zondag 14 januari 2018

Dag 075 Cabo Gata

Het was vanmorgen behoorlijk fris en mijn behoefte aan een warme omgeving was de drijfveer om weer richting kust te gaan. Door Baza rijdend zag ik een massieve kerk, vreemde grotwoningen en arabische baden en reed in oostelijke richting. 

Ik koos voor de A334 door een geërodeerd gebied naar Macael, het centrum van de marmerwinning, door de plaats met smalle kronkelige straatjes en een fontein met leeuwen. In het nabije Purchena waar nog restanten van een moors kasteel te zien waren, hield ik halt en gebruikte als lunch een fritada, een tomatenmengsel. 

Verder naar Sorbas boven een groene vlakte van de Rio de Aguas en een karstgebied met onderaardse grotten. Ik zag in het zonnetje weer eens een Sa.Maria waar ik zomaar aan voorbij ging. Naar Tabarnas reed ik door een dor heuvellandschap met cactussen à la spaghetti-westerns. Er is ergens een mini-Hollywood. 



Via een binnenweg kwam ik in een oase van citrusbomen in Nijar, waar ik pauze hield en in de hoofdstraat winkels zag met aardewerk, geweven kleden en dekens. De plaats is bekend vanwege een toneelstuk van Garcia Lorca over een bloedbruiloft in 1928. Ik wandelde door een botanische tuin voor ik verder reed.

De vlakte naar de kust raakte geleidelijk begroeid door de irrigatie. Uiteindelijk kwam ik in een natuurbeschermingsgebied van Cabo Gata terecht. Meestal ben ik op een zondag in een grote stad, maar vanmiddag toerde ik als op een Azoreneiland: vulkanisch gesteente, zandduinen, zoutpannen, inhammen, rotsige kust met een vuurtoren. Het is bij het binnenmeer een eldorado voor vogels. Ornitoloog vriend Leo moet hier ooit geweest zijn. 

Aan de Almadraba de Monteleva parkeerde ik de escotheo aan een grijsbruin stenig strand met aan de weg een kerkje waar nog een paar campers stonden. Het was een verlaten plaats waar ik de verdere uren en nacht ging doorbrengen. 


Cabo Gata

Geen opmerkingen:

Een reactie posten