dinsdag 19 juni 2018

Dag 232 Oradea

In Roemenië is een uur tijdsverschil met West-Europa. Ik vertrok uit Gilau bij zonnig weer na enige regendagen. Mijn route ging westelijk over de tweebaans E60 en voerde dwars door vaak armelijke plaatsen als Câpuşu Mare, Dumbrava, langs het riviertje de Crişul Repede, Şaula, Huedin waar ik even halt hield. 

Ik reed door een agrarisch landschap met eenvoudig dorpsleven. Pas na Poieni werd het landschap aantrekkelijker, kwamen er beboste heuvels en bergen in zicht. En reed ik stukken door naaldbossen. In Negreni was een zigeunermarkt, want die bevolkingsgroep leeft hier, evenals een minderheid aan hongaren. 

De temperatuur steeg geleidelijk naar 25⁰C en na Bucea ging de weg slingerend verder. Aleṣ was de eerste wat aantrekkelijke plaats voor de lunchpauze, vanwege de grote kerk met byzantijnse uitstraling. Ik vervolgde over een rechte weg langs meren. De bebouwing bleef eenvoudig, hoewel ik ook een golfterrein passeerde. Ik maakte kilometers.


Oradea

Uiteindelijk kwam ik in Oradea (Nagyvarǎd) een middelgrote stad met 180.000 inwoners, op 12km van de grens met Hongarijë. Een rivier door de stad -de Crişul Repedegeeft altijd mooie plaatjes aan bruggen, kades en gebouwen. De stad bekoorde al meteen, ondanks de vele bouw- en renovatiewerkzaamheden. Ik heb het dan altijd over het centrum, want buitenwijken zijn vaak vreselijk lelijk. Het Unionplein is het kloppende hart van de stad. De passage Vulturul Negru is er voor het winkelen. Er staan nog fin-de-siècle gebouwen. En er is een roemeense en hongaarse universiteit. Universiteitssteden zijn altijd levendig.

In de buurt de goudgele Maria Hemelvaart-kathedraal waar ook alles binnen van goud lijkt. En er naast het bisschoppelijke paleis. Ik beklom sinds lang weer eens een toren, van het stadhuis de Primăra, dat voor €1,50 uitzicht over de stad bood. Verder: het stadstheater in klassieke stijl.


Oradea ~ gebouw in Seccessionstijl

In het Blisscafé verwende ik mezelf met koffie en taartjes. Nog voor onwerkelijke prijzen. Daarna koerste ik met de escotheo naar het zwemparadijs Nymphaea, waar ik me voor €6,- ook liet masseren. Ik bracht er de verdere uren door. 

Mijn nachtverblijf was op deze lokatie. Ik las in De Diepte van de Bosporus van Peter Edel over geschiedenis en actuele zaken mbt Turkijë, dat ik nog op een camping met landgenoten geruild had. En natuurlijk keek ik naar WK-voetbal. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten