een iers Bushmills las ik documentatie over hem.


W B Yeats

Aan de Garvoge River vond ik een goede camperplek, niet ver van de Abbeytombe; er stonden er nog acht, waaruit ik opmaakte dat Ierland in oktober nog goed is om er te reizen. Met de NL-ers had ik contacten. De avond bracht ik wat zwervend in het stadje door. 

donderdag 11 oktober 2018

Nog 19 dagen (346 Donegal)

Vandaag stond de rit door County Donegal op het programma. Het hoort bij Ulster en is een noordelijk schiereiland. Ik reed eerst langs het Drongawn Lough en kwam in Letterkenny, aan een zeebocht en de Swilly, voor de cappucino. Het was 15⁰C. het miezerde en was bewolkt. 

De pub hing vol met memorabila, vaantjes, schilden, vlaggen. De ieren zijn vriendelijk en groeten veel. Maar ze maken ook een enorme rotzooi, waarvan ik langs de landwegen en straten getuige mag zijn. 

Letterkenny ~ hoofdstraat

Letterkenny is gelegen tussen de Sperrin Mountains en Derryveagh Mountains. De vulkaanachtige Errigal is met 751m het hoogste punt. De regio is bergachtiger dan ik gisteren zag. Aan het einde van een heel lange straat staat de St.Eunan's Cathedral met een hoge spitse toren. Ik neusde een tijdje in een boekhandel en kocht een boek over de geschiedenis van Ierland.

Ik vervolgde over de N56 en ging het Glenveagh National Park binnen. Het is een prachtig gebied met een moerasachtige vallei en een kasteel aan de oever van het meer. De schiereilanden Fanad en Bosguill liet ik rechts liggen. Je kunt niet alles willen zien. Maar ik kwam wel op Horn Head. Het loopt op tot 180m en is bedekt met heide en gras. In de verte zag ik Tory Island, dat wel het slechtste weer van Ierland heeft.


Errigal

Ik kwam weer in de bewoonde wereld bij Goat Dobhair aan de Clady River. Het weer veranderde in regen en kilheid. Ierser kan het niet. Ik reed naar de kust bij Bunbeg om de eilandjes te zien: Gola Island en Owey Island. In vroegere tijden waren ze meer bevolkt. Wie wil er, zeker als jongere, in deze moderne tijd nog wonen. 

De streek The Rosses is schilderachtig mooi en bezaaid met stenen en meertjes. Arranmore is een groot eiland. Het ligt 5km uit de kust, is 22km2 groot en er wonen nog maar 500 mensen. In 1911 woonden er nog 1530. 

De middag vorderde en ik reed over levensgevaarlijk smalle wegen. Alle ieren in een auto lijken wel dronken. Ze rijden veel te hard en onbeheerst. Maar ik haalde Ardara, een textielcentrum, Glencolumbkille, met gekleurde huisjes, en verder armoedig. 

Slieve League wilde ik bij zonsondergang zien. De weg erheen was de ergste in 346 dagen. Ik stond doodsangsten uit. Ik parkeerde en wachtte af. Meer dan 598m onder mij de Atlantische Oceaan. De strepen op de klif vielen door de bewolkte lucht wat tegen. 

Ik durfde in het donker niet meer terug te rijden en koos voor een verlaten parkeerplaats, in de vurige hoop dat er niemand zou komen. 


Slieve League