De dag begonnen met zwemmen in een meertje. Lekker fris en verkwikkend. En daarna vanuit de rustigste plek sinds lang weggereden over de N115 naar Ukmergè. Ik volgde grotendeels de Neveżis. Als ik na ruim 200 dagen al niet zoveel landschappen had gezien zou ik meer genoten hebben van het litouwse. Nu wist ik het na een week wel.
Ukmergè
Ik kwam tegen het middaguur aan in Ukmergè aan de Śventoji. Het was 24⁰C met zonnige perioden en wind uit het oosten. Het is een rustig provinciestadje waar ik opnieuw een grote Petrus & Paulus-kerk zag en een synagoge. Op het centrale plein at en dronk ik wat in de escotheo.
Over een glooiend landschap reed ik langs het laatste smalspoor van Europa. Aan mijn oostzijde lag het Rubikiai-meer waar aantrekkelijke eilandjes in liggen. Ik hield halt om van het uitzicht te genieten.
Het naar het noorden gelegen paardenmuseum sloeg ik maar over. Mooie dieren, maar meer dan kijken doe ik niet. Over de N120 arriveerde ik in Rokiṣkis dat in een prachtige omgeving ligt. Ik kan me voorstellen dat je een hele zomervakantie in de baltische staten kunt doorbrengen als je van natuur en rust houdt.
Ik hield halt bij het vermaarde landhuis in neoklassieke stijl en met barokke verfraaiingen. Het is verder een gewone provincieplaats met een paar opmerkelijke architecturen en een monument. Bij een supermarkt kon ik tanken, boodschappen doen en in het restaurant snacks eten. Er was in de buurt een soort boerderijcamping voor €10,- en daar bracht ik de avond door met de andere halve finale WK voetbal tussen Engeland en Croatia (1-2 na verlenging). De tennismatch tussen Nadal en De Potro was boeiender.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten