zaterdag 31 maart 2018

Dag 151 Tropea

De zaterdag begon vroeg vanuit Bagaladi met een vreselijke afdaling en talloze haarspeldbochten. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt en was gewoon angstig. En dizzy toen ik op de SP3 eindelijk op een tamelijk recht stuk terechtkwam. Het omringende gebergte van de Aspromonte met haar scherpe toppen en kammen lag in de zon. Pas na twee uur rijden over 60km kwam ik aan de kust bij S.Giovanni, waar de veerboten naar Sicilië met grote regelmaat vertrekken. Maar ik zag daar van af. Zal nog wel eens naar dat grote eiland vliegen en een rondreis maken. 


Scilla met de rots

Ik maakte dat ik wegkwam uit die drukke havenplaats en hield halt in Scilla aan de Thyrreense Zee. Een plaats met drie wijken, waarvan een deel op een rots met het Castello di Rufo (Rochus is de patroonheilige). De boulevard met de paar omliggende straten zijn typisch voor een Calabrees kuststadje: een paar restaurants, gelateria's en bars en betonnen huizen. Het strand bestaat hoofdzakelijk uit  fijn grind, en het zeewater is erg helder en schoon.

Ik vervolgde over de kustweg de SS18 en reed door onbewoond gebied en soms door minder aantrekkelijke plaatsjes als Palmi, Bagnara, Gioia met altijd wel resten van een toren of kasteel. Na lunchtijd arriveerde ik in Tropea aan de kust.


Tropea aan de zee en rots

Het is een oud vissersdorp op een rots, dat is uitgegroeid tot een badplaats, dankzij het helderblauwe water en fijne zand. De plaats is gespaard gebleven voor de aardbeving van 1908, zodat er nog klassieke palazzi te bewonderen zijn. Door de leuke straatjes wandelde ik langs zaakjes met antiek, kunst, juwelen, aardewerk en curiosa. 

Vanuit Tropea zijn de Eolische eilandjes Lipari, Vulcano, Stromboli te bereiken. Ik informeerde. Maar ze gaan 1x per week met een reisduur van twee uur en zijn tamelijk duur. Ik bekijk het youtubeje wel. Het was prachtig weer: tot 23⁰C, hetgeen ik op de hele reis (na Marbella en Cartagena) nog niet had meegemaakt. Ik ging op de camping staan, installeerde me en genoot relaxt van zon, geuren, boek en mensen. 

vrijdag 30 maart 2018

Dag 150 Aspromonte

Een prachtige dag zou het worden. De 150e met als meterstand 11345km. 's Morgens scheen de zon al volop en dat zou zo blijven, tot 20⁰C. Een dag vertoeven in de Aspromonte, een bergmassief in Calabria, met als hoogste top de Montalto (1955m). 

Ik vertrok vanuit Gerace en reed eerst naar Locri aan de kust. Hoewel de plaats in de klassieke tijd al bestond was er voor mij niet veel bijzonders te zien. De kust bestaat uit lange zandstranden van fijne kiezels. Ik reed over de E90 tot Bovalino waar ik de escotheo parkeerde om naar de markt te gaan, waar heerlijke lokale producten te koop waren. Op een terras gebruikte ik cappuccino en at gekochte heerlijkheden.

Aspromonte

De kuststrook heeft fruitgaarden (citrus, olijven, druiven) en naar grotere hoogten verschijnen de eiken, steeneiken, dennen, siciliaanse spar en beuken. Het is op veel plekken een indrukwekkend landschap. Er kan bij Gambarie (1311m) zelfs gewintersport worden. Ik kwam terecht in S.Luca, waar een heiligdom ter ere van de Lieve Vrouwe vereerd wordt. 


Palizzi

Aspromonte is een apart gebied waar zelfs nog de griekse taal (het Griko) en cultuur bewaard zijn gebleven. Ik had de keuze om een van de bizarre bergdorpen te bezoeken. Bizar vanwege de ligging en het decor van de scherpe bergketens. Het werd Palizzi, waar ik zoals steeds het camperbusje beneden neerzette vanwege de smalle straatjes in het stadje en wandelend omhoog ging. 

Het was halverwege de middag dat ik weer terug aan de kust arriveerde in Bova Marina waar een motorspektakel aan de gang was en ik amper door het verkeer kwam. Van Goede Vrijdag merkte ik niets. Te vroeg nog, denk ik. Ik reed door lelijke kustplaatsen waar alleen de boulevards en marina's er nog aardig uitzagen. 

Daarna moest ik een keuze maken: langs de kust naar Reggio Calabria of over de bergweg de SP3. Aangezien ik definitief afzag van de oversteek naar Siciliẽ koos ik voor de tweede optie, maar reed niet verder dan Bagaladi. Ik keek even in de S.Teodoro, de eerste kerk van mijn naam en zette de escotheo bij het agriturismo-centrum, waar ik nog van de avondzon kon genieten. Ik las nog altijd in het verhalenboek van Arnon Grunberg.

donderdag 29 maart 2018

Dag 149 Gerace

De zon scheen volop. Wat is dat heerlijk, want verwend met het weer ben ik sinds Spanje nog maar nauwelijks. Eerst maar over de SS106, overgaand in de E90 langs badplaatsen met lido's en marina's. De namen doen me denken aan de maffia...

Stilo ~ in de Serre

In het binnenland zag ik het ruige, stenige gebergte, de Serre, ook wel aanlokkelijk en dus door de bedding van een rivier naar het rotsdorp Stilo, in baksteen kleuren en wandelend kwam ik bij de resten van alweer een noormannen kasteel, bij La Cattolica, de Duomo en Chiesa de S.Dominico. En dat allemaal in een dorp. Ik berekende inmiddels al zo'n 700 kerken/kloosters binnen gegaan te zijn. Ik lunchte in de escotheo met gebakken ei, ham-kaas-tomaten-uien op lokaal brood.

Gerace ~ Cattedrale

De SSS501 was een akelige slingerweg, ook al reed ik door het dorp Paradiso. De plaats Gerace (zie filmpje) op een rots in de Aspromonte.  Ooit telde de stad seminaries en 78 kerken, waarvan er nog 19 over zijn. Er is nog een stadsmuur met vijf poorten, vervallen kasteelresten, de grootste kathedraal van Calabria. Ik wandelde door oeroude straatjes, over intieme pleintjes, langs leuke winkeltjes en werkplaatsen, huizen met portalen en rondbogen, ramen met zuiltjes. 

Ik bezocht de romaans-byzantijns-normandische Cattedrale, met mooie kapellen en zijn crypte. Naast deze kerk de S.Francesco met gotisch portaal en fraai altaar.

Ik stond op het parkeerterrein bij een hooggelegen parkje met panoramisch zicht over de donkergroene vlakte, slingerwegen, ruines en uiteindelijk in de verte de zee. Ik had nog vele kilometers door kunnen rijden richting zuidkust, maar besloot om de rest van de dag in zonnig Gerace te blijven. Na de abdij van Grottaferrata onder Rome was dit de grootste verrassing voor mij in Italia. 

woensdag 28 maart 2018

Dag 148 Catanzaro

Eindelijk weer eens volop zon. En tegen mijn gewoonte in vertrok ik al om 9 uur verder in zuidelijke richting door Calabria, nu ik definitief besloten heb om een week op Sicilië door te brengen. 

Ik reed langs een mooie kust met kleine stranden en parkeerde op Capo Colonna waar een kerkje, vuurtoren en vierkante toren staan en ik nog wat resten zag van heel lang geleden. De hellenen waren verrukt van deze hele zuidelijke regio. De Carthagers en Romeinen hebben ze verjaagd, later kwamen er barbaren, zelfs Noormannen en Byzantijnen (ook grieken). 

La Castella

La Castella is een indrukwekkende vesting op een eilandje dat door een landtong verbonden is met het vasteland en omringd wordt door een turkooizen zee. Voor €3,- had ik er toegang. 

De kustweg leidde door een glooiend landschap, dat mij als automobilist meer kan bekoren dan door de italiaanse bergwegen te rijden. De E90 voert door dorpen die wat van de kust en de lange zandstranden afliggen. 

Even was ik in Taverna, de woonplaats van de 17e eeuwse schilder Mattia Preti. In kleine kerken hingen nog schilderwerken van hem.

Catanzaro ~ entree

Na 75km arriveerde ik over de Ponte Morandi in Catanzaro waarvan het oudste deel op drie heuvels is gebouwd. Het silhouet (zie onder) is best bijzonder. Het is een heel langgerekte gemeente tot aan het lido aan de kust. Ooit de stad van de zijdefabricage, waar het Vaticaan zo verzot op was. Tegenwoordig een drukke provinciehoofdstad. Een stad met een overvloed aan kerken en musea. De maltezer S.Giovanni en omgeving met rotsgangen vond ik interessant. De Duomo is in een neo-klassieke stijl, die ik in deze regio nog niet veel gezien heb.

Ook nog aanschouwd de Basiliek Minore, het Palazzo De Nobili, Statua del Cavatore en het opmerkelijke Teatro Politeama gezien. 


Het was lastig om een goede camperplek te vinden in de "volle" stad. Het liefst in een rustige woonwijk, hetgeen na nogal wat omzwervingen lukte. In ben graag in de escotheo. Het is helemaal mijn kleine huisje waarin ik alles heb wat ik nodig heb.

dinsdag 27 maart 2018

Dag 147 Crotone

Vanuit een klooster vertrekken is toch apart. Ik moest wel de lauden van half zeven meemaken. Ooit heb ik me afgevraagd, ergens in de adolescentie, of het kloosterleven wat voor mij zou zijn: in een gesloten mannenwereld me wijden aan God en studie en wat werken in de moestuin. Ik heb het idee gauw verworpen. God is uit beeld voor mij als agnosticus. Dan liever de zondige wereld met zijn ups-en-downs, met zijn vele mogelijkheden en uitdagingen. En de kans op veelzijdige relaties met mensen.

Over de SS598 reed ik in alle vroegte richting kust. Na de bergen de kustvlakte van de Metaponto. In Tursi hield ik halt om in de bovenstad via het 15e eeuwse portaal de vroegere kathedraal binnen te gaan. Ik zag een triptiek en in de crypte waren fresco's.

Heraclea

Maar deze dag was een bezoek aan Heraclea het belangrijkste. Zoals de naam aal aangeeft, een griekse stad van ver voor de jaartelling, bekend om de vazen en munten die er gemaakt werden. Ik liep rond tussen de resten van de antieke stad. Wat er aan voorwerpen gevonden is, is in een museum in Napels.

Policoro ligt op 5km van de Ionische Zee. Het was er wisselend bewolkt bij 10⁰C. Naar het zuiden zou het wel wat warmer worden. Ik had de Pollino in kunnen gaan en naar Chiaromonte, de achternaam van de tragische paus Pius VII, maar daar te moeten rijden met een camperbusje is gevaarlijk. En dus reed ik over de E90 langs de kust verder. 

Een glooiend kalksteengebied met oude burchten uit de tijd van Frederik II, zoals in Roseto, pal langs de hoofdweg. Ik passeerde over bruggen nogal wat riviermondingen, die hun bron hebben in het bergachtige achterland van de Sila Greca. Het was redelijk relaxt rijden en veel kilometers maken. Ik negeerde de aardige bergdorpen, zoals Longobucco. En lunchte onderweg ergens op een parkeerplaats met uitzicht op kust en zee.

Ik vond de plaatsen in Basilicata, toch het zuidelijkste en armste deel van Italia, er redelijk uitzien, al is er lelijke flatbouw, maar er zijn altijd wel parkjes en de straten zijn getooid met eeuwig groen. Corigliano ligt tegen een heuvel, waar ik met het camperbusje absoluut niet kon rijden. En zag ook het bakstenen kerkcomplex.


De kust heeft lido's bij wat grijzige zandstranden. De campings zijn pas open van mei t/m september. Rossano is gebouwd op een kale rots en omgeven door olijfboomgaarden, maar de bergweg is bezaaid met haarspeldbochten, dus niet... Achteraf had ik daar moeten stoppen en de verdere dag doorbrengen.

Uiteindelijk kwam ik na 190km in Crotone terecht. In 710 V.Chr. gesticht. Pythagoras had er zijn filosofenschool. De stad van 60.000 inwoners heeft niet veel bezienswaardigheden (meer) aan de klassieke tijd. Het kasteel, de ligging aan zee en het strand zijn wel aantrekkelijk. 

Ik wandelde er relaxt rond, vond een aardig restaurant met terras en keerde terug naar de camperplek in een vriendelijke omgeving. 

maandag 26 maart 2018

Dag 146 S.Arcangelo

Pietrapertosa

Het zou eens een heel andere dag worden. Het weer was nog somber, maar ik ging zuidelijker. Eerst door het natuurpark Gallipoli Cognato, vanwege de grillige formaties, de beschermde natuur en vooral de stadjes. Na de EB47 moest ik wel over slingerwegen, maar de omgeving gaf verrukking. Castelmezzano telt maar duizend inwoners, maar heeft een prachtig decor. Pietrapertosa ligt tegen grillige rotsen, die graag beklommen worden, en heeft een normandische burchtruine. En Accettura heeft vaal-witte gebouwen en huizen in een groene omgeving. Het was in de ochtend en behalve oude vrouwen zag ik geen bewoners. 

Bij Stigliano kwam ik weer op een bochtige provinciale weg. Ik passeerde agrarische dorpen door het landschap van de calanchiAliano was het ballingsoord van Primo Levi. Craco-Peschiera ligt schilderachtig op een heuvel. Na een aardbeving is het herbouwd. 


Monasterio de Sa.Maria Orsoleo

Ik meed de kust om naar het grootste natuurgebied van Italia te gaan: de Pollino met haar gelijknamige berg van 2248m. Sant'Arcangelo heeft een groot kloostercomplex: Sa. Maria Orsoleo van de franciscanen, waar ik de escotheo mocht parkeren, waarna ik een deel van het klooster kon bezoeken en er de avondmaaltijd gebruiken. Geen van de monniken sprak helaas engels, zodat ik sinds Rome (15 dagen geleden!) met nog niemand een gesprek heb kunnen voeren. 

zondag 25 maart 2018

Dag 145 Potenza

De klok een uur vooruit. Op deze zondagmorgen vertrok ik over de SS7 voor een dagje kerkepad. Door een heuvelachtig karststeengebied, de Gravina, kwam ik in Massafra, de grottenstad Van Italia. Het telt een twintigtal  grotkerken. 

Massafra ~ Gravina

De nieuwe stad heeft een rechthoekig stratenpatroon, maar de oude stad loopt steil op tegen de hellingen van de Gravina. Ik wandelde langs het oude, vervallen kasteel. Ik bezocht de S.Antonio Abate, de La Candelora en S.Marco. Kon er niet erg van onder de indruk komen. Fresco's mogen oud zijn, maar er viel niet veel meer van te zien.

Onderweg naar Matera dacht ik aan de transsubstantiatie, de verandering van brood en wijn in het werkelijke lichaam van Jezus. Pas bij het 4e Concilie in 1215 werd dat geformuleerd. En Paulus VI heeft dat in 1965 nog eens bevestigd. De protestanten verwerpen het. Het is natuurlijk pure fictie, nergens op gebaseerd. En toch behoort het tot de kernwaarde van het RK. 

Matera ~ panorama

Rond het middaguur kwam Matera tot leven. Ik zette het camperbusje neer bij het Castello Tramontano. De stad is schilderachtig gelegen op rotsen, boven een diepe kloof. In 2019 zal het de culturele hoofdstad van Europa zijn. Er zijn diverse films opgenomen, o.a. van Pasolini en The Passion. In uitstraling is het een compacte stad in grijs-bruine, vuil-gele kleuren. Het heeft typische grotwoningen, de Sassi. De Fiorentini-straat is kenmerkend. De 13e eeuwse Dom met hoge campanile heeft een plafond met fresco's die evenwel dateren uit de 18e eeuw. Een bezienswaardige kapel met kribbe en bewerkte beelden. Ik keek ook nog rond in de Franciscus, met een beneden- en bovenkerk. 

Potenza ~ ligging

In de omgeving van Matera liggen nog 130 rotskerken. Altamura is beroemd om haar prehistorische rotstekeningen. Maar ik reed onder een bewolkte hemel door naar Potenza waar ik om half drie arriveerde bij een McDonald's. De stad ligt op een hoogte van 819m; het was er behoorlijk fris. Eerlijkgezegd had ik wel genoeg kerken gezien. De stad beviel me beter dan de voorgaande. Ik vertoefde op het Piazza Mario Pagano met theater en stadhuis als voornaamste gebouwen. De jeugd was manifest aanwezig. Ik klom nog wel naar de Sa.Maria del Sepolcro, dat een aantal kunstwerken bevat.

Aan het einde van de middag wandelde ik door het Parco Montereale, van waar ik een fraai uitzicht had. Ik ging terug naar de escotheo. Verrassend genoeg passeerde ik een tankstation waar gastanken mogelijk was. 

zaterdag 24 maart 2018

Dag 144 Tarente

Met een uitgerust gevoel ging ik van start. Ongeveer 150km naar Tarente aan de gelijknamige golf. De SS101 voerde mij naar Nardo, dat in 1743 door een aardbeving getroffen werd. De gebouwen dateren dus vanaf de 18e eeuw. Ik moest vanwege de markt aan de rand van de stad parkeren. Het Piazza Salandra is het hart, het heeft een bijzondere zuil. Aan het plein staat het stadhuis met loggia en de met beelden versierde S.Dominico. 

Nardo ~ Piazza Salandra

Bij Porto Cesarea gebruikte ik de lunch. Een aantrekkelijke badplaats met groot strand, dat bij 11⁰C en bewolkt weer praktisch verlaten was. Voor de kust lagen nogal wat eilandjes, hetgeen mij altijd wel boeit. Langs de kust stonden opmerkelijke wachttorens Torre Lapillo en Torre Castiglione. Hierna koos ik weer voor de hoofdweg, de SP 359. 

Het provinciale Avetrane had bezienswaardige gebouwen, meest zijn dat stadhuis en kerk. Manduria heeft een aardig parkje. In S.Giorgio Ionico zette ik de escotheo even neer op een plein bij een palazzo voor een rijpauze. 

Ik naderde Tarente langs het Mare Piccolo. De stad heeft een bewogen geschiedenis. Is al ontstaan in 706 v. Chr, gesticht door spartanen. Romeinen, Byzantijnen, Saracenen, Noormannen, Bourbons hebben er geheerst. Het is een marinebasis. In de 2e WO heeft het zwaar geleden. 



Over de Ponte Girevole reed ik de stad binnen. En parkeerde bij het winkelcentrum Auchan. Stadsdelen liggen tussen de Golf en de binnenzee. Ik zag links en rechts allerlei oudheden. Ik fietste over tamelijk rechte straten tot aan het Cita Vecchia met zijn monumenten: het Castello Aragonese, de Templo Dorico, het Palazzo Baffi, het Palazzo Ayalva Valva, het Sparta-museum, de basiliek S.Cataldo, Palazzo Amati, de S.Dominico en Palazzo Pantaleo. Het hield niet op. 

Ik keerde halverwege de middag terug om de basiliek uit de 11e eeuw van binnen te bekijken. Oud en interessant, maar ik heb nu al zoveel gezien, dat alleen het heel bijzondere nog indruk maakt. Wel het houtsnijwerk (koor, deur, plafond) en het orgel.

Aan het einde van de middag keek ik in het Stadio Erasmo Iacovone naar een voetbalwedstrijd van jeugdteams. De beleving was italiaans. En ik bracht de avonduren door in het sportcomplex Meridiano. 

vrijdag 23 maart 2018

Dag 143 Gallipoli

Rijdend door de hak van de laars..Wat heeft Italia eigenlijke een lelijke vorm. Ik reed langs de rotsige kust door een saai gebied. Wel zijn er nogal wat kalksteengrotten. Castro is klein, heeft een mini-haventje en kasteel. In Andrano is het kasteel woonhuis geworden. Miggiano heeft een standbeeld voor Padre Pio. In Tricase zag ik een spaans-achtige kerk. Het gebied is lang onder spaanse heerschappij geweest. 

De plaatsjes zagen er armelijk uit en jeugd zag ik er nauwelijks. Vanwege de schrijversnaam van vriend Jos week ik uit naar Specchia, dat een verrassend aardig centrum rond een plein heeft. Plaatsen, zoals Alessano en Gagliano hebben kerken in romaans-gotische stijl en stadhuizen met lange, rechte torens en plat dak. Het is er vaak uitgestorven. En tegen het middaguur arriveerde ik over de SS275 in Leuca. Zuidelijker kon ik niet gaan. Hier eindigt Puglia. Bij de Marina lunchte ik in het camperbusje. 

Leuca ligt aan de samenvloeiing van twee zeeën. Beeldbepalend is de witte vuurtoren uit 1864. Zoals in Galicië bij Finisterre (= einde van de wereld) kent deze plaats bij een kerkje en de resten van een tempel ook een Finibus Terrae

Patu ~ Centopietre

Ik keerde om in noordwestelijke richting en bezocht Patu met een prehistorisch heiligdom met binnen fresco's van dertien heiligen. Ik reed over de SS274 ipv langs de kust die hier niet zo aantrekkelijk is. Acquarica heeft wel een fraaie Via Giuseppe Gianuzzi, maar het was buiten maar 9⁰C, wisselend bewolkt en miezerig. Sinds twintig dagen (in Viareggio) niet meer zo'n lage temperatuur meegemaakt. 

In kilometers reed ik vandaag niet zoveel (85km) maar het landschap was eentonig vlak en rustig en daar paste ik me bij aan. De plaatsjes Racale en Taviano leken in een langdurige siësta te verkeren.

Het einddoel was Gallipoli. Het ligt op een schiereiland en heeft nog altijd een grieks-byzantijnse uitstraling. De stad heeft een 17e eeuwse  dom in zandsteenkleur met prachtige facade. In de omgeving wandelde ik wat rond. Jammer dat auto's steeds de plaatjes verpesten. Links van de brug staat het kasteel; aan de landzijde een fraaie fontein. De 40e die ik fotografeerde. 

Gallipoli ~ Il Duomo

Het nieuwere Gallipoli heeft een rechthoekig stratenplan en totaal andere sfeer. Het weer weerhield me van verdere activiteiten. Ik parkeerde bij een waterpark dat gesloten was en bracht de verdere uren tamelijk passief door. 

donderdag 22 maart 2018

Dag 142 Cesarea Terme

Met moeite afscheid genomen van Lecce, maar toch over de SS16 verder gegaan in zuidelijke richting door het landschap van Puglia. Ik hield even halt in het historische centrum van Maglie. En ook hier weer een fraaie ijzerconstructie. Aan beelden nooit gebrek in de italiaanse steden. 

Otranto ~ overzicht

Daarna ging ik over een bijna kaarsrechte weg richting kust, naar Otranto. Nergens anders liggen Albanië en Griekenland zo nabij. Van oorsprong is het ook een griekse stad. Er staat een kasteel uit de tijd van Frederik II, dat eind 15e eeuw herbouwd werd. De kathedraal uit de 11e eeuw heeft een eenvoudige gevel. De crypte heeft maar liefst 42 marmeren zuilen. In de S.Pietro zijn fresco's te zien. 

Ik had nog zoveel uren over dat ik in de regen ben doorgereden naar camping Miggiano aan de Adriatische kust bij het ommuurde S.Cesarea Terme. Een stenig, kaal kalkgebied. De plaatsjes vaak armelijk. Het werd weer eens tijd om op een camping mezelf en de escotheo goed te verzorgen. En ook alle indrukken te laten bezinken bij de wandeling langs de rotsige kust.


Cesarea Terme ~ rotskust

woensdag 21 maart 2018

Dag 141 Lecce

Iedereen die ik sprak over Italia had het over Lecce in Puglia. Dat werd vandaag mijn enige reisdoel, over de SS16 40km zuidelijk van Brindisi. Ik bereikte het om 10.15 uur en werd al meteen enthousiast.

Het was 16⁰C en overwegend zonnig, dus veel beter kon het niet in deze tijd van het jaar. Ik zette mijn vervoermiddel neer bij het Parco Belloluogo en ging verder met de vouwfiets. 

Lecce ~ amfitheater

Door de Porta Napoli en langs het Palazzo Palmieri kwam ik het centrum binnen. Eerst bezocht ik de Basilica S.Croce aan een ideaal plein met ook nog een voormalig klooster, stadsmuseum en andere gebouwen. In een overdadige barokstijl, maar weer anders dan in Rome.

Voor de lunch betrad ik het Giardini Pubblici, een park zoals elke stad zich zou wensen. Via smalle straten passeerde ik paleizen en kwam op het Piazza S.Oronzo, het centrum van de nieuwe stad, maar nog wel met de resten van een romeins amfitheater en een zuil, een loggia en kerkje. 

De stad heeft uiteraard ook nog een kasteel, het Castello Carlos V, voor de Nederlanden een bekende. Mijn euforie voor Lecce bereikte het hoogtepunt op het Piazza del Duomo, waar ik gebouwen aanschouwde met prachtige barokke facades. Ik ben er op een bankje ruimschoots gaan genieten. 

Lecce ~ kathedraal S.Croce

De middag vorderde en ik raakte maar niet uitgekeken. Op het Campo Santo staat een voormalige benedictijnerkerk uit de tijd van de Noormannen en Hohenstaufen. Maar heeft allerlei bouwkundige aanvullingen ondergaan. Ik keek er ruim een uur rond. Op een dakterras had ik ook nog eens uitzicht over de stad.

Ik kwam van de ene verrukking in de andere: de facade van de S.Chiara, de gotische arcaden van het Palazzo del Seggio, de exterieurs van de S.Angelo en S.Matteo. 

Ik heb al veel gezien van Italia en natuurlijk zijn er meer prachtige steden, maar Lecce heeft zelfs mijn verwachtingen overtroffen. In de avonduren keerde ik na de maaltijd in de escotheo terug. En bij de sfeervolle verlichting wist ik dat mijn reis -als ik zou naar huis gaan- nu al geslaagd was.

dinsdag 20 maart 2018

Dag 140 Brindisi


De kust liet ik voor wat ze waard was, want op 55 km van Bari, gelegen op een vruchtbare hoogvlakte met veel gaarden, is er het UNESCO-dorp Alberobello van de Trulli's. Ik was er om half elf met weersomstandigheden, die steeds beter (warmer) werden. Puntmutsachtige huisjes staan her en der door het dorp verspreid. Op het eerste gezicht een hippiedorp, maar niets is minder waar, opgeklopte commercie en toeristisch. Ik ging er verrukt rondslenteren en bezocht het Museo del Territorio

Ik vervolgde rond het middaguur en reed in het mediterrane landschap van Puglia door plaatsen als Martina Franca, Ostuni, S.Vito. Duidelijk anders dan eerder in Italia. Steeds erg oud, vaak vervallen en rommelig, maar in het centrum sfeervol. De bouwstijlen variëren. De mensen zijn er donkerder en gemiddeld ouder en armer. Maar zoals overal in dit land: genieten van het weer, van eten & drinken, van feesten, van kinderen. 

Brindisi ~ bisschoppelijk paleis

Ik bereikte de havenstad Brindisi (90.000 inwoners), dat aan het einde van de Via Appia lag. Twee zuilen getuigen er nog van. Na een kort bezoek aan de Sa.Maria Casale kon ik de escotheo goed kwijt bij het Parco Cillarese, op loopafstand van de haven en het centrum, dat grote pleinen heeft en nauwelijks smalle straatjes. De stad wordt gedomineerd door de hooggelegen normandische burcht en de basiliek. Enige etages lager is het  Palazzo Granafei.  

Het meest genoot ik in de zon van de zuidelijke sfeer. 's Avonds heb ik nog een paar uur door de stad geslenterd en op een terrasje Malvasia Nera gedronken. Ik zag ooit een stel uit Ik Vertrek dat Puglia uitkoos voor een camping. Ik kan het goed begrijpen.

maandag 19 maart 2018

Dag 139 Bari

Niets is zo fijn als de deur van het camperbusje open te doen en de zon te zien en voelen schijnen. Ik vertrok na de spits over de SSS43 richting Adriatische kust. Druk ochtendverkeer, maar haast heb ik niet. Wel moet ik superalert zijn. 

Trani ~ S.Nicola Pellegrino

Ik reed langzaam door Barletta met het Palazzo della Marra, het Castello Svevo en de Kolos -een bronzen keizerstandbeeld van 4,5m- als bezienswaardigheden. Ik bereikte de 10.000 km op de teller. En daarna vervolgde ik over de SS16 omdat ik de kathedraal van Trani wilde zien. Dat gebeurde rond cappuccino-tijd. Het staat op een groot leeg plein van grote tegels. De S.Nicola Pellegrino is een van de mooiste romaanse kerken van Italia. Het heeft een boven- en een benedenkerk en een crypte. Het was heerlijk om rond de haven, in het oude centrum te lopen, m.n. de Via Ognissanti. Er staat een massief vierkant kasteel, er zijn oude, vervallen kerken en paleizen, en heeft sfeervolle piazzetta's. Ik had er een dag kunnen blijven, maar de reisdrang speelde na een paar uur weer op. 

Via de kustweg reed ik door Biseglie en Molfetta, vreselijke plaatsjes om doorheen te rijden, maar met weer een indrukwekkende kathedraal (Duomo Vecchio).   

Op naar de grote havenstad Bari, dat lang deel uitmaakte van het Byzantijnse Rijk. De stad ook van S.Nicolaas! Je moet even door lelijke buitenwijken heen. Ik zette de escotheo neer bij de begraafplaats, die ik even betrad, en ging met de vouwfiets de stad in met opvallend rechte straten. Het oude centrum bij de haven is geheel anders: oud, smalle straten en steegjes, veel reliëfs op bouwwerken. 

Ik bekeek het fraaie Palazzo Fizzarotti en wandelde daarna over de kleurrijke Via Appia Traiana waar meerdere bijzondere ijzerconstructies staan, o.a. van een kathedraal. 



Bari ~ byzantijnse kathedraal van ijzer

De echte kathedralen zijn de S.Sabino en de S.Nicola. Die moet je gezien hebben: In de crypte 60% van de resten van de heilige, een zilveren troon, iconen. Er is veel herbouwd, maar er zijn nog genoeg oude elementen. De S.Sabino heeft een barokke ingreep moeten ondergaan. In de Bari Vecchia staat het Castello Svevo, een oud fort dat Federico II liet bouwen. De straatjes Arco Alto en Arco Basso zijn nog leuker om te bezoeken, want hier maken de vrouwen van Bari kleine oorvormige pastaschelpjes. Veel wordt op straat gemaakt. Later op de dag zou ik ze proeven in restorante Terranima. 

De hele middag bleef ik in het oude centrum rondlopen. In de drukke haven lagen ook de veerboten naar Albanië en Kroatië, waar ik begin-mei denk aan te komen. 

Ik overnachtte op de parkeerplaats bij het cimeterio....heerlijk rustig....

zondag 18 maart 2018

Dag 138 Foggia

De hele nacht kletterde de regen op het camperbusje. Ik deed oordoppen in en de koptelefoon op en ging op m'n rug liggen. Zo kon ik toch wat uurtjes slapen. Ik wijzigde mijn plannen, want de buienradar gaf veel neerslag-ellende aan in de regio en Napels, ihb tussen half elf-elf uur. 

Benevento ~ Triomfboog

Ik reed over de langgerekte SS7 naar Benevento, terwijl de regen steeds heviger werd. Vanuit de verte zag ik de stad als een bruine bebouwde muur, temidden van beboste bergen oprijzen. De rivieren de Sabato en Calore vloeien er samen. Over de Via Napoli ging ik de oude stad binnen, langs romeinse bouwwerken als een theater en de Boog van Trajanus, de S.Sofia en het schilderachtige fort Rocca dei Rettori.

Het was te slecht weer om uit te stappen, dus reed ik door de nog rustige straten langs de Duomo met fraaie gevel en rijk portaal met een bronzen deur en daarna de stad weer uit. Ik zag nog wel dat de voetbalclub uit de serie-A om 15 uur thuisspeelt. Ze staat stijf laatste.

De regio Puglia

De regenval hield op en na 180km bereikte ik in de regio Puglia na het middaguur Foggia, waar de zon door de wolken brak en het 14⁰C werd. Zo'n lange tocht had ik sinds dag 29 Lissabon-Vila Vicosa niet meer gemaakt. Ik zette de escotheo bij de basiliek Sa. Maria Assunta, die heel vaak herbouwd is. Oorzaak: het gebied is gevoelig voor aardbevingen. 

Het centrum heeft uitnodigende piazza's, maar ook vervallen gebouwen en armoedige straatjes. Wel een groots Palazzo delle Statue. Foggia, een toplokatie is het niet. Ik wandelde wat kerken binnen, zoals de Misericordia. Het werd drukker in de stad; de regen was geweken.

Uiteindelijk keerde ik terug in de escotheo die ik neerzette bij het ziekenhuis en Parco Volontari. Ik keek naar wedstrijden uit de eredivisie. En begon aan het verhalenboek van Arnon Grunberg. 

zaterdag 17 maart 2018

Dag 137 Caserta

De weersverwachtingen voor de komende week zijn tegenvallend: grote kans op neerslag, wel gemiddeld 16⁰C. Ik verkeer op de hoogte van Barcelona, zo zuidelijk is het dus ook weer niet. Ik vertrok over de SS7 weer eens van de kust naar het binnenland, de regio Campanië. Steeds dichter bij Napels, waar ik op zondag een dag wil doorbrengen.

Capua ~ amfitheater

Het achterland van Formia heeft kale bergen. Het Parco Roccamonfina met romeinse resten is echter weer overwegend groen-mediterraan. Pas bij Capua, dat in een vlakte ligt hield ik halt. Je hebt het klassieke Capua, dat eens na Rome in de Oude Tijd de belangrijkste stad van Italia was en waar daarna belangwekkende gebeurtenissen plaatsvonden, en het huidige Capua aan de Volturno, dat zeer bezienswaardig is. Ik bracht er tussen 11 en 14 uur een bezoek. 

Op de Piazza del Duomo staat een kerk die al gefundeerd werd in de 9e eeuw. Ik raakte onder de indruk van de hoge klokketoren, de zuilen en kapitelen. De kerk heeft uiteraard een crypte, een ruimte die ik altijd wel wil bezichtigen. De Chiesa dell' Annunziata op weer zo'n kermerkend italiaans plein heeft een fraaie koepel en facade. De meeste indruk maakte vanwege de historie het Paleis van de Normandische Prinsen. In de nabijheid staat de S.Salvatore met fresco's. Ik zag de ene kerk na de andere, aan de buitenzijde en kwam uit bij de oude brug van ver voor de jaartelling. Ik reed verder en zag vanuit de escotheo de Sa.Maria Vetere en de resten van het amfitheater. 

Caserta ~ Palazzo Reale

Het doel was Caserta waar in 1819 door Carlos III het Palazzo Reale in de stijl van Versailles werd gerealiseerd. De entree was de hoogste die ik betaald had, maar het was gaan regenen en de keuze werd daardoor bepaald. Alles aan het complex is reusachtig, rijk en koninklijk (trappen, vertrekken, balzaal, troonzaal, kapel, theater), (nog nooit zoveel verschillende soorten marmer gezien); de paleistuin bezocht ik onder de paraplu: lanen, tuinen, gazons, fonteinen, kanalen, beelden. 

Tegen de avond reed ik verder over rechte wegen naar de parkeerplaats bij de Sa.Maria degli Angeli. De engelen moesten me maar beschermen...

vrijdag 16 maart 2018

Dag 136 Gaeta

Nog niet hersteld, maar nachtrust en paracetemol zorgden ervoor dat ik omstreeks het middaguur toch ging afreizen naar de kustplaats Gaeta. 45km over weer een belabberde weg met vreselijk verkeer. Italia is op dat gebied een verschrikking.

Gaeta ~ panorama

Gaeta ligt halverwege Rome en Napels en het centrum op het schiereiland Orlando. Ik kon de escotheo op een camperplaats aan de Via Fontana zetten. In de omgeving een Lido en zandstranden. Het was bewolkt, droog en 16⁰C.

Ging fietsend en wandelend het bijzondere stadje in. Over de Via Marina kwam ik bij het schiereiland waar boven zich het Sanctuario Speccata, een hoge rotskaap met een steile trap naar beneden, en het cilindrische mausoleum van een romeinse senator zich bevinden. Schitterend panorama over de stad en gelijknamige baai. 

In de stad bekeek ik het 12e eeuwse Castello waar paus Pius IX heenvluchtte, een S.Franciscus-kerk en de kathedraal die naar S.Erasmus is vernoemd. Beide gebouwen hadden vreemde elementen, zelfs byzantijnse en spaans-arabisch. Ook de klokkentoren had een aparte stijl. 

Wat ik niet wist, was dat een deel van de amerikaanse NATO-vloot er haar basis heeft. Dat was aan de horeca en de hoerenbuurt in de stad wel te merken. Nog aan de slappe kant keerde ik halverwege de middag terug naar de escotheo en ging verder rusten en slapen. 

donderdag 15 maart 2018

Dag 135 Ziek

Lees dit ook! Vannacht erg liggen transpireren en hoesten, vanmorgen nog koorts. Na het vertrek van de vroege campers werd het rustig en kon ik nog een paar uur slapen. Daarna een lange douche genomen, waarvan ik opknapte. Wat gegeten, gaan internetten, maar voelde me slap en lusteloos. Ik bleef op de camping.

Reizen. Een jaar lang door Europa. Al 9653km afgelegd. Ik moest erover (na)denken. Een soloreis is het geworden en dat kon ook niet anders. Je kunt niet een jaar lang op elkaars lip zitten, ook niet zo in een kleine ruimte bivakkeren en ieder heeft vooral zijn eigen tempo. Soleren kan ik best wel goed.

De reis heeft het karakter van een soort een bedevaart. Er is een doel, een lange weg, op jezelf aangewezen zijn, hoogtepunten meemaken en inzinkingen kennen. En ik heb in hoofdzaak in katholieke landen gereisd, dus een bedevaart kun je het wel noemen.

Wat zal me bijblijven? Prachtige landschappen en parken, interessante steden, verrassende culturele ervaringen. Maar vooral de grote aantallen religieuze monumenten: kathedralen, kloosters, kerken, kapellen, kunstwerken, devote uitingen. Eigenlijk al 135 dagen is het rondgaan in een religieus openluchtmuseum. 

Dat een religie zo allesbepalend is geweest, had ik nooit eerder zo ervaren. Dan ben ik toch wel opgegroeid in een protestants en tegenwoordig seculier land. Natuurlijk is de onkerkelijkheid ook in de zuidelijke landen enorm toegenomen, maar de gebouwen, feesten, rituelen zijn er nog. Een stadje van ca 10.000 inwoners kan nog altijd 5-10 kerken bevatten. 

Er is een patroon in de daginvulling. Na opstaan en ontbijt vertrek ik meestal om half tien, na de spits. Elke dag wil ik wel rijden, gemiddeld zo'n 65km. Ik heb me voorbereid via internet en gids op wat ik wil zien.  En vooral waar ik kan en moet parkeren. Wel treedt verzadiging op. In het centrum van een stadje rondlopen is eigenlijk het leukste. 

Cassino ~ camping

Een overnachtingsplek vinden, lukt altijd, met een voorkeur voor een woonwijk vanwege de veiligheid of op de parkeerplaats van een supermarkt, bij een park, voor campers. Een camping heb ik nodig voor de faciliteiten: sanitair, douchen, wasserette, bijvullen watertank. 

Veel binnensteden, zeker in Italia zijn nog middeleeuws met smalle, kronkelende of hellende straatjes, leuke intieme, maar ook grootse pleinen, liefst met beeldhouwwerk en fontein, de winkels en woningen boven galerijen, de veelsoortige winkeltjes, het diverse horecagelegenheden. In musea kom ik niet al te vaak en zelfs kerken vragen entreegeld. Dan bekijk ik via internet wel youtube-filmpjes. Een enkel kunstwerk wil ik met eigen ogen aanschouwen. Of een bijzonder museum binnengaan. 

Ik streef een low-budget na: vaste kosten zijn het gas, waarop ik rijd, kook en de camperbus verwarm, eten & drinken, parkeer- en campinggeld, de entrees; een enkele keer ga ik eten in een restaurant of snackbar. Daar solo-eten is nooit zo aantrekkelijk. In de escotheo koken gaat prima (en gezond). Ik heb na 4 1/2 maand €2315,- uitgegeven. Twee boetes moeten betalen en schade verzekerd gekregen.

De contacten met mensen mis ik wel. Er gaan dagen voorbij zonder direct gesprekscontact. Er zijn maar 14 contact-dagen geweest. Maar ik skype met het thuisfront en ik blog natuurlijk. De keren dat ik mensen sprak was steeds leuk, zoals in de Algarve (Sa.Eulalia), Marbella, Denia, Peniscola, St.Aygulf, Rome. Het moet wel gebeuren, anders word je een zonderling. 

Ik maak deze reis ook met de gedachte dat ik veel, zo niet alles voor de laatste keer in levende lijve zal zien. Wat mij rest zijn vakanties, dagtrips in eigen land en nog een keer naar de Azoren en/of Ierland. 

woensdag 14 maart 2018

Dag 134 Monte Cassino

Opgestaan met knallende hoofdpijn. Het zal toch niet....? Voor de trip door Italia had ik in elk geval op mijn wensenlijstje staan: Monte Cassino; de oorsprong van het westerse kloosterleven. Ik schatte de afstand vanuit Anagni op ca 80km. Om te doen. 

Over de E45 naar Frosinone, de proviciehoofdplaats. Het ligt op 229m hoogte en aan de rivier de Sacco. Op de karakteristieke top, waar dit land zo rijk mee getooid is, stond de Sa.Maria Assunta. Maar ik wilde daar vanwege de fysieke gesteldheid niet heen. Ik stapte wel even uit bij het Parco Comunale, waar sportactiviteiten waren in een flauw zonnetje bij 14⁰C.

Nog voor het middaguur bereikte ik het stadje Cassino, waar in de 2e WO zo vreselijk gevochten is en de eeuwenoude benedictijner abdij op de top werd verwoest (zie filmpje). De duitse commandant liet de kostbare boeken en voorwerpen in veiligheid brengen. De vreselijke slag/slachting duurde van 15 februari tot 18 mei 1944. Er werden 20.000 duitsers en 54.000 geallieerden gedood, gewond, vermist!!!

Monte Cassino

Daar moest ik zijn en wilde ik deze dag doorbrengen. De top is op 519m boven het stadje. De herbouw op rekening van de staat heeft tientallen jaren geduurd. Ik kocht een entree en bracht er de rest van de middag door. Je kon goed zien dat bijna alles van na de oorlog is, zoals veel in deze regio ten zuiden van Rome. Maar de diverse gebouwen en interieurs waren heel verzorgd, al kreeg ik er geen kick van. 

Mijn hoofdpijn was er niet minder om geworden. Ik daalde met de escotheo, zocht en vond een campercamping (Parking Europa), de eerste sinds 26 februari in Mortola. Daar waren de faciliteiten die ik nodig had.

dinsdag 13 maart 2018

Dag 133 Anagni

Zuidelijker dan Rome ben ik in Italia nooit geweest, dus voor mij is alles nieuw. Wakker geworden in de 17e eeuwse pauselijke zomerresidentie Castelgandolfo, dat door Maderno voor paus Urbanus VIII is ontworpen. Niet meer dan 9000 inwoners, maar wel zes kerken, zes villa's van pauselijke families (Barbarini, Chigi, Cybo) een observatorium, een nymphaeum en nog zo wat. Italia heeft een overdaad aan bezienswaardigheden. Natuurlijk wilde ik op het Piazza del Plebiscito het rose paleis zien en daarbij de S.Tomasso van Bernini met fraai cassettenplafond en het hoogaltaar van  Da Cortona.


Velletri ~ Palazzo Comunale

Bij 13⁰C en druilerig weer reed ik over de SS7 langs kratermeertjes, door Albano Laziale, Ariccia, Genzano, langs golfterreinen en boomgaarden naar Velletri waar ik om half twaalf uitstapte op de parkeerplaats van het voetbalstadion. Bezienswaardig is het Palazzo Comunale uit 1575, maar na de verwoesting in de 2e WO in stijl herbouwd. Italiaanser en klassieker voor een stadhuis kan bijna niet. Ik heb nog in geen stad gewandeld die al niet van voor de jaartelling dateert. Naast veel fraais, is er ook veel vervallen. En voor verkeer zijn het frustrerende steden. Meestal parkeer ik aan de rand van de stad en ga wandelend of met de vouwfiets verder. Na de lunch verliet ik de plaats door massieve de Porta Napoleone


Cori ~ stadbeeld

De keuze was: naar de kust rijden en in Anzio uitkomen, bekend van de landing van de geallieerden in januari-1944 of via binnenwegen naar de hoofdweg de E45. Ik koos voor het laatste en kwam in Cori, dat al in de trojaanse tijd bestond, dus superoud is. Ik zette de escotheo aan de voet van het stadje neer en wandelde omhoog, met zicht op stadmuur, naar de pittorske Via del Porticato. Je waant je terug in de middeleeuwen, hoewel ook in de Romeinse Tijd door de resten van tempels van voor Christus. 


Bonifatius VIII Caetani

De middag was al vergevorderd toen ik er eindelijk wegreed. Ik passeerde Segni en koerste op Anagni, alleen al vanwege mijn kennis over een van de beruchtste pausen: Bonifatius VIII (1235-1294-1303), die er geboren en gestorven is. Er werden trouwens vier pausen geboren. Ik bracht er de verdere uren door. De Dom is een waar romaans-gotisch kunstpaleis. Zo is de mozaiekvloer prachtig. De vermelde paus en de familie Caetani zijn er duidelijk aanwezig in troon, beelden en kapel. En dan de prachtige fresco's. Ook nog de crypte S.Magno betreden. In de stad staan bezienswaardige 13e eeuwse paleizen. 

In de schatkamer van de Dom bekeek en las ik over de geschiedenis van de stad en de pausen, ihb Innocentius III (1160-1198-1216), misschien wel de machtigste paus uit de geschiedenis. Hij stelde de suprematie over alle wereldlijke vorsten.

In de escotheo was het goed toeven: na de maaltijd, ging ik uitgebreid internetten. Zonder die voorziening zou ik nooit aan de reis begonnen zijn of die volgehouden hebben. 

maandag 12 maart 2018

Dag 132 Castelgandolfo

Heb sinds 1 november 9500km afgelegd. Rome verlaten. Een indrukwekkende, maar ook hectische stad, vooral in het verkeer. Ik wilde deze maandag op adem komen. Vanuit Ostia reed ik over een rondweg naar Frascati, een plaats die prachtig gelegen is op de helling van heuvels. Ik reed de stad in langs prachtige villa's (o.a. Lancellotti, Falconieri, Mondragone, Veccia, weer een Borghese, Grazioli) tot bij de villa Scuderie Aldobrandini, die de gelijknamige kardinaal liet bouwen. Van de barok geniet ik het meest van de facades en beelden. De schilderijen zijn vaak te overdadig en gekunsteld.

Frascati ~ Villa Aldobrandini

De wandeling in de stad bij een wisselende bewolking en 13-14⁰C was de moeite waard: de drieschepige S.Pietro van Fontana met een barokke gevel waarop Clemens XI vermeld staat en een interieur, waarin het grafmonument van Charles Eduard Stuart (1720-1788), de Bonnie Prince Charles. Ook gezien een typische jeuzuietenkerk. In alle gebouwen zijn fresco's. 

Over een akelige slingerweg kwam ik na het middaguur in het verwoeste Tusculum, waar nog wel te bezichtigen ruines zijn: villa van Tiberius, waterleidingen, cisternen, hoge muur van grieks theater. 

Grottaferrata ~ byzantijnse kapel

En dan ineens is er Grottaferrata met de abdy S.Nilodie in de 11e eeuw gebouwd is op een villa van Cicero. Paus Julius II liet Sangallo het complex met vestingwerken versterken. Binnen viel ik van de ene culturele verrassing in de andere, byzantijns, o.a. een Madonna-icoon en een met reliëfs versierde doopvont op vier gevleugelde leeuwen. Pas om vier uur verliet ik erg onder de indruk, meer dan in Rome, dit complex.

Ik reed door naar het hooggelegen Rocca di Papa, bij de kratertop Monte Cavo, dat een vluchtplaats was voor de pausen. Marino is een wijnplaatsje in de Castelli Romani. Op een feestdag moet er uit een fontein wijn spuiten, nu kocht ik een paar flessen wijn. Ook hier weer bezienswaardige kerken. En mijn favoriete object: een fontein en wel die genoemd is naar de Vier Moren. 

Castelgandolfo ~ Lago Albano

Al na het avonduur belandde ik in Castelgandolfo waar de paus het zomerverblijf heeft. De afgetreden paus Benedictus XVI moet er nog wonen. Het ligt in een groen gebied aan het kratermeer Lago Albano. Ik deed inkopen in een supermarkt en bereidde me een puur italiaanse maaltijd met Casal Montini-wijn. Ik hield lang de deur van het camperbusje open vanwege de milde avondlucht en aromatische geuren. Ik las Hotel van Cees Nooteboom uit, dat me na zijn beschreven hotel-ervaringen wat tegenviel. Alleen het hoofdstuk over WF Hermans zal me bijblijven.

zondag 11 maart 2018

Dag 131 Rome (2)

Al vroeg met de metro naar het centrum van Rome gegaan, omdat ik om tien uur de eucharistieviering in de Sa.Maria dell'Anima wilde bijwonen. In de kerk zou Antoine Bodar voorgaan, had ik van de augustijner pater vernomen. De kerk heeft een lange en bewogen geschiedenis. Het was een pelgrimskerk, die in de 14e eeuw door een echtpaar uit Dordrecht werd gesticht. Na veel gedoe werd het de kerk voor de duitstaligen. Leken van de Duitse Broederschap hadden de kerk als hun religieus centrum.

Sa.Maria dell'Anima ~ graftombe paus Adrianus VI

De kerk heeft een strakke, klassieke gevel. Is enige jaren geleden gerestaureerd en heeft een prachtig barok interieur. De nederlandse paus Adrianus VI ligt er begraven in een tombe en nog enige brabanders. De kerk telt fraaie kapellen, o.a. een van de familie Fugger.

Antoine Bodar (1944) hield voor ca. 60 personen een latijnse mis en ik constateerde hoe vertrouwd het nog voor mij was; de preek hield hij in het nederlands en duits. Na afloop was er in een zijzaaltje met hem een koffietafel. 

Bodar vertelde op zijn bekende welsprekende wijze met mooie intonatie over de vele stijllagen die in Rome kunnen worden aangetroffen: de klassieke Romeinse tijd, Romaans, Gothiek, Renaissance, Barok, Rococo, Romantiek, 20e eeuw. Voorts wees hij op de Kerk van de Friezen: S.Michaele dei Frisoni in de buurt van de St.Pieter. Er werden hem nog wat vragen gesteld, die hij minzaam beantwoordde. Hij woont 9 maanden in het convent met nog 23 andere priesters. Een vrijgesteld leven voor studie en geestelijke arbeid. De liturgie is zijn specialiteit. Een beminnelijke en toch gereserveerde persoon.

Na de bijeenkomst kwam ik op de Piazza Navona. Het was enigszins bewolkt, maar de temperatuur om het middaguur was 17⁰C. Ik liep langs het presidentiele Quirinaal naar het Piazza Barberini, waar ik de metro nam naar het Parco Caffarella, waar het goed toeven was. In de omgeving liggen catacomben. Ik wilde geen doublure van mijn verkenning van 1975. Ik genoot van de italiaanse zondagmiddag.

Roma ~ S.Giovanni

Met de metro stapte ik uit bij de Thermen van Caracalla en wandelde naar de St. Jan van Lateranen, de oudste pauskerk en lokatie van menig concilie. Een adembenemende kerk aan cultuur en historie. In de omgeving waren terrasjes en restaurantjes in overvloed. Ik bracht er de verdere uren door en keerde bij het vallen van de avond terug in Ostia

zaterdag 10 maart 2018

Dag 130 Rome (1)

Droog en zonnig. Een goed begin van de dag. Civitavecchia is ook al oud, hoe kan het anders. De zeehaven van Lazio. Het Forte Michelangelo wilde ik zien voor het afreizen naar Rome. Begin van de bouw onder paus Julius II, die ook militaire aanvoerder was, ontworpen door notabene Bramante en na 50 jaar afgebouwd door Sangallo en Michelangelo. 

Ik wandelde nog over de Piazza Leandra en zag de kathedraal S.Francesco en de Fontana Vanvitelli alvorens ik in de escotheo plaatsnam. 

Over de SS1 was het 70km naar Rome, waar ik in het heilige jaar 1975 (paus Paulus VI) een herfstvakantieweek verbleef en werkelijk "alles" gezien heb: van Vaticaan tot de catacomben en Via Appia. In de Blue Guide zie ik nog de vinkjes van wat ik allemaal gezien heb. Dus ik had me goed voorbereid wat ik dit weekend daar wilde gaan doen en zien. Ik zette mijn reisvoertuig bij het winkelcentrum Parco Leonardo, niet ver van het vliegveld Fiumicino. En van daar nam ik de metro met een kaart voor twee dagen.

Vaticaan ~ hoofdaltaar St.Pieter

Ik stapte uit bij de S.Paulo, bekeek de indrukwekkende basiliek, en wandelde via smalle straten naar de Villa Doria Pamphilij dat in een park gelegen is. Rond het middaguur was ik bij het Vaticaan, dat ik in elk geval wilde zien. Er stond een behoorlijk rij wachtenden voor de S.Pieter, maar na driekwartier kon ik de imposante kerk betreden. In 1975 heb ik er een dag doorgebracht. In het bijzonder wilde ik de grafmonumenten zien van de beide Joannes Paulus-sen. 

Wat weer opviel was het grote aantal religieuzen in het straatbeeld. Op een terrasje raakte ik in gesprek met een nederlandse pater augustijn die ik pro forma wat gevraagd had. Hij woonde al vele jaren in een convent in Rome en vertelde maar al te graag en pedant over zijn activiteiten. Ik kon zowaar nog wat vertellen van mijn Europa-reis. Maar toen ik op zijn vraag of ik in Fatima geweest was ontkennend antwoordde, was zijn belangstelling gauw voorbij.


Roma ~ Villa Borghese

De verdere middag wandelde ik door Municipio II en herkende erg veel: Pantheon, Piazza Venezia, Trevi-fontein, Spaanse Trappen, Villa Medici, Piazza del Popolo en Villa Borghese. De tuinen zijn prachtig en het standbeeld van Goethe misplaatst goddelijk.

Met de metro ging ik terug naar havenstad Ostia waar een camperplaats is. De drang om nog zoveel mogelijk te willen zien, bleef en ik ging de plaats verkennen en at in een pizzeria. Het kan niet altijd feest zijn....Behoudens de gesloten S.Maria Regina, toren S.Michele en dan de haven was er weinig bezienswaardig, maar ik ben inmiddels vreselijk blasé. 

vrijdag 9 maart 2018

Dag 129 Civitavecchia

De intensieve dag van gisteren zat nog in mijn lijf en geest. In het weekend wil ik Rome bezoeken en dus koos ik voor de route via Tuscania en Tarquinia naar Civitavecchia aan de kust. 


Tuscania ~ panorama

Uit de verte zag Tuscania er minder aantrekkelijk uit dan de umbrische bergdorpen. De stad oogt bruin-grijzig en oud; het was ooit een Etruskische stad, later Romeins. Het heeft nog steeds zijn middeleeuwse ommuring en centrum. 

Ik kon buiten de stad voor €3,- de hele dag parkeren. Tuscania is een gezellig stadje met veel kleine straatjes, oude palazzi, mooie kerken, goede restaurantjes, mooie pleintjes en een mooi marktplein met prachtige fontein… In 1971 werd Tuscania zwaar beschadigd door een aardbeving, er waren zelfs 31 doden. De franciscanerkerk is nog steeds niet opgebouwd. Het theater is inmiddels vervangen door een nieuw modern gebouw.


Ik was te vroeg voor het lavendelfestival dat ieder jaar in juli gehouden wordt, maar in het algemeen zoek ik niet zo graag dergelijke evenementen op. Te druk en je ziet betrekkelijk weinig van de stad.


De Sa.Maria Maggiore dateert uit de 8ste eeuw, maar werd herbouwd in de 12de eeuw. De kerk heeft drie bewerkte romaanse portalen met een loggia en een roosvenster.  Binnen vallen vooral de 14de eeuwse fresco’ s op over het laatste oordeel van de school van Giotto. De rechtse fresco’ s stellen de duivel voor die drie vrouwen baart.

IMG_8493
IMG_8494
              fresco



IMG_8515portaal

De S.Pietro ligt op een site van een Etruskische akropolis. Oude vrouwtjes beheren het gebouw. Op de site staan aan de linkerkant twee middeleeuwse torens en aan de rechterkant het voormalig bisschoppelijk paleis. De façade is rijkelijk versierd met een 13de eeuws roosvenster met de beelden van de evangelisten.

IMG_8510

Binnen in de kerk zijn de kolommen met kapitelen van de 11de eeuw en er is een prachtige mozaïeken vloer. In de apsis zijn er fresco’s uit de 12de eeuw. De kerk heeft een mooie crypte met veel Romaanse zuilen die allemaal uniek zijn. Deze crypte heeft in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw als decor gediend voor vele bekende Italiaanse films.

Ik lunchte aan de rand van de stad bij de aloude fontein in het gelijknamige restaurant voor een ongekende prijs-kwaliteitverhouding.

Ik koerste naar Tarquinia, dat op 133m hoogte ligt en slechts 5km van de Mediterranee. Een oudere plaats heb ik nooit bezocht! Ik zag zowaar een goede parkeerplaats in de binnenstad en besteedde de rest van de middag aan de bezienswaardigheden: wel 18 torens, de kerken Santissima Annunziata, San Antonio en San Pancrazio; het Palazzo dei Torri; het ziekenhuis Santo Spirito; het Palazzo Vitelleschi, waarin nu het Museo is gehuisvest, met als blikvanger het reliëf in terracotta met twee gevleugelde paarden uit de 4e eeuw v. Chr.


Tarquinia ~ palazzo

Het was een dag met zonnig weer en temperaturen tot 16⁰C, hetgeen ik sinds 35 dagen (Peniscola) niet meer heb meegemaakt. Ik arriveerde in Civitavecchia in de vroege avond om half negen, hetgeen ik eigenlijk nooit doe.