donderdag 30 november 2017

Dag 030 Mertola

Vandaag een maand onderweg. 3800km gereden met het camper-busje. Gemiddeld 130km per dag. Eigenlijk te veel, gezien mijn doelstelling. Heel lang solistisch, maar de laatste dagen met directe contacten en dat was hard nodig. Ik kan me niet voorstellen dat nog 11x zo'n maand voor mij haalbaar is, maar voorlopig gaan we door.

Vanuit Vila Vicosa reed ik door een landelijk, heuvelachtig en agrarisch gebied met veel gaarden en dicht langs de spaanse grens, zodat de burchten, muren en ruines heel verklaarbaar waren. De stadjes en dorpen lijken vaak verlaten, zeker door jonge mensen. 

De weg voerde over de N255 langs en meestal door de plaatsjes: Alandroal van de Ridders van Aviz, die vertrokken waren, maar ik kwam er geen kip tegen, het westelijk-gelegen Redondo, het centrum van de wijnstreek waar ik alleen vrouwen en oude mannetjes zag (wat zijn die generatie portugezen klein en krom), bij Reguensos de afslag naar nog eenzamer streken over de N256 en een (stuw)merengebied van de Barragem naar Maurão met stadsmuur en torens alsof ik in de Middeleeuwen terugkeerde. 

De smalle, landelijke M517 en het verlengde zal ik me herinneren als de eenzaamste weg die je je maar bedenken kunt. Het stadje Moura, gebouwd op een heuvel, was een en al vriendelijkheid. 


Moura

Het was inmiddels tegen 14 uur dat ik de camper op een pleintje neerzette en door het schilderachtige stad (15.000 inwoners) een wandeling maakte. Toch reed ik door naar Serpa. Het ligt op een verhoging niet ver van de grote (grens)rivier de Guadiana. Het is een vestingstadje met twee enorme poorten. Binnen de muur aan de westkant staat een groot paleis van de graven van Ficalho. Ook opvallend is het indrukwekkende aquaduct met een Italiaanse boog dat zich uitstrekt tot aan de rand van de zuidelijke muur. Ik kon ook nog moorse elementen waarnemen. 

Ik besloot toch vrij laat voor 55km zuidelijker gelegen Mertola te kiezen als etappeplaats. Had ik achteraf beter niet kunnen doen, want ik reed over een beroerde weg en door een donker bos. 


Mertola

woensdag 29 november 2017

Dag 029 Vila Vicosa

Aan het einde van een doorwoelde nacht in een diepe slaap gevallen, zodat ik om kwart-voor-tien pas de deur van de camper opende. En ik zag Magdalena zitten. Daan was al vertrokken en had haar achtergelaten. Ik moest me nog wassen en ontbijten en zei tegen haar naar de kantine te gaan. Ondertussen me opnieuw beradend wat te doen. Het gesprek verliep moeizaam, want ik had me voorgenomen haar niet mee te zullen nemen. Teveel konsekwenties. Maar haar erotische uitstraling veranderde mijn plan. Wel zei ik dat ze moest douchen, omdat ze niet fris oogde, en ik wilde haar id-kaart zien: ze is 20 jaar. Omdat ze bang was dat ik tijdens haar douchen ook zou vertrekken, wilde ze dat ik mijn horloge zou inleveren. Dat weigerde ik, zei dat ze moest vertrouwen. Wat een toestand!

Tegen twaalven pas verlieten we Lissabon, over de A6 in oostelijke richting bij goed weer. Een dagtocht voor de boeg van 200km, wat ik eigenlijk ook al niet wilde. We hadden nauwelijks conversatie en na een tijdje viel ze in slaap. In Evora lunchten we voor de camper, zonder te praten. Ik vond haar mooi en triest. We vervolgden, terwijl de radio fado-muziek uitzond, over een hoogvlakte met fruitbomen. 

Rond de klok van 15 uur kwamen we in Vila Vicosa, nu een bescheiden provincieplaats, ooit belangrijk door het Huis van Braganza, waarvan de hertogen vanaf 1640 als koningen regeerden. 

Joao IV en Paco Ducal

Ik nam afscheid van Magdalena in haar woonstraat Aldeia de Baixo. Ze was niet erg dankbaar, maar ik was blij dat ze "afgeleverd" was. Wat zou mijn reis anders geworden zijn. De camper kon ik goed kwijt bij de mercado. 

Ik verkende verder het stadje, dat voor 8500 inwoners veel historische allure heeft. De gebouwen in renaissancestijl hebben nog die allure; de interieurs hebben veel marmer. En voor mij altijd boeiend: de graven van de vorsten in kerk en pantheon. Toch was ik het meest weg van de S.Bartelomeo. Zo zijn de kleine kerken van Portugal. 

dinsdag 28 november 2017

Dag 028 Lissabon (2)

Verblijven op de camping voor €17,50 gaf in de metropool een veilig gevoel. En bovendien kon ik voor het eerst in 4 weken de was doen. Ik ontmoette er Daan die met een oud camperbusje al maanden op pad is. Hij volgt een kunstzinnige opleiding en is na Italie, de Provence en Spanje naar Lissabon gereisd. Hij was meteen een leuk contact, ook omdat hij zich in mij geinteresseerd toonde. Hij wilde naar het Museu de Arte Antiga. En we besloten samen te gaan. Zo gauw hoef ik niet naar het zuiden. En eindelijk weer eens direct contact deed me goed. We reisden met het openbaar vervoer door heuvelige straten. En bezochten eerst in de wijk Bairro Alto de prachtige Basilica da Estrela. Een pronkstuk van bouwkunst van zowel barok als classicisme. De ongelukkige Maria I van Portugal ligt er begraven, die de bouw initieerde toen zij een zoon kreeg, die echter twee jaar voor de voltooiing stierf. In het lichte, hoge interieur een fraaie koepel en veel marmer.

Lissabon ~ Basilica da Estrela

In het chique Chiado waar veel winkels en cafe's zijn samen de lunch gebruikt. Daan (28j) vertelde mij veel over zichzelf. Al een boeiend en risicovol leven. Ik kreeg nu ook te horen dat hij een portugees meisje had ontmoet, die met hem in het kampeerbusje verbleef. Maar hij wilde van haar af, hoewel zij erg verliefd was. Moeilijk. Het bleef de verdere middag onderwerp van gesprek. Ik betaalde de rekening.

Het museum in een 17e eeuws paleis bevatte prachtige collecties: beelden, schilderijen, voorwerpen w.o. een faience-viool en japanse kamerschermen. De portugese kunst had vooral mijn aandacht. Daan gaf mij interessante informatie en wijze van kijken naar kunstwerken.

Terug op de camping maakte ik kennis met Magdalena (what's in the name?). We kozen voor de kantine van de camping om verder te praten en een pasta te eten. Zij is fotografe en sprak gebrekkig engels- ik schatte haar op mavo-opleiding-, maar Daan sprak goed spaans (door zijn moeder) en dus kon er nog wat geconverseerd worden. Zijn afscheid willen nemen van haar stond centraal. Zij vleide haar hoofd tegen zijn schouder en huilde, maar hij gaf niet toe. Ze zei 22 jaar te zijn, maar voor mij kon het ook 18 zijn. 


Magdalena 

Het gesprek kreeg een absurde wending toen Daan mij vroeg om haar terug naar huis te brengen, naar Vila Vicosa. Hij wilde zelf verder naar het noorden. Een heel andere richting dan ik morgen wilde gaan. Na een fles wijn sloten we de avond af met dat ik er een nachtje over wilde nadenken.

maandag 27 november 2017

Dag 027 Lissabon (1)

In deze hoek van Europa is het al weken het beste weer. Er mag wel eens wat regenvallen, maar de temperaturen zijn 2x die in Nederland. Vandaag was het 15⁰C. 

Al vrij snel na het vertrek kwam ik in Obidos, waar voor mij het bestbewaarde kasteel uit de Middeleeuwen staat. Nog helemaal zoals het moet zijn. Ik bekeek de buitenzijde, want naar binnen ga ik niet meer: ik weet het nu wel met die harnassen, schilden, wapens en kerkers. 

Obidos ~ burcht

Mijn planning was niet goed. Ik had gisteren in de grote stad moeten zijn. Ik merkte het aan het verkeer. Ik besloot door te "kachelen" over de A8 via Torres Vedra naar de buitenwijken van miljoenenstad Lissabon: hoge appartementen, soms nog wat opgefleurd met rose-rode gevels. Door de wijk Amadora zette ik de camper bij de IKEA Alfragede, waar ik tot 22 uur gratis kon parkeren. En in elk geval even op m'n gemak lunchte. De globalisering op consumptieniveau.

Dan met de vouwfiets naar het indrukwekkende classicistische Palacio Nacional de Ajuda met botanische tuin. Ik had er wel €10,- voor over en zelfs hier wordt rekening gehouden met de seniorenleeftijd. De hele middag door de zalen gelopen. Ik ken paleizen wel met de bekende uitstalling aan meubels, schilderijen en beelden. Maar op mijn vorige Lissabon-reis in 1997 heb ik dit niet kunnen zien, vanwege andere prioriteiten. Ook nog even in de botanische tuin geweest. 

Koninklijke slaapkamer in Palacio Nacional

In de avond zette ik mijn busje op de stadscamping waar toch nog genoeg stond aan overnachters. Mijn slaapplek is niet zo fraai als die ik vanmiddag zag, maar ik sliep er wederom naar gewoonte en dat is 's avonds er enige keren uit om te plassen.

zondag 26 november 2017

Dag 026 Caldas da Rainha

Gisterenavond geen verbindingen kunnen maken via de schotel op het camper-dak. Altijd balen. Ik ben erg ingesteld op communicatie, op welke plek dan ook. Vanmorgen mijn doelstelling om op zondagen een grote stad te bezoeken bijgesteld. Lissabon is nog 200km en zoveel wil ik niet rijden. 

Via de A17 in zuidelijke richting door een vlakke streek waar nogal wat kasteel-stadjes zijn, zoals Pombal waar de beroemde markies vandaan kwam, die na de vreselijke aardbeving van 1755 lang dictator van Portugal was. Zo machtig ziet ook het ruine-kasteel er nog uit. 

Niet veel verder kwam ik in Leiria, dat best gezien mag worden op een stille zondag bij 18⁰C. Een compact stadje in het groen met op een heuvel het kasteel. Bij een parkje parkeerde ik en genoot van de rust en mijn lunch, dat meestal een kopie is van het ontbijt, en dan met vers fruit.

Leiria ~ zicht op castelo

Nu ik toch voor deze route had gekozen wilde ik Batalha na 1997, de 2e Portugal-reis, nogmaals bezoeken vanwege haar indrukwekkende gotische kathedraal. Onder zes koningen is er aan gewerkt. De koningen van het Huis van Avis en Hendrik de Zeevaarder liggen er in  eenvoudige tombes. De kruisgang is in Manuel-stijl, een van de stijlen die ik zeer bewonder. De kerk werd op deze zondag goed bezocht. 


Batalha ~ Kloosterkerk

Als je in deze regio rondreist kun je niet om Alcobaca heen, misschien wel de geboortegrond van Portugal. Het klooster dateert uit de vroege 13e eeuw, maar het is verwoest en herbouwd en heeft een lange barokgevel gekregen. Het interieur is sober. De kloostertuin is zoals ik die het liefst zie: met lage heggen, planten, beelden, doch alleen de fontein ontbrak. Ik zonk neer in meditatie over deze 26 dagen. 

Ik weet het: het is niet zozeer de lengte van de reis of de intensieve bezichtigingen, maar het vroege invallen van de duisternis (omstreeks 17 uur) dat me nekt. Als ik had kunnen genieten van heerlijk, milde avonden zou ik de reis beter kunnen doorstaan. En daarbij natuurlijk dat ik nauwelijks mensen spreek, maar heel erg op mezelf betrokken ben. Ik eindigde de dag na 106km in Caldas da Rainha, een kuuroord, bij het Dom Carlos I park. Hij is in 1910 vermoord....

zaterdag 25 november 2017

Dag 025 Figueira do Foz

De fitheid van de eerste weken is verdwenen. Ik voel me al dagen niet lekker. Een "vakantie" kan kennelijk ook uitputten. En ik ben nog geen maand onderweg van het jaar dat ik me heb voorgenomen. Daarom vandaag ook afgezien van de route Amarante-Vila Real-Lamego-Viseu-Coimbra die ik twintig jaar geleden al verkend heb. Het zou betekenen dat ik in elk stadje weer zou willen uitstappen om bezienswaardigheden.

Dus gekozen voor de kustroute langs kust- en badplaatsen die minder interessant zijn, zeker op deze bewolkte dag. Rond het middaguur parkeerde ik wel in Aveiro, waar ik nog nooit geweest was. Een behoorlijk grote plaats in een afwijkend landschap van lagunes. Het was ooit heel belangrijk als haven voor zout en vis, maar door een storm is de haven in 1575 verzand. 

Aveiro ~ kade van de Ria

Ik kwam op de zaterdag in de naweeën van de vismarkt terecht. Vis, heerlijk om te eten, maar vreselijk om te ruiken. Het was wel een genoegen om de kade langs de fraaie gevels af te lopen. Aan het centrale plein stonden de bezienswaardigste gebouwen: Misericordia, Pacos dos Concelho, S.Domingo en Carmelieten-kerk. En de buitenzijde van het station. Vaak versierd met azulejos en zwaar vergulde objecten. 

Ik reed over de N109 naar de kust- en badplaats Figueira do Foz, waar mijn vakantievriend (na mijn vertrek) zo enthousiast over was. De ligging aan de oceaan en met de serra op de achtergrond is prima. Het was verder zoals ik verwachtte een grote plaats zonder veel cultuur-historie, maar wel met toeristische hoogbouw, horeca, jachthaven, breed strand met hoge golven. Ik wandelde er aan het einde van de middag, vond een geschikte camper-lokatie bij een fort en aan de monding van de Mondego. Ik zag op de teller dat ik inmiddels de 3000km heb overschreden. In de avond koos ik voor een onderbezet visrestaurant. Als solo-eter moet ik niet in een drukbevolkt eetlokatie zijn. Dat voelt ongemakkelijk...eh niet-chill. 


Figueira do Foz ~ strandzicht in november


vrijdag 24 november 2017

Dag 024 Porto

Langs de kustweg met zicht op het lange strand van Matosinhos reed ik via de N28 het noordelijk deel van Porto binnen. Het was 16⁰C en het motregende. Ik parkeerde bij het winkelcentrum Brasilia. Met mijn vouwfiets trotseerde ik het autoverkeer en over brede straten bereikte ik het eerste doel Café Majestic voor de lekkerste koffie (zonder gebak). Een klein vermogen dat kopje, maar dan verblijf je ook in grandeur en in de art nouveaustijl. Ik was er niet erg op gekleed, maar werd evenwel correct bediend. De elite van de stad moest nog binnenkomen.

Porto ~ Cafe Majestic

Ik fietste verder. De S.Ildefonso heeft een gevel van azulejos. Via het Praca Batalha kwam ik bij het langgevelige bisschoppelijk paleis en kathedraal, dat ik bezocht en vandaar ging ik eerst het mooiste stationsgebouw S.Bento van de wereld binnen en vervolgens de Ribeira in, een wijk met smalle straatjes, kleurige gevels, winkeltjes, werkplaatsen en wasgoed. Sinds mijn bezoek in 1996 is de stad als culturele hoofdstad (2001) en het EK Voetbal (2004) wel behoorlijk opgeknapt. Ik wandelde over de kade langs de portschepen op de Douro.

Station S.Bento

Het was weer voor een museum en uit de mogelijkheden koos ik voor het Museo de Etnografia e Historia. Niet eens langs vele schilderijen en beelden, maar voorwerpen uit de regio. Ik bleef er -met de lunch mee- langer dan gepland. Ik besloot de middag op het centrale plein bij het standbeeld van Dom Pedro V en de Clerigos Toren, waar ik in mei-1996 de studenten in de kleuren van hun college zo feestelijk voorbij had zien trekken. De sfeer was nu neerslachtig en gehaast. 

Ik neusde nog even in boekwinkel Lello en keerde terug naar de camper. Ik haalde in de super wat boodschappen. En vertrok door de agglomeratie die 2,5 mensen telt over de Ponte de Arrabida en de Douro naar het golfterrein van Quinto do Fojo waar ik me veilig voelde voor weer een nacht. Het was opgehouden met regenen.

donderdag 23 november 2017

Dag 023 Vila do Conde

Begin-mei 1996 verkende ik deze regio. Ik wilde geen doublures, dus ging ik dingen zien die er toen niet van zijn gekomen. Barcelos was toen een van mijn favoriete lokaties. Een kleine stad vol heerlijkheden. Overal bloemenpracht, maar in deze herfst mocht het er ook zijn. In de hele regio geniet ik van de parken en de pleinen, waar oude huizen in stijl staan, met hun decoratieve gevels en gietijzeren balkons met bloembakken. In de ochtend op de Campo da Republica koffie gedronken en met de reisgids van Lannoo de dag voorbereid. Ik kon het niet laten de met azulejos versierde NS do Terco te bezichtigen en daarna het Museu da Olaria, waar het keramiek uit de streek wordt tentoongesteld. 

Barcelos ~ NS do Terco

Verder naar bisschopsstad Braga, dat wel dertig kerken telt. Niet om opnieuw de vele treden van de Bom Jesus do Monte te beklimmen, maar de sfeer van de stad te proeven tijdens lunchtijd in Cafė Brasiliera.  Ook niet ver van het barokke Palacio do Raio in mijn lievelingskleur blauw. Binnen zag ik in een zaal tientallen portretten van voorname personen. Langs het bijzondere stadion gereden, dat tegen een hoge rots is gebouwd. 

Braga ~ Palacio do Raio

Op door een liefelijk heuvellandschap naar de vestingstad Guimarâes waar ooit het koninkrijk onder Dom Alfonso Henriques begon en waar ik de camper dicht bij het Largo do Oliviera met zijn arcadegebouwen kwijt kon. Ik trek altijd wel bekijks merk ik bij het uitstappen. Ik wil het busje niet schoon wassen; het moet er niet te aantrekkelijk uitzien. De verrukking van het klooster dat als pousada (luxe hotel) is verbouwd  is er wel, maar ik bezwijk niet voor €120,- per nacht. Het miezerde in de stad, maar wel bij 18⁰C. De fraaie, barokke NS de Consolacao was een indrukwekkend weerzien. Wat een monumenten heeft dit Portugal!

Guimaraes ~ NS de Consolacao

Het laatste traject over 50km reed ik over de A7 naar de kust, naar Vila do Conde. Niet ver van Povao de Varzim, waar ik in 1996 zeven nachten doorbracht. Nu koos ik zorgvuldig voor het Pavilhao de Desportes, waar ik tot laat in het restaurant de rolhockeywedstrijden kon zien bij een glas Vinho Verde.

woensdag 22 november 2017

Dag 022 Barcelos

Het moest een keer gebeuren. Vannacht werd er om half een op de camper gebonsd met de kreet "policia". Ik lag voor mijn doen diep te slapen, dus het duurde even voor ik voor het raam verscheen onder voortdurend gebons. Ik probeerde in het engels, maar kreeg onvervalst portugees over me heen. Dat duurde zo een kwartier, waarna ze mij sommeerden om naar het politiebureau in Viana do Castelo te volgen. Daar werd ik in gebrekkig engels ondervraagd. Ondertussen werd mijn camper doorzocht, hetgeen ik vreselijk vond. Ik probeerde met "Fatima, Fatima" het doel van mijn reis te verklaren. Om een lang verhaal kort te houden heb ik mijn laptop gehaald en laten zien dat ik met een reis bezig was. De foto met mijn zoon in Santiago gaf de doorslag. Maar ik mocht niet zomaar ergens gaan staan in Portugal en met een boete van €90,- kwam ik er -voor hun doen- genadig van af.

Promenade Esposende

In de nacht reed ik om kwart-voor-drie klaarwakker 30km zuidelijker, langs de kust over de N13 naar kustplaats Esposende, waarna ik nog iets van de nacht probeerde te maken. De ochtend bij heerlijke temperatuur doorgebracht bij en op de promenade. 

Pas na de late lunch 17 km oostelijker doorgereisd naar Barcelos, dat mij in 1996 zo uitstekend beviel. Provinciaals, maar sfeervol. Het stadje heeft drie mooie parken, waar ik in de buurt wilde blijven. Daar parkeerde ik, in de hoop....

De haantjes van Barcelos

dinsdag 21 november 2017

Dag 021 Viana do Castelo

Bij heerlijk weer vertrokken. Eigenlijk geen weer om lang in een camperbusje te reizen, maar ik heb de dagtocht gepland, ondanks de overweging dat ik een jaar lang wil reizen. Innerlijke drang. Maar vandaag eens ander landschap. Ik wil het binnenland in.

Over de rivier reed ik over de grens en kwam in Portugal. Na drie weken en 2800km. Meteen in Valenca al utigestapt, want het Fortaleza moest wel bezichtigd worden. Maar in de binnenstad zag ik meteen al de typisch portugese bouwstijl met de brede randen om de ramen en de azulejos. 

Valenca

Ik koos voor de N101 nog langs de Miňo, maar bij Monḉao boog de weg af naar het zuiden. Bochtige, smalle weg langs bos en akkers en muurtjes. Het oude, eenvoudige Portugal. Na het middaguur kwam ik over een oude brug in Arcos de Valdevez. Fraai gelegen aan de rivier met enige grote gebouwen bij de parochiekerk. Toch reed ik nog even door naar Ponte de Barca, waar een zwembad is, waar ik na het zwemmen ook weer eens wilde douchen...

Verfrist en verschoond en na een late lunch vervolgde ik over de N202 naar Ponte de Lima, aan de gelijknamige rivier en met een grote parkeerplaats onder de kade. De N203 bracht me bij de eindbestemming van de dag in Viana do Castelo, waar ik ooit in 1996 een dagdeel rondgewandeld had. Het was nog 17⁰C en dus koos ik voor een terras op het Praca da Repubblica.


Binnenweg

maandag 20 november 2017

Dag 020 Tuy

Op mijn voorkeurstijd half tien vertrokken in zuidelijke richting. Bij O' Vao de brug over de blauwe Ensenada de S.Simon genomen en verder gereden over de N550. Ik wilde niet langs en door de havenstad Vigo, waar ik al in oktober-2016 was. Ik reed door een rommelig agrarisch gebied tot de doorkomst van Redondela me aangenaam verraste. Maar ik ga niet meer voor elke romaanse kerk mijn camper uit.

Om koffietijd stapte ik uit in O'Porrino. Met 18⁰C een goede temperatuur. Voor een plaats van 18.000 inwoners had het in het centrum veel etagebouw. Het Conselho was door haar decoratieve gevel wel het mooiste. De mensen maken een relaxte indruk, wel drinken ze bij voorkeur koffie of thee aan de bar, terwijl ik graag bij een raam ga zitten met gids of krant. 

O'Porrino ~ stadhuis

Ik volgde over de rechte, tweebaans A55 met aan de ene zijde industrie en de andere akkers en tuinen. Al tegen het middaguur arriveerde ik in  Tuy, een grensplaats aan de spaanse zijde. Bekend om zijn oude lavadero, maar meer nog om de Catedral de Sa.Maria. Een fortachtig gebouw met kantelen en torens. De timpaan en vooral de ruime kloosterhof en -gang waren fraai. 

Het is verder een dichtbebouwd stadje met smalle straten en onduidelijke planologie aan de bekende rivier de Mino, waar ik mijn camper goed kwijt kon, want verder wilde ik niet gaan. Genieten van het mooie weer. En na een rustpauze met mijn vouwfiets over de paseo langs de rivier rijden. Eenvoudiger kan het leven niet zijn.


Kathedraal ~ Tuy

zondag 19 november 2017

Dag 019 Pontevedra

Al sinds ik reizen maak, wil ik op zondagen een grote stad bezoeken, vanwege het gratis kunnen parkeren in het centrum, het verminderde autoverkeer en het ontbreken van weekse drukte. Zo'n stad wordt anders, in elk geval aantrekkelijker.

Ik volgde vanaf half tien de kustweg langs het natuurpark van het Umia moeras, ook omdat ik in La Lanzada een Mariabeeld wilde zien, waar bedevaartgangers op afkomen. Het achterland is heuvelachtig met tal van verspreide woningen met rode daken en witte gevels. 

Ik reed met plezier over de Paseo van Sanxenxo, een verrassende badplaats met een groot strand tussen de basaltrotsen. En zo waren wel meer plaatsen langs de ria, terwijl de PO 308 me tot in Pontevedra bracht. Een boeiende stad met kerken, paleizen, vele pleinen. Ik heb er vele uren doorgebracht bij de aangename temperatuur van 18⁰C.

 Basilica Sa. Maria Maior

Het pronkstuk is de voorgevel van de basilica, waar ik al meteen vanuit het kampeerbusje mee geconfronteerd werd. Het is notabene werk van ene Cornelis de Holanda. Apart vond ik ook de bouw van de sierlijke La Pelegrina. Ik zag wat verder het optreden van Los Gaiteros-ensemble in traditionele kleding. En ging daarna lunchen bij het Castro Monteagudo met zijn leuke bankjes en laurierboompjes. En zo zijn er meer sfeervolle pleinen. Op het parkachtige Praza de Galicia kwamen families samen.

Palacio Lourizan

Ruines kunnen ook nog mooi zijn, vaak heel fotogeniek, zoals die van het romaanse Covento de S.Domingo. Van een 24-uurseconomie is nog weinig te merken; alle winkels zaten dicht, helaas ook een goede boekhandel. Hoewel ik het niet van plan was, koos ik ervoor om de stad rond 17 uur te verlaten op zoek naar een veilige camperlokatie. Over de lokale AP-9 bereikte ik Lourizan waar ik avond en nacht ging doorbrengen.

zaterdag 18 november 2017

Dag 018 Cambados

Veel gehoest de afgelopen nacht, maar toen ik me omstreeks 10 uur met mijn hoofd buiten de deur waagde, werd ik verwarmd door de zon: 14⁰C. Kom daar maar eens om in grijs-guur Nederland waar de Sint in Dokkum met zwarte en roetveeg-pieten aankwam. 

Allereerst ging ik naar de markt van Padron, die wel enige vermaardheid heeft. Ik ben niet zo'n fervente marktganger, maar dit was niet verkeerd: veel lokale producten, waarvan ik de kaas, fruit, groente en het brood kocht. De hete pepers liet ik liggen. 

Ik reed tegen twaalven over de lokale 548 langs de rivier de Ulla en de Ria-kust naar het Parque do Centenario in Vilagarcia met z'n strand en jachthaven; het mediterrane park was een prima lokatie voor de lunch op een klapstoeltje voor de camper (en dat voor het eerst). 

Ik had er een dag kunnen blijven, maar vervolgde naar Vilanova in een spectaculaire situering en ook al met strand, parkjes en oude gebouwen. Maar ik had inmiddels het wat zuidelijker gelegen Cambados als einddoel gesteld; de kleinste dagafstand sinds het begin van deze reis: 40km. 

Centrum Cambados

Het is een oude plaats, nog met middeleeuwse gebouwen, maar ook van tuinen en paleizen, zoals het Palacio de Fefinanes. Ik bezocht ook nog bij de kerkruine van Santa Marina het kerkhof; ik wil niet zeggen dat ik gek op kerkhoven ben, maar door de jaren heen heb ik er heel wat bezocht; in het buitenland blinken ze uit door kitscherige objecten. 

Santa Marina met cimeterio

Aan het einde van de middag koos ik via een lange brug voor het overnachtingslokatie op het Ila de Arousa, want een eilandje laat ik niet zomaar passeren. Het was er meer bebouwd dan ik verwachtte. Ik zocht een plek bij het stadje tussen wat andere campers, w.o. een britse. 

vrijdag 17 november 2017

Dag 017 Padron

Voor het eerst deze reis geen zin om te rijden: verkouden. Kan ook niet anders met die temperatuur-wisselingen: in-en-uit de camper, in-en-uit een gebouw. Ik zou het liefst doorrijden naar Portugal, de Algarve waar het nog boven de 20⁰C is. Het was bij vertrek 14 en zou oplopen tot 18⁰C. Niet slecht..

Maar het eerste doel moest zijn: Fisterra. Finis Terra, het einde van de Aarde voor de middeleeuwers, waar ik even in mee wilde gaan. Na 54km over binnenwegen en door een liefelijk landschap bereikte ik de kaap, die niet spectaculair is. Volgens traditie werden hier de pelgrimskleren verbrand, ik deed dat met een onderbroek en T-shirt. 

Fisterra/Finis Terra


Ik reed verder langs de Ria-kust, door kustplaatsen en langs rotsen en stranden. Het was droog en zonnig en er stond weinig wind, maar pas in Noia verliet ik na 61km de camper. De stad bestond al in de Romeinse Tijd. Uit latere tijd de S.Martin met een mooie gevel. Daar liet ik het bij.

Voorwaarts naar Padron aan de Ria de Arousa, ook al meer dan 2000 jaar oud. Gebouwen in allerlei stijlen. Ik waagde me buiten de camper waar het aangenaam warm was. 


Padron

Ik vond een goede lokatie bij de Rua Calera, dicht bij de rivier. Ik maakte niet veel werk van mijn avondmaal: gebakken eieren met spekjes op bruin brood. En dook met het derde boek van deze reis het bed in.

donderdag 16 november 2017

Dag 016: Santiago en verder

Heel vroeg wakker, anders dan anders. Ik denk de magnetische werking van Santiago de Compostela, waar ik in oktober-2016 met mijn zoon voor het eerst was, nadat we in Vigo naar de uitwedstrijd van Ajax gekeken hadden. Het was mijn voorwaarde om mee te gaan. Ik heb er dus al veel gezien.

Over de A540 reed ik bij 12-14 ⁰C naar Palas de Rei, een kleine stad maar wel met heel oude romaanse gebouwen (kerk, klooster, kasteel). Na 120km kwam ik om 10.50 uur aan in de heilige stad, waarvan meteen al de torens het uitzicht domineerden. De snelste route vanuit Utrecht is 1945km; ik heb er bijna 2500km over gedaan. Ik ging voor betaald parkeren op de Plaza Galicia staan. Fotografeerde de lokatie, want je weet maar nooit wat je kan overkomen... 

 in 2016 met mijn zoon
Portaal Hostal des Reis

Al snel was ik via het Praza da Quintana de Mortos op het grote Plaza del Obradoiro, waar het druk maar niet superdruk was. Plein en gebouwen imponeerden; de kathedraal nog altijd in de steigers. Duidelijk veel pelgrims waargenomen. Ik heb een voorkeur voor het Plaza de las Platerias met fontein, waar ik in een kleine super broodjes en drinken kocht. 

Ik raakte in gesprek met twee jonge ierse vrouwen die vanaf Bordeaux waren komen lopen. Beiden heel katholiek. Ze hadden er 49 dagen over gedaan. Ook anderen sprak ik en ineens werd ik op de rug geklopt door Marcel en Emma, oud-collega en zijn vriendin. In een nabij restaurant dronken we een wijntje en praatten bij. Zij waren met het vliegtuig gekomen en bleven er een week. 

Ik wilde in de stad een keuze maken wat ik in 2016 nog niet gezien had, maar ging in elk geval de kathedraal binnen. Eigenlijk bizar dat er zo'n gebouw met alles erop-en-eraan is neergezet voor een absolute fictie. Maar het werkt al eeuwen... Dit keer wel in de kloosters S.Martin Pinario en S.Francisco geweest. Gebouwen in velerlei stijlen en kloosterhof.

Om 15.15 uur reed ik de stad uit, in noordelijke richting over de A406. Het contrast was groot. Het landschap glooiend groen. Ik zocht een overnachtingsplek in het eenvoudige Santa Combra. En het bleef nog lang onrustig in mijn geest. Een relaxed dagje zou welkom zijn.

woensdag 15 november 2017

Dag 015 Lugo

Het weer zag er vanmorgen goed uit. De zon scheen en ik vertrok in deze regio als een pelgrim. Over de AP 71. In Astorga maakte ik bij zon en 11०C een tussenstop. Voor de echte pelgrims was er het woeste gebied van de Maragatoria met verlaten dorpen en slechte wegen en wrede honden. En het Cruz de Hierro, waar een heuvel is ontstaan door de keien die pelgrims meebrachten. Maar ik zat in een veilige en comfortabele camper. 

Astorga is een liefelijke bisschopsstad op 890m hoogte. Nog met resten van stadsmuren uit de romeinse overheersing. Ik parkeerde op het Plaza Mayor; Spanje grossiert in boeiende pleinen met deze naam. Met maar 12.000 inwoners. Wel rijk aan monumenten. Ik telde op mijn rondgang maar liefst 11 kerken. Het P.Episcopal van Gaudi is bouwkundig natuurlijk bijzonder, de kathedraal Sa.Maria werd pas in de 17e eeuw voltooid en bezit platareske elementen en het mooiste voorportaal dat ik gezien heb, het barokke ayuntamiento was ook het bekijken waard.

Astorga ~ Palacio Episcopal 


Om 13 uur reed ik verder en wist dat ik allerlei plaatsen van de camino francès links en rechts zou moeten laten liggen. Er leiden vele wegen naar Santiago. Ponferrado wilde ik alleen al zien vanwege de Tempeliersburcht. De machtige poort is zo middeleeuws als het maar kan. 

Verder door sierras met de prachtigste namen. Over de A6 door Galicia langs het Monasterio de Sa.Maria de Cannacedo, het Castillo de Villafranca, kwam ik na een dagreis van 225km (de langste tot heden) aan in Lugo, dat mij meteen al bekoorde door de stadsmuur en poorten, w.o. de Puerto de S.Pedro. Ik zette de camper neer bij het Parque Rosalio de Castro. En koos op het Plaza del Campo met zijn knoestige bomen bij het stadhuis een laat terrasje voor tapas en een rood wijntje. Het mooiste gebouw vond ik de gevel van het Museo Provincial op het Praza Alacante. Voor de nacht zette ik de camper neer bij het winkelcentrum Albella.


Lugo ~ stadspoort S.Pedro

dinsdag 14 november 2017

Dag 014 Leon

Het was een stille nacht en ochtend. Gewekt door de vogeltjes. Om half tien bij stralend koud weer vertrokken over de autocamino A231. Een eind weg van de camino francès naar Santiago. Over de meseta, het plateau van Castilië, waar het in de zomer snoeiheet kan zijn en ik op mijn dashbord 5⁰C zag staan. Het was te koud om in Carrion de los Condes uit te stappen, maar ik kreeg wel een goede indruk. 

Tegen koffietijd arriveerde ik in Sahagun, aan de verfrissende Rio Ceo, ook zo'n bekende pelgrimhalte. De machtige bakstenen abdy  S.Tirso in mudejarstijl werd gerenoveerd en was gesloten. De drieschepige S.Lorenzo met stoere toren en vier rijen arcaden kon mij meer bekoren. 


Sahagun ~ S.Lorenzo

Ik reed vanuit de populierenlokatie na de lunch in de camper vanwege de kou verder over de A231 en zag vanuit de verte al Leon opdoemen. Met op de achtergrond het Cantabrisch gebergte. Ik parkeerde bij het Parque El Cid en begon aan mijn urenlange rondgang door de stad, die geleidelijk opwarmde tot 14⁰C.

Mijn eerste gang was naar de indrukwekkende kathedraal Sa.Maria de Regla. Het uiterlijk deed denken aan de kathedralen van Reims en Amiens. De facade met roosvenster en portaal met beelden is al prachtig. In het interieur deden de zonnestralen door de prachtige gebrandschilderde ramen hun wonderlijk werk. Uren heb ik gekeken naar altaar en in kapellen. De koorbanken zijn uniek. En altijd sta ik stil in overdenking bij grafmonumenten. Ik eindigde in de kloostergang. Wat kon er nog meer overtreffen? Cees Nootenboom heeft er in 1986 zo euforisch over geschreven.


Leon ~ kathedraal


Leon en Asturië zijn de enige streken in Spanje die niet door de arabieren bezet zijn. Katholieker kan het niet zijn. Ik heb die religie verlaten, maar bewonder haar cultuur. Ik moest naar de graven van de koningen die dit mogelijk hebben gemaakt: het Panteon de los Reyes. Het is er rustig en schemerig in de crypte bij de tombes, waarop soms zelfs namen ontbreken. Er liggen er velen. Heel fraai zijn de fresco's, die wonderen van schilderkunst. Ik kan nog altijd de bijbelse figuren en taferelen benoemen. Hoeveel kerken en kapellen zal ik al niet bezocht hebben. Spanje is wat dat betreft een paradijs. Ik kom versuft terug uit de historie in de werkelijkheid.


Pantheon de los Reyes

De middag is al vergevorderd. Wat nog te doen? Door het centrum lopen langs nog meer kerken (het lijkt wel Rome) en monumenten (Casa Botines van Gaudi, de Colegiata S.Isidoro met koningsgraven, de rijke gevel van de S.Marcos) en eigentijdse gebouwen. 

Buiten het centrum, aan de andere kant van de Bernesga, valt Leon ineens tegen: smalle, slechte straten en eenvoudige gebouwen. Ik stationeer bij het ziekenhuis. In de camper herlees ik De Omweg naar Santiago. Ik weet het: ik heb veel nog niet gezien. Zo'n stad grondig verkennen, is een week werk. En dat geef ik mezelf niet. Morgen weer verder richting......Santiago.

maandag 13 november 2017

Dag 013 Burgos (2)

Voor het eerst (vroeg) wakker geworden door het verkeer en leveranciers bij de hypermercado in Burgos. De stad ligt op 859m hoogte. Het was kil met een flauw zonnetje, waar je wel in moest proberen te lopen. 

Kathedraal van Burgos

De kathedraal in gotische stijl met latere aanpassingen is een wonder van architectuur en inrichting. Alleen de slanke, hoge torens al zijn wonderschoon. Binnen is er zoveel te zien en te fotograferen: reliëfs, beelden, schilderijen, ramen, roosvenster, altaren. Pas na het middaguur kwam ik naar buiten. Op de rondgang door de stad verraste me de S.Lermes met decoraties en grafmonumenten. Andere kerken, kloosters en hospitalen passeerde ik. Achter de eenvoudige gevel was het Real Monasterio de las Huelgas ook zeer bezienswaardig.


Stadspoort Arco de Sa.Maria

In de hele stad zijn straten, pleinen, beelden die prachtig zijn, zoals het Plaza Mayor met het standbeeld van Carlos III en Ayuntamento uit 1788. In de late middaguren bezocht ik het Archeologisch Museum (met restaurant) met in dertig zalen tal van objecten. Ik kwam enigszins op temperatuur. 

Ik wilde niet weer door stadsverkeer te vroeg wakker zijn en besloot wat verder te rijden tot aan het dorp Padillo de Bajo.

zondag 12 november 2017

Dag 012 Burgos (1)

Zondagmorgen al vroeg vertrokken bij droog weer over de binnenweg GI 2634 waar ik tot Elgoibar niemand tegenkwam. Vervolgens over de AP-1/N240 door het slaperige Bergara door een fraai landschap naar de stad Vitoria-Gasteiz, waar ik de camper om 11 uur in de rustige binnenstad parkeerde. Het was 14০C. 

Het is de grootste stad totnogtoe op mijn route; het telt 245.000 inwoners en heeft schitterende pleinen, zoals het Plaza de Virgen Blanca met Vitoria-standbeeld en Plaza Nueva met het langgevelige Casa Consistorial. De stad heeft een aantal bezienswaardige kerken en vele paleisachtige gebouwen. Ik moest kiezen. Ik ging de neogotische Nieuwe Kathedraal met zijn merkwaardige hoge gevel binnen. Ook bezocht ik, alleen al vanwege de platereske gevel, het Palacio Escoriaza-Esquinel met zijn mooie binnenhof. 


Gasteiz ~ Plaza de Virgen Blanca

Na lunchtijd reed ik door naar Miranda de Ebro, dat mooi aan de rivier is gelegen. Daarna ging ik een pittig traject in over de N124 en LR111 naar de beroemde caminoplaats S.Domingo de la Calzada met haar kloosterkerk waar kip en haan al eeuwenlang in een kooi hangen. In de kleine plaats was het redelijk druk op de sfeervolle Paseo del Espolon.


S.Domingo de la Calzada

Aan het einde van de middag bereikte ik via de N120 in het donker Burgos, waar ik de camper op veel plaatsen had kunnen parkeren.  Ik koos voor de hypermarkt Alcampo. Vandaag heb ik de 2000km gepasseerd, zo'n 175km gemiddeld per dag. Goed om te doen. Aan brandstof heb ik €148,50 uitgegeven. 

zaterdag 11 november 2017

Dag 011 Loiola

Voor het eerst met regen wakker geworden en onder paraplu m'n stokbroodje moeten halen. Op internet gekeken naar de weersvooruitzichten, die voor NW Spanje er slecht uitzien. Maar de Compostela-route was gepland en dus ga ik vandaag al richting Spanje. 

Eerst vanuit Peyrohade de heuvelachtige D936 gereden en bij Mouguerre de snelweg opgegaan. Het traject Bayonne-Hendaye heb ik ooit in 1998 gereden op weg naar S.Sebastian. Bij Irun regende het flink. Ik volgde de E70 en AP-1 en A15 over een kletsnat wegdek, maar door het ontbreken van vrachtverkeer gingen de 94km snel. Toch verliet ik om half twaalf bij Hernani even de camper om te pauzeren en de fraaie gevels van stadhuis en kerk te bewonderen. 


Hernani

Het bleef regenen, maar van Tolosa kreeg ik het prachtige zicht op de stad aan de rivier de Oria en de berg Uzturre. Toch met plu uitgestapt bij de Mercado de Tinglado omdat er een parkeerplaats vrijkwam. Anders was ik doorgereden. Ik hoefde er geen spijt van te krijgen, want ik kon de Sa.Maria met typische klokketoren en facade met Johannes de Doper zien en in de S.Francisco met lelijke voorgevel toch het zwaar vergulde hoofdaltaar. In een Panera gebruikte ik de late lunch.


Tolosa

Vervolgens reed ik over de geaccidenteerde GI 2634 in een groen heuvelachtig gebied naar Azpeitia en Loiola. Het inspannende rijden, over smalle wegen en tussen muurtjes, ondanks het bijna afwezige verkeer, was meer dan de moeite waard. Beide plaatsen hebben bezienswaardige gebouwen. En natuurlijk het Santuario de S.Ignacio de Loyola, die er in 1491 geboren werd. Zijn geboortehuis is er geintegreerd. Het complex is ontworpen door de italiaanse barokmeester Carlo Fontana. Alles is groots en indrukwekkend. Ik heb er zwaar onder de indruk de late middaguren doorgebracht. 


Basiliek van Ignatius van Loyola

Ik kwam in het donker buiten en wist even niet wat te doen. Ik besloot er te blijven op een parkeerplaats bij een parkje. Ik maakte een lofschotel met spekjes en overdekt met kaas. Ging op internet en las de biografie over Jan Wolkers uit, terwijl de regen op het dak kletterde.

vrijdag 10 november 2017

Dag 010 Peyrohade

Het weer op de Europa-Tour is totnogtoe wat tegengevallen, weliswaar meest droog, maar de temperatuur is aan de lage kant. 's Avonds moet ik in de camper de gaskachel aandoen. De vooruitzichten zijn ronduit slecht: regen t/m maandag, dus pas dinsdag beter. Ik overwoog lang om een andere route te kiezen, maar blijf toch maar bij mijn oorspronkelijke plan: door NW Spanje, Portugal naar de Algarve.

Vanuit Mont-de-Marsan 30km over de D1 en D11 naar het oosten gereden, eerst langs een stierenvechtarena in Villeneuve en dan naar Labastide d'Armagnac, dat schilderachtig mooi is. Op het vierkante Place Royale de koffie met croissant gebruikt. Op 2km is de Chapelle des Cyclistes, ter ere van de wielersport; er hangen kampioenstruien.


Labastide ~ Place Royale

Ik vervolgde bij 12०C over binnenwegen door een glooiend landschap met eikenbossen en wijngaarden, passeerde het gerenoveerde Chateau Gayrosse, dat een Armangnac-museum is en kwam om lunchtijd in Aire-sur-l'Adour, zo'n typisch oud-frans stadje aan een rivier. 

In de vroege middag door de Chalosse over de D2 door de bastide Geaune naar Samadet, bekend van de faience en Monsėgur, bekend van de katharen. Hagetmau heeft een fiere Ste.Marie-Madeleine. Maar ik wilde voor het eerst in deze tiendagen opschieten en na 36km over de D933 bereikte ik over de karakteristieke brug met poort Orthez aan de GaveRomaanser kun je je niet voorstellen. 


Orthez

Vaak kun je in dergelijke plaatsen je camper ergens aan de rivier kwijt. Zo nu ook en ik maakte een stadswandeling. Tegen 16 uur moest ik nog een keuze maken: richting Lourdes of toch maar naar de atlantische kust. Gekozen voor de D817, omdat in Peyrohade aan de Adour een camperparking is. De temperatuur was opgelopen tot 14 ༠C. Onderweg een bezoek gebracht aan de abdij van Sorde dat romaanse bezienswaardigheden heeft.

In Peyrohade waren meteen al enige oude bouwwerken zichtbaar, zoals de Montreal. Na 172 km vond ik het welletjes. In de camper ging ik lezen bij een St.Emilion-wijntje. Morgen weer een dag.

donderdag 9 november 2017

Dag 009 Mont de Marsan

Aan de Gironde stond ik avond en nacht met nog twee campers: een vervallen groen citroen-busje en een grote camper van fransen. Toch wel prettig in zo'n setting. Ben ook heel blij met mijn vouwfiets, waarmee ik, zoals vanmorgen, naar de boulangerie kan rijden voor mijn baguette. 

Naar mijn plan ging ik een interessante dag tegemoet. Er waren zonnige perioden met een temperatuur van omstreeks 11०C. Ik vervolgde via de oeverroute D669 waar ik een romeinse villa, een citadel bij Bourg, een pre-historische grot en kasteel van Bouilh waarnam alvorens de D670 te kiezen naar wijnstad Libourne. 


Chateau de Bouilh

Ik gebruikte de koffie op de Grand Place met haar statige huizen met smeedijzeren balkons. Ik passeerde de Porte d'Horloge en had uitzicht over de Grand Pont die de Dordogne overspant. 

Tegen het middaguur kwam ik in een streek van uitgestrekte wijngaarden, zoals van Pomerol en St.Emilion. In dat laatste prachtige stadje bracht ik ruim een uur door. Het Place du Marchė  met de hoge klokketoren is Frankrijk op haar sfeervolst. Vanaf het Chateau du Roi nam ik foto's. En ik gebruikte de lunch op het plein.

St. Emilion

In de omgeving zag ik vrij vaak romaanse bouwwerken. Wel is er vernield in de Honderdjarige Oorlog, godsdienstoorlogen en de Revolutie. Over RN's reed ik in zuidwestelijke richting. Onderweg even de afslag genomen naar het Chateau de Malromé met een mooie cour en de Tombe van Toulouse-Lautrec in Verdelais, dat ik bezocht. 

Na Sauveterne en Langon reed ik over de N524 en D932 door eentonig landschap, wel grotendeels de Armagnac. Een regio van pelgrimroutes en bastides. Na ongeveer 200km arriveerde ik in Mont-de-Marsan. 


Mont-de-Marsan

In de stad komen drie rivieren samen, hetgeen altijd mooie plaatjes biedt. Ik vond het weldadig om na ruim een week in een mediterrane omgeving te verkeren. Vanaf 16 uur ging ik voor een paar uurtjes gratis Le Donjon binnen, een interessant beeldenmuseum. In de vroege avond kon ik de La Madeleine nog in, een kerk met veel zuilen en een fraaie koepel. Marsan is echt een regionale hoofdstad, gezien de administratieve gebouwen. Ik bracht tot sluitingstijd door in een bibliotheek. 

woensdag 8 november 2017

Dag 008 Blaye

Een week onderweg en het bevalt goed, alleen de avonden zijn donker en lang. Ik ga eigenlijk 's avonds te vroeg de camper in. Na een week heb ik 1270km afgelegd; de anwb-routeplanner geeft voor Utrecht-La Rochelle 1015km aan, dus maar 255km "omgereden". Ik heb €220,- uitgegeven aan brandstof (gas), parkeergeld en boodschappen.

Vandaag bij matig weer al om half tien vertrokken. Ik ben meestal omstreeks 8 uur wakker en ga me dan wassen, een baguette halen, ontbijten en via internet de route voorbereiden. 

Via Angoulins kwam ik door Rochefort, eens de grootste oorlogshaven van Frankrijk. Het heeft een bastide-plattegrond; het station heeft een belle epoque-façade. Ik vervolgde via de D733 met rustig verkeer langs de kustplaats Royan aan de monding van de Gironde. In 1977 maakte ik met vriendin, latere echtgenote hier de veerovertocht naar Soulac.

Ik reed over de D145 langs de oever waar enige bezienswaardigheden opdoemden. Ik onderbrak de dagreis voor een bezoek aan de Grottes Regulus & Matata.


Grottes Regulus & Matata 

Twintig kilometer verder was er het Chateau & Jardins de Beaulon, een chique kasteel met park, tuinen en wijngaard. Ik kocht er een paar flessen wijn. Het landschap werd minder interessant. Na Ciers ging het over de D255 en een moeraslandschap naar Blaye aan de Gironde. En parkeerde de bus omstreeks half drie dicht bij de citadel.

Citadel de Blaye

Het ligt op 45m hoogte op een kalksteenplateau en vormde met enige forten een verdedigingslinie. Behoudens de citadel vond ik het stadje minder interessant. En de regen bij 11०C maakte het niet aantrekkelijker. Maar ik besloot er wel de rest van de dag door te brengen.