zondag 6 mei 2018

Dag 188 Butrint-Sagiada

Op zondagmorgen weg uit Sarandë, dat niet zoveel te bieden heeft, nog niet, want Albanië is toeristisch in opkomst. In zuidelijke richting reden we achterelkaar naar het nationale park Butrint, dat al sinds 1992 op de UNESCO-erfgoedlijst staat. Bovendien eens een andere bestemming dan een stad of badplaats.

Butrint

De kern van het park vormen de archeologische overblijfselen uit de Griekse, Romeinse, Byzantijnse en Venetiaanse Tijd. Het ligt ook aan een meer, dat een zoutwaterlagune is, die via het Vivarkanaal in verbinding staat met de Straat van Korfoe, het grote eiland aan de overzijde, waar ik zeker heen wil. 

In het park zetten we de camperbusjes neer op een beveiligde parkeerplaats en wandelden een paar uur in het byzondere natuurgebied, waar o.a. de dunbekwulp, de zeeschildpad en monniksrob voorkomen. Allen niet gezien. Wel veel boomsoorten, struiken en bloeiende planten. Harry & Janneke zijn echte natuurliefhebbers en kenners. De archeologische resten waren veel bezienswaardiger dan ik op eerdere lokaties heb gezien. 

De plaats Bujari had verrassend goede hotels, maar onze camperbusjes zijn ook geriefelijk en zeker vertrouwd. We gingen verder over de SH98 en SH97 door een agrarisch gebied met nogal wat verlaten huizen en dorpen. 

Bij Botë-Sagiada Mavromanti kwamen we bij de grens, die goed bewaakt werd. De contrôle was weer heftig en duurde een uur, zodat we pas tegen zessen verder konden rijden tot in Sagiada, dat niet veel te bieden heeft dan een zandstrand waar nog een paar campers stonden. Na een kleine week Albanië en 500km rijden waren we in Griekenland, mijn elfde land op deze soloreis. En een uur later in de tijd, vanwege de andere tijdzone. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten