Vanmorgen eerst eens een tijd met laptop op internet gesurfd. Pas tegen het middaguur naar de tolbrug voor €8,- naar het Ile de Ré gereden. Het weercijfer was een 8. De tour werd een teleurstelling. Het eiland is alleen maar aantrekkelijk in de zomer.
Ile de Ré
Het landschap is vlak en saai met uitgebloeide wijngaarden, verwaarloosde zoutpannen en bekkens voor de oesterteelt, wel gemengd bos en duinen met zeedennen en tamarisken, maar ook weer verlaten stranden. Op zich zijn de stadjes wel aardig met hun witte huizen en rode dakpannen. De vissersboten en boten in de jachthavens leken te wachten op betere tijden. Het plaatsje La Flotte met haar havenzijde kon me wel charmeren.
In hoofdplaats St.Martin gebruikte ik een late lunch op een kademuurtje; de camper moest ik aan de buitenzijde parkeren, omdat de straatjes te smal zijn. Ik zag op mijn tour nogal wat ruines en bouwvallen uit vroegere tijden: een abdij, kerk, fortificaties, maar ook burger- en bedrijfspanden. Historisch is er met het eiland van alles gebeurd. Het boeiendste van de dag waren eigenlijk de twee vuurtorens op een kaap; een afgedankte en een van 57m hoog.
Op de terugweg over de D201 kwam ik door een bos en aardige dorpen, maar uitgestorven bleef het. Om half vier besloot ik alsnog naar het vasteland terug te keren. Ik vond na enig zoeken een goede overnachtingslokatie in La Jarne bij het Chateau de Buzay.
Chateau de Buzay
Geen opmerkingen:
Een reactie posten