In de voorbereiding op mijn soloreis verkende ik enige eilanden waar ik als islomaan in elk geval op terecht wilde komen. Daar was Öland in Zweden bij. Na 313 dagen was het zo ver op deze bewolkte zaterdag bij 18⁰C. Later werd het zonnig.
Ölandbrug
Ik bereikte het eiland vanuit Kalmar over een 6,5km-lange brug, die in 1970 gebouwd is. Het langgerekte eiland heeft afmetingen van 137 bij 16km. Na Färjestaden reed ik over de kustweg in noordelijke richting. Het eiland is op toerisme ingericht: dierentuin, amusementspark, waterwereld, openluchtmuseum, fort Gräborg uit de IJzertijd, jachthaven Borgholm. Ik hield halt bij Sollidens Slott, de koninklijke zomerresidentie. Buiten was een fair waar ik genoot van drankjes en spijzen.
Na het middaguur kwam ik in een gebied met stranden en windmolens. Het was er tamelijk rustig. Bij Blå Jungfrun kon ik genieten van het uitzicht naar het vasteland. Het punt bestaat uit roze graniet en is omringd door loofbossen. Het was hier wel druk. Dagjesmensen komen vanuit Oskarshamn met de veerboot.
Het noordelijkste punt was Byxelkrok, waar ik vreemd gevormd gesteente bewonderde. En duizenden gladde, ronde keien. Bij Böda was een zandstrand, nagebouwd dorp uit de ijzertijd en in Löttorp een cartcircuit. Onderweg zag ik vele ruines, kerkjes en nog een fort Ismanstorp Borg.
Ergens aan een strand en haventje trof ik een camperlokatie -de 50e- , waar ik de escotheo neerzette en na enige tijd verder ging op de racefiets.
Camperlokatie 50
Ik reed door de Stora Alvaret, een oeroude kalksteenvlakte, bedekt met gras, dat zowaar op de UNESCO-erfgoedlijst staat. Ik passeerde een grafveld en Eketorps Borg, ook weer een fort uit de ijzertijd. Maar het doel was toch het zuidelijkste puntje van Öland met vuurtoren Lange Jan, temidden van een vogelreservaat. Daar hield ik een tijd pauze.
Pas laat keerde ik terug bij de camperlokatie. Behoorlijk moe, vanwege de tegenwind. Het is een mooi eiland. Ik zou er kunnen wonen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten