Goed geslapen en op zondagmorgen richting Kastoria gereden, dat werkelijk schitterend gesitueerd is aan beide zijden van het Orestiada- meer, waar ooit bevers zwommen. Tegenwoordig zijn daar pelikanen. De stad is nog altijd een centrum van bont- en pelsenhandel.
Kastoria
Ik wandelde bij zonnig weer en 23⁰C rond in het byzantijnse deel. Een doolhof aan straatjes. De oude stad kent een groot aantal byzantijnse kerkjes (Panagia Koumbelidiki) en die open waren, hadden vaak goed bewaarde en kwalitatief hoogwaardige fresco's. Het kerkvolk gedroeg zich ingetogen en op de pleintjes en in de taverna's verzamelden ze zich na afloop van de diensten.
Ook interessant waren de elegante Skoutari- en Natzihuizen die met hun drie verdiepingen om een binnenplaats liggen. De onderste verdieping is van steen, de bovenste twee zijn van hout. Ik bezocht het Aivazi-huis met veel interieurstukken en decoraties van houtsnijwerk.
Prespameer
Ik reed door naar de Albanese en Macedonische grens waar de Prespameren liggen. De Plitvice had ik in Croatia overgeslagen, maar hier wilde ik wel een middag doorbrengen. Ik zette de escotheo neer op een camperplaats in het vissersdorpje Psarades. Weer eens iets anders als een stad op zondag. Het is een nationaal park, rijk aan byzondere flora en fauna (pelikanen, beren, wolven, otters, reeën, zwijnen).
Ik wandelde er met mijn rugzak een tijd rond en toen ik een strand zag, ging ik me daar nestelen. Het water van het meer was wel erg koud. Ik rustte uit en las verder in mijn laatste boek dat ik zelf uit NL had meegenomen: Mythos van Stephen Fry. Het was een relaxte zondag.
Wat lijkt dit meer veel op Craterlake in de V.S.!
BeantwoordenVerwijderen