Na een week kan ik zeggen: Roemenië is wel een vakantieland: gevarieerde landschappen, aantrekkelijke stadscentra (vooral de torentjes...), redelijke voorzieningen, vriendelijke bevolking met veel zwaarlijvige volwassenen. Er is zeker nog armoede, lelijke bebouwing, matige infrastructuur, hoewel de steden vaak brede wegen en een overzichtelijke planologie hebben.
Ik was al snel bij de grens en daar duurde het aan contrôle van mijn opzichtige camperbusje een tijd voor ik verder mocht.
Debrecen ~ groot plein
Ik reed over een tweebaansweg N47 met akelig vrachtverkeer door een vlak landschap -de puszta- 75km naar Debrecen, met zijn 220.000 inwoners de tweede stad van Hongarijë. Ik kon er bij de hypermarkt Tesco Extra weer goed mijn voertuig kwijt. En ging fietsend verder.
Hoewel Debrecen een grote stad is met veelzijdige industrie heeft het toch de charme en sfeer van een provinciale stad behouden. De enige hoofdstraat voerde mij naar een groot plein met de okerkleurige kathedraal, maar dan wel een calvinistische. De regio heeft in meerderheid die religie. En er is NL-se invloed, want er staat een gedenkzuil voor Michiel de Ruyter!
Er zijn maar liefst drie universiteiten; er is een bibliotheek, een sterrenwacht, enige musea. Ik kwam voor de koffie-met terecht in een ondergronds restaurant Corvin dat in ridderstijl is ingericht.
In het stadscentrum zag ik verschillende mooie kerken zoals de St. Anna-kerk, de Kistemplom (oudste kerkje van de stad) en de Nagytemplom. Achter deze kerk staat een standbeeld en het calvinistische college met circa 300.000 religieuze- en wetenschappelijke boeken.
Miskolc ~ stadsbeeld
Halverwege de middag reed ik verder door een saai landschap naar Miskolc, want ik had al besloten om niet naar Boedapest te gaan. De hoofdstad is meer geschikt voor een stedentrip en dat is niet de opzet van mijn soloreis. Overigens is Miskolc tussen heuvels fraai gesitueerd en de stad is rijk aan bomen.
Het liep al tegen het einde van de middag; het was 30⁰C, de omstandigheden waren dus zomers. De drie campings lagen nogal ver buiten de stad, dus ik parkeerde bij het ziekenhuis. At snel wat en ging de stad in. Het was er in de spits druk, maar na enige uren werd het in het centrum aangenaam.
In de stad staat nog een oud fort, het Diosgyor, maar ik koos uiteraard voor een groot plein met representatieve gebouwen, vooral veel kerken van alle religies, w.o. een houten, opmerkelijk een galjoen, stadhuis, en het Lillafured-paleis. Allen gesloten, zodat ik in een sfeervol café-restaurant bij een WK-wedstrijd de avond doorbracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten