woensdag 4 juli 2018

Dag 247 Memel

En zo verliet ik na één dag al russisch grondgebied. Mijn 18e land op de soloreis. Over de A192 door een vlak, bosrijk terrein naar de lange schoorwal over de N167. Heel byzonder om aan beide zijden grote wateren te zien. De grens lag bij Morskoje-Hidden en dat was een dingetje. Vooral de schotel heeft altijd ruime belangstelling. Ik had goede kennis Frans in de baltische talen een tekst laten maken en liet die lezen toen het mij wat te lang duurde. Hij had er stempels op gezet van de Groninger universiteit. 

Al-met-al toch een oponthoud van drie kwartier. Met honden en detectors werd alles onderzocht. Het verhaal op mijn laptop werd ook bekeken. Toen mocht ik door. In Litouwen.


Ik kwam aan in Klaipèda, het vroegere Memel. Het is de belangrijkste havenstad van het land, de derde in inwoner-aantal (155.000). De stad ligt aan de Oostzee bij het Koerse Haf, dat het water van de Danè afvoert, haar enige doorgang naar de zee heeft. Smiltyne ligt aan de overzijde van de schoorwal.

Ook aan het einde van de 2e WO verwoest en door de Sovjet-Unie bezet (tot 1989). De duits-litouwse bevolking vertrok of werd gedeporteerd en russen  trokken massaal binnen. 

Ik reed dwars door de stad naar de camping, installeerde me, sprak wat mensen en ging met de racefiets naar het centrum, want de buitenwijken zijn er vreselijk. Ik ben benieuwd naar het leven in de baltische staten.

Het was 19⁰C en er stond een flinke wind. Langs de rivier, over de kades en in parkjes was het aangenaam. In het centrum aan en rond het Schouwburgplein een wirwar aan straatjes met vakwerkhuizen. Ik had het gauw gezien en ging terug naar de camping.

En daar had ik weer eens een ontmoeting sinds vele dagen. Met landgenoten die de baltische staten "deden" en vanuit Finland gekomen waren. Ton was leraar (geweest) en Tineke nog apothekers-assisente. Zestigers, die geen kinderen hebben en verzot zijn op reizen. Echt alle continenten tot op de Zuidpool. Het meest hadden ze genoten van Andes-Patagonië (Zuid-Amerika). Ze hadden de oudste camper die maar denkbaar was en reden nooit veel meer dan 100 km. Heel eenvoudig kamperen, hetgeen hen ook wel aan te zien was. Ze konden beiden boeiend, informatief vertellen; ik kwam pas na twee uur aan de beurt. Maar we dronken wel een fles Baltische wijn leeg. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten